Geheel van vier burgerhuizen in eclectische en art-nouveaustijl

Tekst van Geheel van vier burgerhuizen in eclectische en art-nouveaustijl (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7585)

Geheel van vier burgerhuizen in eclectische en art-nouveaustijl naar een ontwerp door de architect Louis Hamaide uit 1909. Opdrachtgever was de aannemer Leander Peeters-Rombauts, die resideerde aan de Cogels Osylei, en over een opslagplaats voor bouwmaterialen beschikte in de Boomgaardstraat. In 1906 had hij door Hamaide al twee burgerhuizen laten optrekken hogerop in de Stanleystraat, later dat jaar twee aanpalende burgerhuizen in de Cobdenstraat, en in 1908 een gelijkaardig project van vier gekoppelde burgerhuizen eveneens in de Stanleystraat. De koetspoort in het nummer 36, vormde oorspronkelijk de doorgang naar de achterliggende opslagplaats van de aannemer in de Boomgaardstraat. Peeters-Rombauts was de zoon van aannemer Louis Peeters-Gowie, en zette het bouwbedrijf vanaf begin jaren 1920 in eigen naam verder.

In het bouwblok begrensd door Stanleystraat, Cobdenstraat en Zénobe Grammestraat realiseerde Louis Hamaide tussen 1904 en 1909 in totaal drieëntwintig bouwprojecten, goed voor eenenvijftig huizen. Twee projecten kwamen tot stand voor eigen rekening en een naaste verwante, de overige voor dertien verschillende opdrachtgevers. Met uitzondering van de huizenrij op nummers 1-5 en de hoekpanden met de Zénobe Grammestraat, bebouwde de architect in de Stanleystraat niet minder dan dertig van de achtendertig percelen. Deze huizen, het merendeel in een door de neorenaissance beïnvloede eclectische stijl en een tiental in gematigde art-nouveaustijl, behoren tot zijn rijpe oeuvre. Als architect actief vanaf omstreeks 1880, beantwoordden de vroege ontwerpen van Hamaide overwegend aan het conventionele neoclassicisme. Kort vóór de eeuwwisseling liet hij zich opmerken met de rijk geornamenteerde neorenaissance-architectuur van het hotel Dierckx en het winkelhuis Heye in de Leysstraat. Omstreeks 1905 leverde de architect een bescheiden bijdrage aan de Antwerpse art nouveau, om zijn loopbaan in 1925 stijlvol af te sluiten met de Herbosch Building, een vroeg voorbeeld van art deco.

Met een gevelbreedte van twee tot vier traveeën, omvatten de rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak. Op één na (nummer 35) beschikken de panden over een volwaardig souterrain. De vier opstanden kregen een individuele behandeling, met variaties zowel in ordonnantie, materiaalgebruik als vormgeving.

Nummer 35. Lijstgevel in eclectische stijl met een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint, puilijst en lekdrempels, en witte natuursteen voor speklagen, balkons, lateien en tussen- en onderdorpels, vensterposten, de deuromlijsting en fries. Asymmetrisch van opzet en geleed door de puilijst, legt de compositie de klemtoon op de brede zijtravee, gemarkeerd door tweelichten en balkons met consoles, waarvan de oorspronkelijk smeedijzeren borstweringen werden vernieuwd. Klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op consooltjes. Van het oorspronkelijk houten schrijnwerk is enkel de inkomdeur bewaard; smeedijzeren keldertralie en gietijzeren voetschraper.

Nummer 36. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel in neoclassicistische stijl, op een geprofileerde hardstenen plint. Asymmetrisch van opzet en geleed door de puilijst, legt de compositie de klemtoon op het brede poortrisaliet, dat wordt gemarkeerd door kolossale pilasters, een metopen-trigliefenfries, en balkons met consoles, een doorgetrokken balustrade of smeedijzeren borstwering. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters gevat in lisenen, met guirlandepanelen op de borstweringen van de topgeleding. Klassiek hoofdgestel met gekorniste houten kroonlijst op klossen en tandlijst. Vernieuwd schrijnwerk; behouden smeedijzeren souterraintralies en gietijzeren voetschraper.

Nummer 37. Lijstgevel in discrete art-nouveaustijl met een parement uit roomkleurige Silezische brikken in kruisverband, met overvloedig gebruik van blauwe hardsteen voor de plint, speklagen, hoekblokken, vensterposten en dorpels. De sobere opstand onderscheidt zich door een open skeletstructuur bepaald door de drielichten van de bovenverdiepingen; overspanning door ijzeren I-balken met rozetten op begane grond en eerste verdieping. Een gevelbreed balkon met consoles en smeedijzeren borstwering, en een waterlijst met zweepslagmotief leggen de klemtoon op de eerste verdieping. Houten kroonlijst op consooltjes als gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard, evenals de smeedijzeren art-nouveautralies van het souterrain.

Nummer 38. Lijstgevel in uitgesproken art-nouveaustijl, met een parement uit witte natuursteen op een plint uit blauwe hardsteen. Het asymmetrische compositieschema legt de klemtoon op de eerste verdieping, door middel van een karakteristiek hoefijzerboogvormig deurvenster met waterlijst over twee traveeën, geaccentueerd door een driezijdig balkon met kegelconsole en smeedijzeren borstwering. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van typisch ingesnoerde of verjongende vensters met lekdrempel, en een korfboogdeur met bovenlicht, zoals de benedenvensters met waterlijst. Klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op consooltjes; mogelijk aangepaste dakkapel. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters met typische roeden in het bovenlicht is integraal bewaard, evenals de smeedijzeren souterraintralies.

De plattegrond van drie van de panden (nummers 35, 37 en 38) beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen beslaat de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda de begane grond, met in de achterbouw de keuken (nummer 35) of voor de panden waar deze zich in het souterrain bevindt (nummers 37 en 38) de office. In het bredere pand nummer 36, dat de doorgang naar de opslagplaats incorporeert, strekt de veranda zich over de volledige breedte van de begane grond uit, en bevindt de keuken zich in het souterrain. De plattegronden van de bovenverdiepingen ontbreken in het bouwdossier.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1909#187.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Geheel van vier burgerhuizen in eclectische en art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/185799 (geraadpleegd op ).