De Lieve

Tekst van Kanaal De Lieve (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301119)

De Lieve is een historisch kanaal daterend uit midden de 13e eeuw, dat oorspronkelijk het centrum van Gent met de haven van Damme verbond. Grote delen van dit eerste kanaal tussen Gent en de zee zijn tot op de dag van vandaag vrij intact bewaard gebleven.

Gent, dat dieper in het binnenland gelegen was, was bijna niet bereikbaar door grotere zeeschepen. De Lieve was het antwoord van Gent op de economische nieuwe situatie. Vanaf de 13e eeuw zou de Lieve de cruciale verbinding tussen Gent en de zee vormen. Voor de uitmonding van de nieuwe waterweg in het Zwin waren verscheidene mogelijkheden voorhanden. Aanvankelijk viel de keuze op Aardenburg: het lag het dichtst bij Gent, en had zich tot een niet te onderschatten handelsconcurrent van Brugge opgewerkt. Zeer spoedig, reeds voor 1269, werd een zijtak naar Damme aangelegd. Het oorspronkelijk naar Aardenbrug gegraven gedeelte verminderde strek in betekenis en Damme werd het nieuwe eindpunt.

Wanneer er precies met het graven van dit kanaal werk begonnen, kan niet worden achterhaald. Het kanaal van 45 km lang was in 1269 in elk geval voltooid.

Niet alleen de geringe breedte, ook het groot aantal keersluizen en bruggen maakten elk intens scheepvaartverkeer op de Lieve op zijn minst toch erg hinderlijk. In Damme was de Lieve van het Zwin afgesloten door middel van een spui, bestaande uit twee ophaalbare schotten. De kanaalbodem van de Lieve vertoonde niet overal hetzelfde niveau, ter hoogte van Maldegem, Oostwinkel en Eeklo lag die een stuk hoger dan de gedeelten naar Gent of Damme toe. Keersluizen moesten verhinderen dat het water zowel naar het oosten als naar het westen zou afvloeien.

In 1323 bevestigde graaf Lodewijk van Nevers nogmaals dat Gent de Lieve volledig in eigendom had. Het bezit ging met een reeds verplichtingen samen; zo moesten de sluizen onderhouden worden, de kanaalbermen geïnspecteerd en hersteld indien nodig. De eigendommen van de stad langs de Lieve werden in pacht gegeven aan de meest biedende. Om op de Lieve te mogen varen, moest de schipper een 'vrijheid van de Lieve' kopen, ten voordele van de stadskas.

In de zestiende, en nog meer in de 17e eeuw, was de teleurgang van de Lieve ingezet. Vooral sinds in 1624 de Brugse vaart voltooid was, vervulde de Lieve meer en meer een bijrol. Een laatste heropflakkering kwam er toen de Brugse vaart in het derde kwart van de zeventiende eeuw (tijdelijk) gesloten werd voor verdiepings- en verbredingswerken. De Lieve verzandde steeds verder, zodat hij nog nauwelijks bevaarbaar was. Een groot gedeelte van de Lieve werd rond 1846-1851 opgeslorpt door het kanaal van Schipdonk.

  • BOES J., 1929: De Lieve, Gent.
  • VANDERMAES M., RYCKAERT M. en COORNAERT M., 1979: De Witte Kaproenen, Provinciebestuur Oost- Vlaanderen, Gent.
  • DECAVELE J., DE HERDT R. & DECORTE N., 1976: Gent op de wateren en naar de zee, Mercatorfonds Antwerpen- Stadsbestuur Gent.

Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DO002282, De Lieve.
Auteurs:  Vanmaele, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kanaal De Lieve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/176691 (geraadpleegd op ).