Stadswoningen

Tekst van Eenheidsbebouwing van neoclassicistische burgerhuizen (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6226)

Reeks van veertien burgerhuizen, die tussen circa 1830 en 1850 tot stand is gekomen als een eenheidsbebouwing in neoclassicistische stijl. Volgens de gegevens van het kadaster bestonden de huizen nummers 2, 4 en 6 reeds in 1835-1837 (oprichting kadaster). De nummers 8, 10, 12 en 14 komen voor in 1848, de nummers 16 tot en met 24 in 1852.

Hoewel in verschillende bouwcampagnes tot stand gekomen was deze huizenrij opgezet als een eenheidsbebouwing, waarbij de oorspronkelijke ordonnantie steeds gerespecteerd werd. Zij werden gekenmerkt door bepleisterde en beschilderde lijstgevels van drie bouwlagen onder doorlopende zadeldaken. De uniforme, heden nog intact bewaarde gevelwand wordt geritmeerd door de steeds gelijke travee-indeling met hoge rechthoekige vensters en deuren. Het uitzicht als eenheidsbebouwing wordt nog versterkt door de doorlopende kroonlijsten en dorpels en door de gelijke ordonnantie van het overal nog oorspronkelijk bewaard gevelschrijnwerk: hoge vleugelramen verticaal verdeeld in vier onderverdelingen, luiken op het gelijkvloers en paneeldeuren met bovenlichten, waarin een ijzeren roedeverdeling is aangebracht.

De twee middelste gevels, nummers 16 en 18, zijn iets drukker uitgewerkt met een geblokte begane grond, consoles onder de lekdrempels van de derde bouwlaag en een architraaf onderbroken door rozetten.

De alternering van enkelhuis- en dubbelhuisopstand, respectievelijk drie en vier traveeën, correspondeert bij de nummers 8 tot en met 22 bovendien met een opmerkelijke plattegrond, waarbij het trappenhuis van elke woning steeds uitgespaard is in de aanpalende woning en omgekeerd.

Ook de achtergevels, eveneens bepleisterde en beschilderde lijstgevels met hoge rechthoekige ramen, gelijke travee-indeling en doorlopende kroonlijsten, bewaren eveneens nog een bijzonder authentiek karakter, nog steeds gevrijwaard van enig aanbouwsel. Bijzonder aantrekkelijk, en tevens uniek op deze centrale ligging in de stad zijn de bewaarde tuinen, van elkaar gescheiden veelal door hagen.

Evenals de gevels getuigen ook de interieurs van een voorname soberheid, een intelligente indeling en een duurzaam materiaalgebruik. In haast alle huizen zijn deze elementen bewaard gebleven: zwart- en witmarmeren vloer in de gang, plankenvloeren in de overige kamers, eenvoudige stucplafonds en marmeren schouwen. Ook het oorspronkelijke schrijnwerk van de binnendeuren, trappen en ingemaakte kasten is haast overal bewaard gebleven.

  • Onroerend Erfgoed Antwerpen, beschermingsdossier DA000837, Tabakvest, (MANDERYCK M., 1994).

Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Eenheidsbebouwing van neoclassicistische burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/169266 (geraadpleegd op ).