Museum voor Schone Kunsten, heden ook Museum voor

Tekst van Museum voor Schone Kunsten (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/18199)

Museum voor Schone Kunsten, heden ook Museum voor Hedendaagse Kunst. Gelegen in de oosthoek van het park met voorgevel uitziend op het Jan Hoetplein en achtergevel in de Hofbouwlaan. Typisch museumgebouw in neoclassicistische stijl (zie de meeste Europese en Amerikaanse musea) naar ontwerp van stadsarchitect Ch. Van Rysselberghe en daterend van 1900-1904.

Belangrijke voorgeschiedenis van de Gentse kunstverzameling opklimmend tot de Oostenrijkse en Franse periode waarin de Jezuïetenorde en talrijke kloosters ontbonden werden en de kunstwerken of verkocht of overgebracht werden naar de Baudeloabdij. Een wet van 1798 bepaalt de oprichting van een museum in de Sint-Pietersabdijkerk. Na 1810 (jaar waarop de kerk aan de eredienst werd teruggeschonken) overgebracht naar de Academie. Uitbreiding van de verzameling door aankoop van nieuwe kunstwerken door de "Vrienden van het Museum" (gesticht in 1876) en giften van belangrijke verzamelaars noodzaakte een ruimere tentoonstellingsruimte.

In 1898 werd stadsarchitect Ch. Van Rysselberghe belast met de bouw van een nieuw museum. Goedgekeurd in 1900, reeds gedeeltelijk in gebruik genomen in 1902 en volledig voltooid in 1904. Voor de Wereldtentoonstelling van 1913 werd de vleugel aan de Hofbouwlaan en twee dwarsvleugels met halfcirkelvormige aanbouwsels toegevoegd naar het oorspronkelijk ontwerp van Van Rysselberghe.

Oorspronkelijk vrij eenvoudig symmetrisch opgebouwde plattegrond in kruisvorm met halfcirkelvormig uitgewerkte zuidzijde. Belangrijkste noordvleugel met monumentale ingang met centrale uitbouw in de vorm van een klassieke antentempel met vier zuilen. Achter het peristilium, vierkante hal geflankeerd door twee ruimten. Ruime centraal gelegen expositiezaal geflankeerd door oost- en westvleugels met elk acht zalen onderling verbonden door in de hoeken geplaatste deuren. Twee trappen in het zuiden leiden naar een hemicyclus met galerij en acht lager gelegen concentrische zaaltjes. De zuidvleugel (evenwijdig aan de Hofbouwlaan) verbonden met de oost- en westvleugel door twee dwarsvleugels (van drie zalen) elk voorzien van een halfcirkelvormig aanbouwsel en twee polygonale ruimtes uitziend op de binnenkoer, dateren van de uitbreiding van 1912.

Eveneens vrij sober en symmetrisch opgebouwde voorgevel met slechts één bouwlaag en zichtbare kelderverdieping, opgetrokken uit gele baksteen "du littoral" met verwerking van witte natuursteen. Monumentale centraal uitgebouwde toogangsportiek of peristilium met vier Ionische gecanneleerde zuilen voorzien van brede trap van arduin (elf treden). Bekronend klassiek hoofdgestel met gelede architraaf, onversierde fries en kroon- en tandlijst op klosjes met acanthusbladen. Erboven monumentale attiek met hoge fries tussen postamenten met allegorische figuren (de ideale en realistische kunst). Beelden en reliëfpanelen in de fries zijn naar ontwerp van L. Van Biesbroeck. Binnenmuren met fries in art-nouveaugetinte stijl, fraai plafond met casementversiering. Mozaïekvloer met bloemenguirlandes. Overigens blinde zijpartijen verfraaid door de omgevende weelderige plantengroei en voorzien van een omheen alle vleugels lopende sgraffitofries met uitbeelding van de geschiedenis van de kunst, uitgevoerd naar ontwerp van J. Delvin. Gesculpteerde wapenschilden (met naam en data van belangrijke kunstenaars) geflankeerd door vrouwelijke wapenhouders naar ontwerp van L. Van Biesbroeck onderbreken de fries op de hoeken (hernieuwd na Wereldoorlog II door O. Hoge en dochter).

Zijgevels en risalieten onder driehoekig fronton doorbroken door gekoppelde rondboogvensters onder waterlijst. Halfcirkelvormig uitgebouwde oost- en westgevel met hoge kelderverdieping verlicht door getraliede rondboogvensters en gekoppelde rechthoekige vensters op de verhoogde begane grond. Achtergevel aan de Hofbouwlaan met centraal portaal en hoekrisalieten onder driehoekig fronton, boven de rondboogdeur versierd met drie figuren die schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur symboliseren.

Functioneel interieur door een symmetrische indeling van het grondplan en het aan elkaar schakelen van grote en kleine expositiezalen voor de verschillende scholen of thema's. Ruime wanden en vlotte doorgang door in de hoeken geplaatste deuren. Verlichting door een glazen bedaking gevat in een zinken beraming.


Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in Belgiƫ, Architectuur, Stad Gent, 19de- en 20ste-eeuwe stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nc, Brussel - Gent.
Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Museum voor Schone Kunsten [online], https://id.erfgoed.net/teksten/18199 (geraadpleegd op ).