Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Geboorte

Tekst van Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Geboorte met kerkhof (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/14243)

Pseudo-basiliek uit de 15de eeuw met een mogelijke kern uit de 13de eeuw. In de 18de eeuw werd het rococo tongewelf aangebracht en het hoofdaltaar aangekocht. De kerk werd in 1972 gesloten en ontwijd.

Historiek

Gillis van Attenhoven, die reeds gestart was met het inpolderen van het laagland naast de Schelde, kreeg in 1248 van de bisschop van Luik het tienderecht en de toestemming om één of meer parochiekerken te stichten op de nieuw veroverde (ingedijkte) gronden. Hij maakte van Ettenhoven een zelfstandige parochie en heerlijkheid, voor het eerst vermeld in 1297. 1248 wordt niet enkel beschouwd als de stichtingsdatum van de parochie Ettenhoven, maar ook van de parochiekerk.

Historische gegevens over de kerk klimmen slechts op tot de 16de eeuw. Nochtans kreeg het gebedshuis zijn huidige vorm tussen de 13de en de 16de eeuw. Westtoren, driebeukig schip, transept en polygonaal koor, dateren uit deze periode. Met uitzondering van de sacristie, reeds vermeld in 1610 maar heropgebouwd in 1835, dateren de bijgebouwen uit de 19de eeuw.

De kerk had zwaar te lijden tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648): er waren plunderingen, waterschade ten gevolge van het doorsteken van de dijken en het gebruik van de kerk als toevluchtsoord voor de bevolking. Natuurlijke overstromingen en stormen brachten tijdens de 17de en de 18de eeuw eveneens veel schade toe.

Het gebouw werd met stro gedekt in 1610. Omstreeks 1611-14 werd de sacristie hersteld, de toren gedekt (bleef nochtans erg gehavend) en werden de school en de pastorie op het kerkhof gebouwd. Toren en kerk werden opnieuw hersteld in 1618. Om bevolking en vee te beschermen werd de kerk circa 1623 met een hoge aarden wal versterkt. In 1680 of 1682 werd de kerk nogmaals geteisterd door een breuk van de Ettenhovense dijk. Het koor werd van een dak voorzien in 1683 of 1685, toren en schip werden hersteld in 1684 en hoogaltaar werd vervangen in 1685.

Het interieur van de kerk veranderde ingrijpend in de 18de eeuw. Het rococotongewelf werd in deze periode aangebracht en in 1790 werd het huidig hoofdaltaar aangekocht. Het betreft een rococoaltaar uit het derde kwart van de 18de eeuw afkomstig van de kapel van het Engelse theresianenklooster te Antwerpen, afgeschaft door Jozef II. Verder werd de nog niet voltooide spits in 1727 vernield en werd de toren hersteld omstreeks 1759.

De huidige bevloering van schip en koor geschiedde in 1827-28. In 1832 werd het orgel van de kerk van Broechem aangekocht en in 1833 werd de toren opnieuw hersteld. De zuidelijke sacristie werd afgebroken en vervangen in 1835, hetgeen wordt aangegeven door de inscriptie op de latei. Een aantal vensters werd vervangen tussen 1837 en 1841. De bergplaats aan de noordzijde van de toren dateert van 1843. De torenspits werd vervangen in 1844. Het werk voor de noordelijke sacristie naar ontwerp van E. Gife werd aanbesteed op 27 juni 1867. De zijaltaren en het orgel werden vernieuwd in 1872. In 1879 en in 1898 vonden respectievelijk herstellingen plaats aan bedaking en torendak.

Bij de storm van 6 november 1921 werden schaliën, glasramen en gewelven beschadigd. Het jaar erop werden ze reeds hersteld. De schaliën werden opnieuw afgerukt bij de storm van 11 maart 1926. De torenspits werd hersteld in 1937 naar ontwerp van J. Sel. Herstel van de oorlogsschade aan bedaking, gewelven, glasramen werd uitgevoerd in 1946.

Sinds 1972 is de kerk buiten gebruik gesteld en ontwijd door de bouw van een nieuwe parochiekerk, meer in het centrum van de gemeente. Daarna trad een periode van verval in. Vanaf 1996 werd gestart met de renovatie van de kerk. Bij die restauratie werd in het schip en de zijbeuken het kruisribgewelf met zijn geprofileerde balken blootgelegd. Tegenwoordig vinden er culturele activiteiten plaats en verwijst men naar de kerk als 'Kerk Attenhoven', naar de oprichter.

Beschrijving

De plattegrond van de kerk ontvouwt een vierkante, tussen zijkapel en bergplaats uit het tweede kwart van de 19de eeuw gevatte, westtoren. De toren is het oudste gedeelte van de kerk en kan nog gedeeltelijk dateren uit de tweede helft van de 13de eeuw. Verder bestaat het grondplan uit een driebeukig schip van drie traveeën uit de 15de eeuw, een transept van een travee met vlakke sluiting uit de 15de eeuw, een koor van twee traveeën met driezijdige sluiting uit de 15de eeuw en een vierkante sacristie aan de zuidgevel en een bergplaats aan de noordgevel, uit het tweede kwart van de 19de eeuw. Er werd gebruik gemaakt van witte Ledesteen voor de westtoren. Het schip, transept en koor zijn opgebouwd uit gekalkte baksteen en de sacristieën uit baksteen.

De vierkante westtoren telt vijf geledingen onder een geknikt, leien tentdak. De overhoekse steunberen reiken tot de vierde geleding. De korfboogdeur zit onder een waterlijst uitlopend op gesculpteerde kopjes. Verder bevat de toren een spitsboogvenster en spitsbogige galmgaten met waterlijsten.

Schip, transept en koor zitten onder leien zadeldaken. De travee-indeling wordt benadrukt door middel van steunberen verstevigd met zandsteen. Ook hier zitten spitsboogvensters, gedicht bij de koorsluiting met geprofileerde negblokken en voorzien van kordonvormende druiplijsten.

De vierkante sacristie en bergplaats zitten onder een aanleunend tentdak en hebben rechthoekige getraliede vensters in een vlakke omlijsting van arduin. Een geprofileerde en bepleisterde kroonlijst sluit de gevel bovenaan af.

Interieur

Het interieur laat zich opmerken door het driebeukig pseudo-basilikaal schip en de spitsbogige scheibogen op zuilen van witte natuursteen uit 15de- of 16de eeuw met polygonale sokkel en achthoekig bladkapiteel van arduin. Het bepleisterd tongewelf dateert uit de 18de eeuw met siergordelbogen uitlopend op rococo-consoles en sierkruisribben met omlopende kroonlijst. Transept en koor met hebben een gelijkaardig tongewelf uit de 18de eeuw en de zijbeuken zijn voorzien van bepleisterde klimmende gewelven.

Het mobilair omvat onder andere: een hoogaltaar van gemarmerd hout in rococostijl uit het derde kwart van de 18de eeuw, afkomstig uit de kapel van de Engelse theresianenzusters te Antwerpen; zijaltaren van gemarmerd hout in neobarokstijl uit het derde kwart van de 19de eeuw en een preekstoel van eik gedateerd 1753, sterk beschadigd na de diefstal van de medaillons.

De kerk wordt deels omringd door een gedeeltelijk omheind of omhaagd kerkhof. De omheining wordt gevormd door een metalen hek op een laag bakstenen muurtje.

  • Archief Onroerend Erfgoed Antwerpen, DA000275, Onze-Lieve-Vrouwekerk, beschermingsdossier (W. Aerts, s.d.)

Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Wylleman, Linda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Geboorte met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/163550 (geraadpleegd op ).