Kasteeldomein Schelderode

Tekst van Kasteeldomein Schelderode (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/36619)

Het deels ommuurde kasteeldomein, met aanhorigheden in park met vijver, bevindt zich tussen de Gaversesteenweg en de Scheldemeersen, ten noordwesten van de kerk.

Historiek

Volgens archiefgegevens van het kadaster:

  • 1863: aankoop door Florimond Van de Poele van een domein met meerdere huizen/hoeven aan de Gaversesteenweg en achter de kerk: deels bekend als "ten Daele" en verkocht door markies de Rodes Charles J. Ghislain en deels als "Chef-lieu" verkocht door landbouwer Hilaire Vander Schueren.
  • 1864: bouw en ingebruikname van het kasteel, eigenaar Florimond Van de Poele
  • 1876: erfenis van het kasteeldomein door weduwe Van de Poele-Bracq en kinderen Van de Poele
  • 1904: verkoop van het kasteeldomein aan baron Harold Herry - Verhaeghe de Naeyer gevolgd in 1905-1906 door beperkte uitbreiding van de kasteelgebouwen
  • 1920 : verkoop van het kasteeldomein aan Charles Plissart - de Kerchove de Denterghem

Volgens De Potter en Broeckaert vond de bouw van het kasteel van Florimond Van de Poele plaats in 1865. Alle jongere bronnen in de literatuur maken melding van dezelfde datum. Waarschijnlijk was het kasteel op dat moment grotendeels afgewerkt.

Het neogotische kasteel was ontworpen door en voor oudheidkundige Florimond Van de Poele als diens eigen woning. Hij tekende de plannen voor het kasteel in samenwerking met baron Jean Bethune, voorman van de Gentse neogotiek. Florimond Van de Poele (1831-1875) was een zeer talentrijke naaste medewerker van Jean Bethune. Hij was zowel actief als architect, tekenaar, ontwerper onder meer van meubilair en als glasschilder. De samenwerking tussen Bethune en Van de Poele was zeer intens. Zo maakte F. Van de Poele het ontwerp voor het zusterklooster van de neogotische site te Vyvekapelle bij Damme, voor de infirmerie en de Sint-Antoniuskapel in het Sint-Elisabethbegijnhof te Gent (Sint-Amandsberg). Florimond Van de Poele tekende ook de voorontwerpplannen voor de vergroting van de naast het kasteel gelegen kerk van Schelderode, bouwwerken die wegens zijn overlijden werden overgenomen door architect A. Van Assche. Voorts is er vrijwel geen ander architecturaal oeuvre van Van de Poele bekend onder meer doordat hij zijn werk niet signeerde.

Vanaf 1912 betrok de familie Plissart het kasteel van Schelderode dat zij in 1920 aankochten. De familie Plissart stamde nog rechtstreeks af van de markiezen van Rode. Adrien Plissart (geboren in 1904) was de laatste burgemeester van Schelderode. In deze eeuw stond het kasteel van Schelderode ook bekend als het kasteel Plissart.

In de jaren 1990 werd het na verkoop door de nieuwe eigenaars hersteld.

Beschrijving

Als bouwmateriaal voor het kasteel werd overwegend gebruik gemaakt van Scheldesteen die te Schelderode zelf zou gebakken zijn, voorts verwerking van natuursteen voor dorpels, kozijnen, consoles en gesculpteerde gevelornamenten.

Het merkwaardige bakstenen kasteel (Schelderodeplein 9) met zijn sprookjesachtig voorkomen is in neogotische stijl opgericht naar patroon van de 15de-eeuwse Brugse gotiek. Het bouwvolume is enigszins geïnspireerd op de middeleeuwse heerlijke verblijven. Het telt twee verdiepingen op souterrain onder meerdere steile zadeldaken (leien) waarvan twee parallelle en met een van tussen de daken hoog oprijzende ranke achthoekige toren. Het verticaliserende karakter wordt versterkt door het gebruik van puntgevels met stenen kruiskozijnen in zogenaamde "Brugse traveeën". De afwerking is opvallend geraffineerd: we verwijzen naar de slanke bekroning met baksteendecoratie van de vele schoorstenen, de gevelversiering met gekleurde ruitmotieven in de zin van vroegere metselaarstekens, de fijne gesculpteerde gevelstenen, fraai uitgewerkte gevelnissen met heiligenbeeld van Sint-Antonius en Onze-Lieve-Vrouw, de houten deurportiek met uit hout gesneden opschrift "Sancta Mater Dei..." en het delicate ijzeren beslagwerk van de voordeur. Typerend is de toepassing van het driepasmotief in spitsbogige spaarvelden, het levendig karakter van de gevels door het gebruik van verschillend uitgewerkte uitspringende gevelpartijen. Sommige vensterpartijen zijn met gotisch geïnspireerd maaswerk voorzien, de overige vensters voornamelijk met kruiskozijnen, ook drielichtskozijn en kloosterkozijn komen voor.

Ook het merkwaardige interieur bevat typisch neogotische elementen. Gedeeltelijk bewaarde muurschilderingen door J. Bethune, die onder meer de boom van Jesse voorstelden. In de eetkamer werd een zoldering op fraai gesculpteerde kraagstenen en een schouwmantel in neostijl genoteerd naast fijn geschilderde glasraampaneeltjes van 1873 door F. Van de Poele.

Het kasteel bezit een gesloten rechthoekig voorhof ter breedte van de voorgevel van het kasteel. De voorzijde ervan is afgesloten door een neogotisch getinte voorbouw, een lage bakstenen dienstvleugel met onder meer het koetshuis, onder steil leien zadeldak. In het middendeel komt een quasi middeleeuwse stadspoort met spitsboogvormige doorrit voor. De meest uitgewerkte gevel ziet op het binnenplein van het kasteel uit en vertoont een ronde traptoren naast de hoge tuitgevel van het poortgebouw. Zijdelings is het binnenplein grotendeels afgesloten door gekanteelde bakstenen muren met ijzeren hekwerk en een gekanteelde spitsboogpoort.

Het park is deels afgesloten door een bakstenen kasteelmuur, namelijk ter hoogte van het Schelderodeplein tot achter de tuin van Schelderodeplein 5, aan het kerkhof en deels achter de pastorie. De vrij dikke bakstenen kasteelmuur is afgedekt door een bakstenen ezelsrug die overkraagt op een overhoekse muizentand onder een rechte baksteenlijst. In de noordwesthoek van het Schelderodeplein is de muur verhoogd tot een gekanteelde bakstenen poortgevel met toegangspoort. Het originele houtwerk vertoont op de middenstijl een vierlob met Christusmonogram "IHS" en vertoont dezelfde verfijnde detailafwerking die de kasteelarchitectuur kenmerkt. Ter hoogte van de voorgevel van de Sint-Martinuskerk verleent een gedrukt tudorboogpoortje in een poortgeveltje met steunberen toegang tot het kerkhof. Een tweede dergelijk tudorboogpoortje in de kasteelmuur op het eind van Schelderodeplein geeft toegang tot een gelijktijdig met het kasteel gebouwde personeelswoning gelegen binnen het kasteelpark (Schelderodeplein 8). Het alleenstaande bakstenen huis telt één bouwlaag onder snijdende steile zadeldaken (mechanische pannen) tussen tuitgevels met aandak, muurvlechtingen en schouderstukken op geprofileerde natuurstenen console. Typisch zijn de rechthoekige vensters met roodgeschilderde houten raamkozijnen en kleine roedeverdeling onder gebogen rollaagjes. De oorspronkelijke gedrukte tudorboogdeur is deels gedicht tot venster. Huidige toegangsdeur in de jongere aanbouw van het huis. Bij de personeelswoning horen een paar kleinere en jongere bijgebouwen opgericht tegen de kasteelmuur: namelijk rechts van het toegangspoortje een bakhuis (volgens kadastergegevens van 1884) en links een washuis (volgens kadastergevens van 1905).

Andere kleinere constructies in het kasteelpark ter hoogte van de kerk omvatten een serre in de rechthoekige ommuurde moestuin, deels tevens scheidingsmuur met het kerkhof en de pastorietuin; voorts twee lage bakstenen paviljoentjes met schilddak waarvan één naast het poortje dat toegang verleent tot het kerkhof.

Een tweede toegang tot het kasteelpark is ten oosten, aan de Gaversesteenweg gelegen en wordt gevormd door een rode beukendreef achter het inspringend hekwerk dat aan deze zijde het park afsluit. Volgens archiefgegevens van het kadaster is deze dreef pas in 1903 bij een mutatie geregistreerd. Voor het huidige toegangshek is de oude afsluiting van de parkingang bewaard gebleven: een laag ijzeren hek met ingeschreven vierpas aan twee hardstenen postamenten met leeuwenbeeld, elk voorzien van een verschillend wapenschild.

Park

Het park werd aangelegd in landschappelijke stijl en dit volgens de mode en stijlkenmerken typerend voor de tweede helft van de 19de eeuw. Het kasteel werd hoog ingeplant op de steilrand van de Scheldevallei met zicht op het aanpalende landschap "de Scheldemeersen". Vanuit het kasteel werden twee brede vista's (zichten) ontworpen, geflankeerd door parkbossen met boom- en struikaanplantingen. Eén vista dwarst de Scheldevallei en is gericht op de dorpskern van Zevergem, de tweede vista is georiënteerd op het kasteel van Zwijnaarde met een zicht die in de Scheldevallei verloopt. De steilrand van de Scheldevallei geeft aan dit laatste zicht een sterke visuele geleiding.

De ontworpen architectuur penetreert via deze zichten tot diep in het landschap en de hierdoor ontstane visuele relatie maken kasteeldomein en Scheldemeersen als het ware tot een eenheid.

De vijverpartij is gelegen beneden de steilrand en ligt in het parkgedeelte dat werd aangelegd op de valleigronden. De vijver heeft een lang uitgerekte, smalle en bochtige vorm (serpentinevorm) met eiland en is als imitatie van een meanderende rivier ontworpen. De Melsenbeek vormt de grens tussen het park en de Scheldemeersen.

Met uitzondering van enkele solitaire bomen staan alle beplantingen in functie van het begeleiden van de voornoemde zichten, zo ook het bosje ten noordoosten van het domein dat op de steilrand werd ingeplant als perspectiefbegeleider van het zicht op Zwijnaarde.


Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DO002136, Dorpskern Schelderode.
Auteurs:  Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein Schelderode [online], https://id.erfgoed.net/teksten/174310 (geraadpleegd op ).