Moere van Meetkerke met overgang naar zandstreek

Tekst van Meetkerkse Moeren, poldergebied rond Houtave en overgang naar de zandstreek (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300512)

Deze ankerplaats ligt in de gemeenten Brugge, Zuienkerke (grootste deel) en Jabbeke (zuidwestelijke hoek). De spoorlijn Brugge-Oostende vormt de zuidelijke grens, de N31 Sint-Andries (Brugge)-Zeebrugge de oostelijke, de N9 Brugge-Wenduine de noordelijke en de weg van Nieuwege naar Houtave langs het Oosternieuwegezwin de westelijke.

Het Kanaal Gent-Oostende komt ongeveer overeen met de fysische grenslijn tussen de polderstreek ten noorden en de zandstreek ten zuiden ervan. De (Oudland)polder wordt gekenmerkt door zijn lage ligging en vertoont een landschappelijk verschil naargelang de hoogteligging. Het landschap wordt er gestructureerd door geleden, zwinnen en vaarten. In het laagst gelegen gebied (ten noorden van het kanaal, ten zuiden van Meetkerke en ten westen van de Blankenbergse Vaart) werd tijdens de middeleeuwen veen ontgonnen waardoor pleistoceen zand zeer dicht aan de oppervlakte ligt. Momenteel zijn de sporen van deze veenontginning nog te herkennen in het landschap. De lange smalle repelpercelen getuigen van de grootschaligheid en de systematiek van de middeleeuwse veenontginning in dit gebied. Dit perceelspatroon wordt geaccentueerd door perceelsrandbegroeiing zoals hagen, knotbomen, houtkanten,.... Het microreliëf van sommige percelen is vermoedelijk te wijten aan de uitgraving van het veen. Het graslandgebruik (zowel wei- als hooiland) is gebonden aan de zeer natte condities. Tussen de percelen lopen talrijke grachtjes en sloten waar rietvegetatie in voorkomt. Soms zijn er ook ontwateringslaantjes aanwezig met rietvegetatie erin.

De weinige bebouwing in dit gebied bevindt zich aan de overgang van de Lage Moere naar het omringende hogere deel. Door de aanwezigheid en de veelheid van perceelsrandbegroeiing heeft men hier een half open landschap. In de Lage Moere ligt nog een eendenkooi die een belangrijk cultuurhistorisch element vormt. De westelijke helft van deze ankerplaats is eveneens ontveend maar het holoceen veenpakket was hier niet zo dik waardoor er een aanzienlijk hoogteverschil met de Lage Moere is. De holocene polderafzettingen rond Meetkerke bevatten geen of nauwelijks veen waardoor het bodemoppervlak niet verlaagd werd door veenontginning. In de gebieden ten noorden en ten westen van de eigenlijke Lage Moere komt weiland én akkerland voor. Vlakbij het kanaal en aansluitend bij de Lage Moere liggen nog enkele typische repelpercelen, maar doorgaans zijn de percelen hier veel groter en vertonen niet de smalle en langwerpige vorm. Grachtjes en sloten waarin rietvegetatie staat, zijn ook hier alom aanwezig. Door de afwezigheid van perceelsrandbegroeiing heeft men hier te maken met een open landschap. Het verschil in openheid van het landschap accentueert de hoogteligging. Deze polder is zeer waardevol aan flora (vochtminnende vegetatie) en fauna (weide- en watervogels).

De meeste wegen lopen op de hoger gelegen kreekruggronden en dragen door hun geringe breedte en de onverharde toestand van het wegdek bij aan de esthetische waarde van het gebied. De Blankenbergse Vaart is zeer belangrijk voor dit gebied aangezien deze voor de afwatering van het gehele gebied zorgt. Vroeger werd de Lage Moere immers bemaald, aanvankelijk door houten poldermolens, in 1811 vervangen door een stenen windmolen met scheprad en, circa 1868, aangevuld door een pompgemaal, aanvankelijk aangedreven op stoomkracht, later met dieselmotor. Het opgepompte water werd via het Moerzwin naar de Blankenbergse Vaart afgevoerd. De molen is zeer opvallend in dit vlakke gebied en is naar functie (bemaling) een vrij uniek landschapselement. Ook het pomphuis bij het Moerzwin is bewaard.

In dit uitgestrekte en vrij open gebied komen verspreid enkele hoeven voor waarrond vaak opgaande bomen staan. De bebouwing van Meetkerke is nog vrij goed bewaard en de kerk is nog sterk zichtbepalend. De romp van de kerktoren is gebouwd in veldsteen wat een restant vormt van het Romaans kerkje. De pastorie met een ommuurde tuin is eveneens nog zeer waardevol. De kasseibaan vlakbij Meetkerke draagt bij aan het cultuurhistorisch karakter van dit polderdorpje. Het Kanaal Gent-Oostende wordt door een opgaande bomenrij visueel benadrukt in het landschap. Ten zuiden ervan begint de zandstreek en ligt de dekzandrug van Gistel-Maldegem-Stekene-Verrebroek. De bodemkundige grenslijn verloopt van het kanaal in de oostelijke zijde van de ankerplaats (rond Hoeve Ter Zale) naar de spoorlijn in de zuidwestelijke uithoek van de ankerplaats. Ten noorden van deze grens (en ten zuiden van het kanaal) zijn de polderafzettingen van nature zeer dun en ligt het pleistoceen zand zeer ondiep.

Het landschap draagt er nog de kenmerken van de polders, namelijk overwegend graslandgebruik, onregelmatige percelering en een open landschap. De zandige ondergrond zorgt voor een betere natuurlijke drainage en, in combinatie met de hogere ligging, zijn deze gronden veel droger en bijgevolg geschikter voor akkerland. Zand kan echter moeilijk voedingsstoffen in de bodem vasthouden waardoor het eerder voedselarme gronden zijn. Eertijds noemde men dit gebied het Noordveld vanwege het voorkomen van veldgebied op deze minder goede landbouwgronden. Een gedeelte wordt momenteel wel als akker- of weiland gebruikt met verspreid enkele bosperceeltjes van naald- en/of loofbos. Ook elders in Vlaanderen kan men de overgang van polder naar zandstreek herkennen aan het meer gesloten landschap. De landbouwpercelen zijn lang en smal en hebben soms nog perceelsrandbegroeiing. Het percelerings- en wegenpatroon wordt gestructureerd door de oost-west gerichte overgang: de lange zijde van de percelen volgens noord-zuidrichting, de wegen oost-west of noord-zuid gericht, soms geaccentueerd door dreven. De bebouwingsdichtheid is er aanzienlijk groter dan in de polders door de stabiele zandige ondergrond en door de drogere condities. De meeste hoeves en kastelen gaan terug op oude leengoederen en heerlijkheden. Het Goed van Bloemendale wordt vermeld op de kaart van Pourbus (1569) en bestaat uit een kasteel en bijhorende nutsgebouwen. Aansluitend ligt een park met een U-vormige gracht erin. Kasteel Ter Lucht wordt in een document van 1577 voor het eerst vermeld als leengoed. Het huidige kasteel is opgetrokken in neo-renaissancestijl. De westkant echter niet, want die vormt een restant van het 16de-eeuwse gebouw. Vlakbij liggen nog enkele landgoederen en nutsgebouwen, evenals het kapelletje van Onze-Lieve-Vrouw van 't Boompje. Het park in landschappelijke stijl vormt de omkadering van het kasteel en herbergt een rijkdom aan flora. Hoeve Ter Zale en Hoeve Ter Mere vormen historische hoeves die gaaf bewaard zijn gebleven. De hoeves en kastelen hebben vaak een toegangsdreef omdat ze een eind van de weg liggen. De zandstreek kent dus een meer gesloten landschap door de verspreide bospercelen, door de bomenrijen, dreven en perceelsrandbegroeiing. Het ganse gebied heeft een hoge esthetische kwaliteit omwille van de weidse panoramische zichten in vele richtingen. Het ziekenhuis Sint-Jan, een hoogspanningsleiding, een watergebonden bouwbedrijf en enkele windturbines doen afbreuk aan de esthetische waarde.

  • Heraldische kaart van het Brugse Vrije door Pieter Pourbus, 1571, gekopieerd door Pieter Claeissens jr. 1601, facsimile-uitgave, Universitaire Pers, Leuven, 60.
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven in 1846-1854, schaal 1:20.000.

Bron: Ankerplaats 'Moere van Meetkerke met overgang naar zandstreek'. Landschapsatlas, A30006, Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Meetkerkse Moeren, poldergebied rond Houtave en overgang naar de zandstreek [online], https://id.erfgoed.net/teksten/172787 (geraadpleegd op ).