Parochiekerk Sint-Aldegondis

Tekst van Parochiekerk Heilige Maria Magdalena (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/43417)

Op een heuvel, geheel het dorp dominerend, bevindt zich de Heilige Maria Magdalenakerk (voormalige Sint-Aldegondiskerk), in twee belangrijke bouwfases in 1659 en 1760 opgericht. De kerk gaat mogelijk terug op een houten kapel uit de 10de of 11de eeuw.

Het bak- en natuurstenen volume met leien dak is samengesteld uit een ingebouwde westertoren met flankerende annexen, een beuk van drie traveeën, een op een blinde, polygonale apsis uitlopend diep koor en een hoge sacristie aan de oostzijde.

De sacristie en koor in laatgotische stijl werden in 1659 gebouwd tijdens het abbatiaat van Winand de la Margelle (1642-1664). Het koor op kalkzandstenen plint wordt gestut door steunberen en opengewerkt door telkens drie rondboogvormige vensteropeningen in een omlijsting met alternerend gebruik van bak- en natuurstenen. De drukke ritmering met speklagen wordt terug opgenomen in de twee bouwlagen tellende sacristie. Deze is opgetrokken in traditionele bak- en zandsteenstijl met trapgevel en kruisvensters.

Schip en westtoren werden een eeuw later in 1760 opgericht onder abt Louis-Ernest de Leefdaal (1743-1766), die ook de abdijhoeve geheel liet verbouwen. De eenvoudige, overwegend in baksteen opgetrokken beuk op kwartsieten plint wordt geritmeerd door vlakke pilasters en hoge rondboogvensters. De muren vertonen sporen van een rode beschildering. De massieve, gedrongen westtoren is opengewerkt met een arduinen portiek: een rondboogvormige deuropening draagt een zware vooruitspringende, trapeziumvormige sluitsteen en geprofileerde imposten, gevat in een rechthoekige omlijsting, waarboven een geprofileerd boogfronton met centraal het abtswapen. De lage annexen onder lessenaarsdak krijgen licht via een lateraal geplaatst venstertje in een arduinen steekboogomlijsting.

Ook in het interieur zijn de twee bouwfases duidelijk afleesbaar. Het koor is overwelfd met kruisribgewelven op kraagstenen, met het abtswapen op één van de gewelfsleutels. De beukruimte wordt geritmeerd door muurpilasters die de gordelbogen van het gewelf dragen. De kerkvloer bestaat overwegend uit zwarte natuurstenen tegels. Langs de zijwanden is een oudere strook wit-zwarte tegels bewaard. Het westportaal bezit een fraaie Louis XV-binnendeur uit het derde kwart van de 18de eeuw.

Mobilair
  • Portiekaltaar bekroond met kruis. In het fronton een wapenschild van Winand de la Margelle, abt van Sint-Gertrudis te Leuven, in het portiek een altaarstuk voorstellend Golgotha, op de tabernakeldeur in reliëf Lam met kruis en wimpel, op de altaartafel Jezusmonogram, gemaakt in opdracht van abt de la Margelle, midden van de 17de eeuw. Altaarstuk uit 1767, tabernakel en altaartafel uit het midden van de 20ste eeuw, gemarmerd hout, tabernakel in geelkoper, altaartafel in marmer.
  • Twee biechtstoelen, uit de eerste helft van de 19de eeuw, eik.
  • Doksaal uit het einde van de 18de – begin 19de eeuw, eik.
  • Doopvont, 16-17de eeuw, hardsteen met koperen banden en houten deksel, voet vernieuwd(?).
  • Orgel, kast uit het einde van de 18de – begin 19de eeuw, eik.
  • Koorzitmeubel, zetel gedateerd 1641, tweede helft 19de eeuw (?), neobarok (?), eik met leder bekleed, afmetingen zetel 93,5 centimeter bij 64 centimeter, twee stoelen.
  • Schilderijen:
    • Sint-Anna-ten-Drieën met schenkster, vrouwelijke kloosterlinge en latere eigenaar, pastoor Johannes Fredericus van Brackell, begin 15de eeuw, Keuls-Rijnlandse invloed, eigenaar met wapenschild bijgeschilderd in 1722 (volgens opschrift), sterk gerestaureerd in de 20ste eeuw, paneel, hoogte 150 centimeter bij breedte 101 centimeter (doksaal).
    • Portret van een geestelijke (?), met bovenaan links wapenschild, tweede helft 17de eeuw, doek, hoogte 70 centimeter bij breedte 60 centimeter (sacristie).
    • Sint-Aldegondis als kloosterzuster. Achterzijde biddende engel (17de eeuw?) (koor).
  • Sculpturen:
    • Beeld door omgeving van Hiëronymus du Quesnoy de Jonge van Brussel, Heilige Maria Magdalena in de Woestijn met wapenschild van Winand de la Margelle, abt van Sint-Gertrudis te Leuven, afkomstig van Hoofdaltaar, midden van de 17de eeuw, marmer, lengte 172 centimeter.
    • Fragment, masker, afkomstig van doopvont, 12de eeuw, hardsteen, hoogte 27 centimeter, gemetseld tegen muur achter hoofdaltaar.
    • Beeld, Christuskind met kruis (?) zittend op wolken met engelenkopjes, 17de eeuw, marmer, hoogte circa 60 centimeter.
    • Beeld, Onze-Lieve-Vrouw met Kind, 17de eeuw, beschadiging door omvorming tot gekleed beeld, gepolychromeerd hout, hoogte 75 centimeter.
    • Beeld, Jezus aan het kruis, tweede helft 19de eeuw, gepolychromeerd hout, hoogte circa 130 centimeter.
  • Wijwatervat, 18de eeuw (?), beschilderde hardsteen, hoogte 21,5 centimeter.
  • Wijwatervat, 18de eeuw (?), beschilderde hardsteen, hoogte 17 centimeter.

Het orgel valt op door zijn kenmerkende stijl, die niet de gebruikelijke stijl is van de Brabantse orgelmakerij. Er is meer bepaald een Duitse of Hollands-Duitse bouwwijze te bemerken in dit instrument dat dateert uit de eerste helft van de 19de eeuw. De viervoetsorgelkast valt op zijn beurt op door haar zelden voorkomende zuivere classicistische stijl.

Kerkhofmuur en trappen

De kerk is omringd door het kerkhof waarvan de ommuring vrij recent volledig werd vernieuwd. Bij die gelegenheid werd ook de toegang tot de kerk verlegd naar de zuidkant. Zoals duidelijk blijkt uit oude foto’s lag de oorspronkelijke toegang aan de westkant. Hier bevond zich een door arduinen pilasters geflankeerd steile trap met ijzeren leuning die rechtstreeks aansloot op het kerkportaal. Deze trap bleef in situ bewaard, maar is aan het oog onttrokken door grondophopingen.

Op het kerkhof zijn naast een aantal ijzeren grafkruisen twee merkwaardige arduinen grafkruisen bewaard: namelijk dat van Lambert Everaert (+1630) tegen de noordmuur van het koor en dat van Jan Lowet (+1767), zijn echtgenote Maria Vrancken (+1754) en Deo-Datus Van Herck (+1749), vlak in de buurt op de grond liggend. Twee anderen grafkruisen van hetzelfde type (conform inventaris Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium) zouden bij nivelleringswerken onder aarde zijn bedolven.

  • Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, dossiernummer DB000793, Sint-Aldegondiskerk (te Neerlanden), Beschermingsdossier (PAESMANS G., 1994).
  • Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, dossiernummer DB000639, M. Magdalenakerk, Klasseringsvoorstel m.b.t. historische kerkorgels in het arrondissement Leuven.
  • Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 3481 Sint-Aldegondiskerk.
  • S.N. 1980: Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Brabant. Kanton Landen, Brussel.
  • FAUCONNIER A. & ROOSE P. 1977: Het historisch orgel in Vlaanderen, deel II b, Brabant - arron. Leuven, Brussel, 293-295.
  • JACOBS A. 1980: L’abbye noble de Sainte Gertrude à Louvain depuis son origine jusqu’à sa suppression, Leuven.

Auteurs:  Roose, Patrick; Fauconnier, Antoine; Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Heilige Maria Magdalena [online], https://id.erfgoed.net/teksten/171547 (geraadpleegd op ).