Tuinwijk Klein Rusland

Tekst van Tuinwijk Klein Rusland (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/121964)

De tuinwijk Klein Rusland werd gebouwd in drie fasen tussen 1921 en 1928 en bestond uit 168 woningen, een hotel voor vrijgezellen en een watertoren met pompstation, vespreid over een totale oppervlakte van 13 hectare.

Historiek

Het stedenbouwkundige concept van de tuinwijk ontstond in Engeland aan het einde van de 19de eeuw. Het concept werd door Raymond Unwin voor het eerst toegepast in de historische tuinwijk van Letchworth. De principes van Unwin liggen aan de basis van de tuinwijkgedachte en de sociale huisvesting bij de modernistische architecten en stedenbouwkundigen tijdens het interbellum. Een belangrijke bijdrage werd geleverd door architect Huib Hoste en stedenbouwkundige Louis Van der Swaelmen bij het ontwerp van de tuinwijk Klein Rusland in Zelzate in 1921. Deze tuinwijk is één van de vroegste realisaties in België en kwam tot stand op initiatief van de pas opgerichte Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen, dat na de oorlog wou verhelpen aan de nood aan goedkope arbeiderswoningen en sociale woningen; de modernistische architecten gaven daarbij de voorkeur aan het woonmodel van de tuinwijk. In de sociale woonwijk Klein Rusland is zowel de oorspronkelijke stedenbouwkundige aanleg en de modernistische architectuur nog duidelijk herkenbaar aanwezig. De wijk wordt beschouwd als één van de vier belangrijkste modernistische ensembles in België, samen met La Cité Moderne (1922-1925) in Sint-Agatha-Berchem, Le Logis-Floréal (1922-1930) in Watermaal-Bosvoorde en de tuinwijk Kapelleveld (1923-1926) in Sint-Lambrechts-Woluwe. De wijk behoort bovendien tot de belangrijkste realisaties van Huib Hoste, één van de meest vooraanstaande en veelzijdige figuren van de moderne architectuur uit het interbellum. Samen met L. Van der Swaelmen en onder andere architect Antoine Pompe realiseerde hij trouwens ook de bovengenoemde wijk Kapelleveld.

De sociale woonwijk Klein Rusland in het zuiden van de gemeente Zelzate werd opgetrokken op gronden aangekocht door de in 1920 opgerichte plaatselijke cel van de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen en Woonvertrekken, de latere Nationale Maatschappij voor Huisvesting en Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, opgericht in 1919. De vereniging Société Coopérative Locale des Habitations à Bon Marché de Selsaete kwam er op initiatief van enkele lokale fabrieksdirecteurs en bedrijven en de gemeente Zelzate. De maatschappij wou daarmee voldoen aan de vraag naar goedkope woningen voor arbeiders en bedienden van de talrijke fabrieken die zich begin 20ste eeuw aan het kanaal vestigden. De gronden gelegen aan de linker oever van het Kanaal Gent Terneuzen, in de buurt van de scheikundige bedrijven, werden aangekocht van baron Van Loo.

De naam Klein Rusland verwijst naar de Russische ingenieurs Dimitri Peniakoff, directeur van de nabijgelegen aluminiumfabriek, de NV Verreries et Produits Chimiques du Nord en zaakvoerder van de lokale huisvestingsmaatschappij, en Alexis Veretennicoff, luitenant-generaal bij het keizerlijk Russisch leger, die als vluchteling in Zelzate terecht kwam en door bemiddeling van Dimitri Peniakoff opzichter werd bij de bouw van de wijk. Alexis Veretennicoff en zijn vrouw, de Servische prinses Vera Ratch, werden ook de eerste bewoners van de wijk. D. Peniakoff kwam in 1903 naar Zelzate om een nieuw procédé uit testen in de aluminiumfabriek voor de Société Belgo-Néerlandaise d’ Aluminium, na zijn overlijden in 1925 werd de productie stilgelegd en de fabriek ontmanteld.

Ook de architecturale vormgeving met gepleisterde kubistische volumes onder platte daken inspireerde tot de naamgeving. Dergelijk fenomeen deed zich ook voor in anderen modernistische woonwijken zoals in Kapelleveld (Le Maroc), ook in het buitenland, zoals de modelwoonwijk naar ontwerp van Mies van der Rohe in Stuttgart (Arabisch dorp of Bolsjewistische kazerne).

Architect Huib Hoste (1881-1957) en stedenbouwkundige Louis van der Swaelmen (1883-1929) ontwierpen een modernistische tuinwijk met aanvankelijk 300 woningen, winkels, water- en energievoorzieningen, een sportplein en een vrijgezellenhome. Landschapsarchitect en stedenbouwkundige Louis van der Swaelmen stond in voor het stedenbouwkundige project van de wijk. L. van der Swaelmen is een spilfiguur in de modernistische strekking van het urbanisme in de jaren 1920.

De nieuwe tuinwijk in Zelzate was bedoeld als eerste fase van een industriële lijnstad aan het kanaal voor de arbeiders van de nabijgelegen fabrieken. In het ontwerpplan werd de tuinwijk ontwikkeld aan weerszij van een centrale noord-zuidas met uitbreidmogelijkheden in noordelijke en zuidelijke richting. Het oorspronkelijke aanlegplan werd slechts gedeeltelijk uitgevoerd. Het uiteindelijke aanlegplan van de geïsoleerde industriële tuinwijk toont een gevarieerd stratenpatroon doorkruist door de centrale as, de brede Dimitri Peniakofflaan, en bestaande uit een pleinbebouwing, het Kardinaal Mercierplein, straten met in vertandingen opgestelde woningen met verspringende volumes, en huizenrijen op een rechte rooilijn, al dan niet met voortuintjes, en enkele binnenparkjes. De verspringende woningblokken en bouwvolumes zorgen voor een ritmisch spel. Een variëteit van gekoppelde woningen, rijwoningen en vrijstaande huizen bieden een afwisselend straatbeeld, met voortuinen, en met open tussenruimtes in de bouwblokken en openbaar groen. Ook het belang van het stratenpatroon met een onderscheid tussen de brede centrale laan, de smallere rijwegen, het grote plein en de paadjes tussen de bouwblokken en de tuinen zijn typerend voor de stedenbouwkundige ontwerpen van L. van der Swaelmen.

De architectuuropdracht van de woningen werd toevertrouwd aan Huib Hoste. Als architect, meubelontwerper, redacteur en architectuurcriticus van verschillende tijdschriften en medestichter van de C.I.A.M. wordt Huib Hoste (1881-1957) beschouwd als één van de belangrijkste en meest veelzijdige figuren uit de Moderne Architectuur van de eerste helft van de 20ste eeuw in Vlaanderen. Zijn rol in de opkomst van de tuinwijken in Vlaanderen en de evolutie van de volkshuisvesting was van grote betekenis. Hoste pleitte samen met de andere Belgische modernisten voor functioneel bouwen in beredeneerde volumes en strakke belijning volgens nieuwe constructiemethodes en met nieuwe bouwmaterialen. In de ensembles van volkshuisvesting vervangt een gevarieerde herhaling de individualiteit van de woning. In Klein Rusland worden voor het eerst standaardisatie en normalisatie in een geïndustrialiseerde constructiemethode toegepast.

Er werden drie types woningen voorzien, met twee, drie en vier slaapkamers. Wat betreft de vormgeving en bouwtechniek/ materiaal ontwikkelde H. Hoste twee types woningen: de meer traditionalistische bakstenen woningen met zadeldak en de kubistische woningen met plat dak in een nieuwe constructiemethode met asbeton. In navolging van de Nederlandse beweging De Stijl koos Hoste voor een sterk rationeel en functioneel bouwen in een strakke vormgeving en met een beredeneerde kleurstelling.

Beschrijving

Het uiteindelijk uitgevoerde ontwerp omvatte 168 woningen, een hotel voor vrijgezellen en een watertoren met pompstation over een totale oppervlakte van 13 hectare, gebouwd in drie fasen tussen 1921 en 1928.

De eerste achttien woningen, voltooid in 1923, werden gebouwd in baksteen en zijn afgedekt met een zadeldak. Het betreft de tweewoonsten Dimitri Peniakofflaan 1-3, 5-7, Kardinaal Mercierplein 1-2, Opgeëistenstraat 3-9, Vrijwilligerslaan 3-5, 7-9 en 2-4, 6-8, en het Vrijgezellentehuis.

De eerst gebouwde woningen, Dimitri Peniakofflaan nummer 1-3, zijn gekoppelde bakstenen woningen in spiegelbeeldschema van twee traveeën en één bouwlaag onder doorlopend zadeldak (rode pannen). De eerste bewoner van het pand was A. Veretennicoff, Russische vluchteling die door bemiddeling van Dimitri Peniakoff opzichter was van de in opbouw zijnde wijk, samen met zijn echtgenote, prinses Vera Ratch. Het eerste huis was de woning van het echtpaar en in het tweede huis was een kantoor, onder andere ingericht met de plannen van Klein Rusland. In 1992 werd in de gevel van nummer 1 een gebruikte oude gedenksteen ingemetseld met de tekst: "DIMITRI PENIAKOFF/ 1866-1925/ FONDATEUR ANIMATEUR/ DE/ CETTE CITÉ/ STICHTER EN BEZIELER/ DEZER STEDE". De woningen zijn gemetseld in halfsteensverband. De gekoppelde rechthoekig uitspringende deurportiek onder overstekend lijst staat centraal in de gevel. De venstertravee ernaast, met rechthoekige vensters, is hoger opgetrokken in dakkapel met plat dakje. De houten overstekende dakranden zijn nu bekleed met plastic. Hoste voorzag geen vaste kleurstelling voor het interieur, evenmin als vast meubilair.

Vermoedelijk door het tekort aan bakstenen en de hoge kostprijs werd daarna overgeschakeld op een nieuw geïndustrialiseerd bouwprocédé met een gietsysteem in asbeton. In het tweede lot (1922-1924) werden 74 huizen gebouwd in asbeton volgens het Duitse Non-plussysteem, afgewerkt met een gekleurde pleisterlaag, en voorzien van een plat dak, in het oostelijk gedeelte van de wijk. Het derde lot, afgewerkt in 1928, omvatte de bebouwing van 52 woningen in asbeton rond het Kardinaal Mercierplein en aan de Vrijwilligerslaan en 24 bakstenen huizen aan het kruispunt Vrijwilligerslaan en Opgeëistenstraat, rijhuizen aan de Dimitri Peniakofflaan en vier winkelhuizen aan het Koophandelsplein en de watertoren.

Deze huizen worden gekenmerkt door de modernistische vormgeving met kubistische opbouw door de verspringende volumes onder platte daken met dakoverstek, oorspronkelijk in hout, nu ingepakt met kunststof. Zowel de bakstenen huizen als de asbetonnen woningen waren voorzien van polychrome houten blokramen met roedeverdeling, houten luifels en dakoverstek. De ruw gepleisterde asbetonmuren kregen in de jaren 1950 een bakstenen parement. Het kleurgebruik in gevelafwerking en van het schrijnwerk verlevendigde de architectuur, maar is thans onzichtbaar of verwijderd. De bewaarde ontwerptekeningen geven aanwijzingen over het kleurgebruik in de gevelarchitectuur. De verscheidene kleuren moesten de eentonigheid in het straatbeeld verhinderen, door het bakstenen parement en het vervangen van het schrijnwerk verdween echter een visueel belangrijk effect en wordt de monotonie in de hand gewerkt.

Na de oorlogsschade van de Tweede Wereldoorlog werden in 1949-1950 vijftien huizen aan het Kardinaal Mercierplein gerenoveerd en acht huizen van de Verminktenlaan heropgebouwd. In 1950 werd het hotel op het Koophandelsplein omgebouwd tot twee winkels, een stortbadinstallatie, een werkplaats en vijf huizen, vijftien huizen werden gerenoveerd. De huizen van asbetonmuren kregen in de periode 1950 tot 1956 een bakstenen parement en de daken werden vernieuwd. De werken gebeurden onder leiding van de architecten Charles (1890-1962) en Gerald Hoge (1941-1983). Tevens werd een nieuwe huizengroep van 54 woningen en een school gebouwd. In 1963 werden alle woningen aan de Tweede-Gidsenlaan en zes huizen in de Dimitri Peniakofflaan afgebroken. In 1964 werden de winkelhuizen aan het Koophandelsplein vervangen door drie appartementsblokken naar ontwerp van Geo Bontinck (1903-1999), de watertoren werd gesloopt en de wegen werden nieuw bestraat met asfalt en men bouwde nog zestien nieuwe huizen. In 1985 werden de houten dakoversteken en bakgoten vervangen door PVC. In 1995-1998 werd alle buitenschrijnwerk vervangen door PVC. Door het bakstenen parement maar ook door de kunststofafwerking van ramen en lijsten en het wijzigen van typerende detailafwerking, zoals de onderverdeling van de vensters en de houten overstek van de deuren, werd de architecturale waarde van de huizen aangetast. Daarnaast zorgden talrijke individuele aanpassingen en toevoegingen van de bewoners, ook in het interieur, voor een belangrijke beeldtransformatie. Het hoekpand Strijderslaan 7, dat in privé-bezit is, is de enige woning met oorspronkelijke gevelafwerking en schrijnwerk die bewaard bleef.

  • Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DO002316, Zelzate: gekoppelde woningen in de tuinwijk Klein Rusland (LANCLUS K., 2009).

Auteurs:  Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Tuinwijk Klein Rusland [online], https://id.erfgoed.net/teksten/175052 (geraadpleegd op ).