Herenhuis Deleu

Tekst van Herenhuis Deleu (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/24607)

Het herenhuis Deleu is een ruim breedhuis van acht traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (leien) uit de 16de eeuw. Het pand heeft een tweedelige overwelfde kelder (tongewelf en gedrukt kruisgewelf) op zuilen met knopkapitelen, vermoedelijk uit de 13de eeuw.

Kelder van een rechthoekig gebouw van 15 x 7 meter, binnenwerks gemeten. De kelder wordt in twee verdeeld door een rij van drie zuilen. De bouwsporen laten vermoeden dat het Steen in verschillende fases tot stand kwam. De kelder werd pas in de tweede bouwfase uitgegraven. Het basement en een deel van de kolommen zitten verscholen onder het huidige vloerniveau. In het midden staan drie zuilen in Doornikse kalksteen, bestaande uit twee tot drie trommels. De knopkapitelen zijn bedekt met een dekplaat met kwartholprofiel en met afgeschuinde hoeken. De zwikken zijn opgevuld met breuksteen. Segmentbogen verbinden de zuilen. Aan voor- en achtergevel zijn ze verwerkt in de muur. Vermoedelijk was er in oorsprong een balkenlaag die later werd vervangen door tongewelven. De achtergevel is 1,02 meter dik. De zijmuren werden op spaarbogen gefundeerd. De kelder werd deels uitgegraven doch de oorspronkelijke diepte werd niet bereikt. Bijkomend archeologisch onderzoek is wellicht mogelijk. De hardstenen vloertegels zijn ter plaatste opgeslagen en dienen later herplaatst.

Het bovengronds gedeelte van het pand staat bekend als ‘Huis Deleu’ en is een breedhuis opgetrokken in 1577 (metalen muurankers). Ondanks de modernisering in de 18de eeuw bleef het 16de-eeuwse volume goed zichtbaar met zijn scherpe dakhelling, zijtrapgevels, overkragende verdieping op geprofileerde kraagstenen waarbij de bogen tot rechthoeken werden omgevormd. Aan de voorgevel verraden de getraliede keldergaten de aanwezigheid van de middeleeuwse kelder. De bovenverdieping heeft grote rechthoekige vensters waarbij de lekdrempels met elkaar werden verbonden tot cordons. Een rechthoekige deur en koetsdoorrit verlenen toegang tot het pand. De kroonlijst steunt op klossen. Het rechterdeel van de gevel (gelijkvloerse verdieping) werd vormgegeven door Charles Vandenhove ter gelegenheid van de kunsthappening Chambres d’Amis in 1986. Hij ontwierp een volledige geveltransformatie maar slechts de drie rechtse traveeën op de begane grond werden uitgevoerd. Het is een persoonlijke inspiratie op de in de 19de eeuw verwijderde kruiskozijnen. Het kunstwerk is een waardevolle toevoeging tot de architectuurevolutie (postmodernisme) en de omgang met historische panden (geschiedenis van de monumentenzorg).

Het pand werd meermaals aangepast aan de rijke smaak van de latere bewoners. Verschillende bouwfasen blijven in het huidige interieur herkenbaar. Moer- en kinderbalken gaan vermoedelijk terug op een 16de- / 17de-eeuwse bouwfase terwijl de interieuraankleding volgens de smaak van de 18de en 19de eeuw werd aangepast. De 18de-eeuwse structuur is nog zeer goed herkenbaar ondanks de toevoeging van een 19de-eeuwse ingang. Oorspronkelijk gebeurde de toegang via de koetspoort die toegang gaf tot de vestibule met aansluitend aan de tuin de eetkamer en ernaast traphal, en aan de straatzijde het antichambre en grote salette. Deze laatste werd verkleind door de toevoeging van een nieuwe toegang. Ook de structuur van de bovenverdieping bleef goed bewaard met traphal, vestibule en slaapkamers. Het stucwerk, binnenschrijnwerk, trap en traphal, stenen- en plankenvloeren dateren voor het overgrote deel uit de 18de eeuw terwijl enkele aanpassingen in de 19de eeuw werden doorgevoerd. De aankleding is bijzonder rijkelijk uitgevoerd en getuigt van de status van opeenvolgende bewoners.

  • Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DO002325, Middeleeuwse stenen (S.N. 2009).

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenhuis Deleu [online], https://id.erfgoed.net/teksten/178789 (geraadpleegd op ).