Tuinwijk Nieuwstad

Tekst van Tuinwijk Nieuwstad (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/125372)

Kleine tuinwijk zogenaamd "Nieuwstad" naar ontwerp van architecten De Wit, G. Hobe (Brussel) en C. Van Elslande (Veurne) van 1921; gelegen aan de zuidzijde van de Brugse steenweg. Omvat nummers 74-206 van de Brugse steenweg met twee op korte afstand van elkaar gelegen aansluitingen, respectievelijk half ovaal en halfrond, van G. Hobelaan (nummers 1-45 en 2-80) en Feyslaan (1-29 en 2-30). Ontstaan te kaderen in de sociaal-functionele aanpak van het huisvestingsprobleem na de Eerste Wereldoorlog onder impuls van het nieuwe tuinwijkprincipe van de modernisten; toegepast buiten de oude stadskern als tegenpool van de historiserende wederopbouwarchitectuur van laatstgenoemde. Echter tweeslachtige oplossing voornamelijk door bouwtrant aansluitend bij de "regionale" baksteenbouwtraditie in plaats van bij de radicalere modernistische esthetiek; ook voornamelijk formalistisch geïnspireerde schikking van enkele woningtypes.

Tuinwijkconcept: losse blokken van aaneengekoppelde woningen met voor-, achter- en zijtuintjes; doorgaans breedhuizen met twee hoofdtypen voornamelijk met betrekking tot hoogteverschil. Type I met één bouwlaag onder zadeldak en type II met twee bouwlagen onder zadel- of schilddak (type IIc) (nok parallel aan de straat, mechanische pannen); doorgaans enkelhuizen van twee traveeën met spiegelbeeldschema. Eenvoudige eclectische bouwtrant als variante op de "regionale" plattelandsarchitectuur uit de 17de-18de eeuw. Baksteenbouw. Gevelaflijning door middel van muizentand. Licht getoogde vensters met bakstenen afzaat. Rondboogdeuren. Houtwerk aansluitend bij de regionale kozijnconstructie zie kruiskozijnen met schuiframen, kleine roedeverdeling en beluikt benedenvak; gebogen deurtussendorpels met gestrekte uiteinden. Zijtuitgevels met aandak en muurvlechtingen; analoge zijpuntgevels met blinde oculus of radvormig pseudo-uilengat in de geveltop (type IIb).

Type I: Brugse steenweg (nummers 188-190, 192-198, 200-206). Drie losse en naast elkaar gelegen woonblokken van één bouwlaag (nok parallel aan de straat); twee of zes gekoppelde woningen; deels manke bedaking ten gevolge kleine uitbouwen van achtergevels. Lijstgevels met verhoogde venstertravee: dakvenster met schoudergeveltje en muurvlechtingen; rondboogvenster met kleine roedeverdeling.

Type II a: Brugse steenweg (nummers 106-110, 148-150) en Feyslaan. Losse woonblokken van twee bouwlagen (nok parallel aan de straat); dubbelhuizen aan Brugse steenweg. Lijstgevels met bakstenen ruitmotief op bovenpenant. Feyslaan, nummers 29, 30: variante op dit type. Twee gekoppelde dubbelhuizen van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel aan de straat). Puntvormig verhoogde middentravee met blinde oculus.

Type II b: Brugse steenweg (nummers 74-82. 84-92, 124-130, 132-138). Huisgroeperingen met vier woningen; respectievelijk links en rechts van G. Hobélaan, en links en rechts van Feyslaan. Hoekhuizen respectievelijk met afgeschuinde hoek- en deurtravee onder geprofileerde overstek, tussen lage steunberen; zijingang onder luifel.

Type II c: Brugse steenweg (nummers 94-100, 116-122, 140-146) en G. Hobélaan. Groepen van drie à vijf gekoppelde woningen onder zadel- (Brugse steenweg) of schilddak (G. Hobélaan) (nok parallel aan de straat). Hoekhuizen met zijingang onder luifel. Getrapte haakse tuinmuurtjes in G. Hobélaan.

Type II d: Brugse steenweg (nummers 102-104, 112-114). Gekoppelde diephuizen onder zadeldak; een puntgevel met schouderstukken.

  • SMETS M. 1977: De ontwikkeling van de tuinwijkgedachte in België. Een overzicht van de belgische volkswoningbouw in de periode 1830 tot 1930, Brussel-Luik, 122-124.

Bron: DELEPIERE A.-M. & LION M. met medewerking van HUYS M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Veurne, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 8n, Brussel - Gent.
Auteurs:  Delepiere, Anne Marie; Lion, Mimi
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Tuinwijk Nieuwstad [online], https://id.erfgoed.net/teksten/16666 (geraadpleegd op ).