Kastelensite Zwijnaarde (landschapsatlas 2001)

Tekst van Kastelensite Zwijnaarde (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135238)

De kastelensite van Zwijnaarde bestaat uit een ensemble van de kastelen Reivissche, Predikherenhof, Nieuwgoed, Puttenhove en Hoedje met hun bijhorende parken en het park van de Ghellinck d’Elsegem. Aan de zuidwestelijke periferie van Gent en meer bepaald tussen de sterk verstedelijkte agglomeraties van Zwijnaarde en Sint-Denijs-Westrem, bevindt zich een gebied waarvan de historisch gegroeide trekken vrij goed bewaard zijn gebleven.

Fysisch-landschappelijk betreft het een dekzandgebied dat deel uitmaakt van de door pleistocene sedimenten opgevulde “Vlaamse Vallei”. Het valt grotendeels samen met een lichte depressie in het microreliëf waarvan het laagste gedeelte ingenomen wordt door slibhoudende zandgronden. De waterafvoer was oorspronkelijk gebrekkig ; het tracé van de Scheibeek, die nu voor de afwatering van de depressie zorgt, toont aan dat deze beek volledig kunstmatig is aangelegd.

Historisch- landschappelijk sluit het beschouwde gebied aan bij het “Scheldeveld”. Het betreft een areaal dat tijdens de grote middeleeuwse ontginningsperiode niet tot landbouwland kon worden omgezet, maar daarentegen in hoofdzaak voor begrazing werd gebruikt. Tijdens de eindfase van de middeleeuwse ontginningen (13de eeuw) werden hier en daar pogingen ondernomen om de gronden in cultuur te brengen. De Gentse Sint-Pietersabdij heeft als een van de voornaamste eigenaars hierbij een belangrijke rol gespeeld. Het marginaal karakter van de zandgronden was ongetwijfeld een van de oorzaken die tot een mislukking van veel van deze ontginningen hebben geleid.

Het gebied van Reivissche en omgeving draagt de sporen van dergelijke laat- middeleeuwse ontginningen. Het site van Reivissche zelf, samen met Puttenhove, Predikherenhof en zelfs Nieuwgoed zijn vermoedelijk ontwikkeld uit laat-middeleeuwse ontginningshoeven die later tot lusthof of buitengoed van stedelingen werden uitgebouwd. De imposante walgracht van Reivissche moet als statussymbool worden gezien en is typerend voor laat-middeleeuwse ontginningshoeven. In tegenstelling tot het meer centrale gedeelte van het Scheldeveld (nu Nazareth) is hier niet tot een systematische aanplanting van bos overgegaan in de 18de eeuw. Slechts enkele percelen zijn bebost geworden zoals dit blijkt uit de Ferrariskaart. Het agrarisch landschap is dit van een “bulken”-gebied, d.w.z. een door knotwilgenrijen gesloten landbouwgebied waarvan de percelen werden bewerkt in het kader van het wissel- of koppelstelsel; dit betekent dat een perceel na een aantal jaren te zijn bezaaid werd omgezet in grasland. Om tijdens de grasjaren het vee binnen de percelen te houden was een afsluiting noodzakelijk. Grachten afgezoomd met knotwilgen en vermoedelijk aangevuld met een vlechtwerk van dood hout, fungeerde als afsluiting. Op veel plaatsen zijn de knotwilgenrijen van de bulkengebieden opgeruimd door ruilverkaveling of als gevolg van schaalvergroting van de landbouw. In het beschouwde gebied zijn de knotwilgenrijen, die typerend zijn voor het bulkenlandschap, nog vrij goed bewaard. Elementen als een verlaten spoorwegtracé (Gent zuid - De Pinte) en bewoning in Engelse cottagestijl (villa la Closerie) verhogen de historische informatiewaarde van het gebied. Het behouden kasteelpark van het in 1945 gesloopte kasteel de Ghellinck ligt in de ankerplaats, samen met de hovenierswoning en de hoeve uit het begin van de 20e eeuw.

Het kasteel “Nieuwgoed” met aanhorigheden en hoeve, zijn gelegen in een enorm domein met park, omgrachting en vijver en uitgestrekte landerijen. De straten rond het kasteel zijn ermee verbonden door een rechtlijnige dreef. Over de voorgeschiedenis van het kasteel is weinig of niets bekend. In 1715 werd het eigendom van de familie Soenens. In 1915 brandde het volledig uit. Op de grondvesten van het oude kasteel werd een nieuw gebouwd in neo-Lodewijk XVI-stijl in 1928. De architect inspireerde zich op het oorspronkelijke 18e eeuwse kasteel. De 19e eeuwse orangerie bleef bestaan. De noorddreef eindigt op een imposante empirepoort, naar verluidt zijn delen van een Gentse stadspoort afkomstig. In het centrale grasplein liggen 18de eeuwse beelden. Verder in het park bevinden zich nog romantische grotten, een ruïne van een torentje en een houten tuinpaviljoen.

Het kasteel ‘het Hoetje’, ook ‘de Klosse’ genoemd, is een volledig omgracht landhuis met een prachtige gekasseide beukendreef vanaf de steenweg. Een mooie ijzeren brug en hek heeft toegang tot het park. Het wit bepleisterde kasteeltje dateert in zijn huidige vorm van 1845 maar de kern en de site zijn veel ouder.

Het kasteel Rijvissche is een merkwaardige middeleeuwse site met behouden dubbele vierkante grachtengordel en waterkasteelje met nog deels oorspronkelijk verdedigingssysteem. Het kasteel is genaamd naar de familie Rijvissche, de oudste bekende eigenaars in de 12de-14de eeuw. Het werd ook vermeld bij de bezittingen van de Sint- Pietersabdij. De grachtengordel omsluit het voormalige neerhof in het noorden. De dienstgebouwen en hovenierswoning in het westen en het kasteel zelf in het zuidoosten, zijn op zijn beurt nog eens omgeven door een binnenwal en slechts toegankelijk via een brug met drie bogen, die vermoedelijk in de loop van de 18de eeuw gebouwd werd ter vervanging van een ophaalbrug. Opvallend is de vrij gaaf gebleven ingangspoort geflankeerd door twee ronde bakstenen verdedigingstorens daterend uit de 14de-15de eeuw. De noordelijke vleugel dateert uit de 16de eeuw en behield op de hoek een ronde toren onder afgeschuind dak. De in L-vorm aangebouwde vleugel heeft een begin 19de eeuws voorkomen en is vermoedelijk een aanpassing van een 18de eeuwse kern die binnenin nog zichtbaar is. Het zuidoostelijke deel werd in de loop van de 20ste eeuw gebouwd op de plaats van een 19e eeuwse serre. De hoeve genaamd “t’ Hof Rijvissche” , eveneens binnen de omwalling gelegen, behield een 17de eeuwse-18de eeuwse kern.

Het ‘Predikherenhof’ was oorspronkelijk een omwalde hoeve, zeker in de 18e eeuw was het een buitenplaatsje of zomerverblijf. In zijn huidige vorm werd het in 1909 gebouwd. Samen met de dienstgebouwen ligt het in een prachtig park.

Het kasteel Puttenhove is vermoedelijk een vroeg-middeleeuwse site met walgracht met afzonderlijk, in 8-vorm omgracht opper- en neerhof binnen een rechthoekige buitenwal. Van het thans nog deels omgracht kasteel gaan de archiefstukken tot de 15e eeuw terug. Volgens de overlevering verbleef Filips II er in 1549 voor hij graaf van Vlaanderen werd. Het kasteel werd door de Calvinisten in 1578 vernield. Later werd het kasteel nog enkele keren opgebouwd en vernield. Rond 1830 werd een volledig nieuw, typisch classicistisch kasteel gebouwd. De walgrachten verdwenen toen grotendeels en het park werd naar Engels model aangelegd, met ondermeer exotische bomen. Een nieuwe dreef leidde in noordwestelijke richting naar de Kortrijksesteenweg. Het vroegere neerhof bij de buitenwal met zichtbare oudere kern kreeg een schermgevel en nieuwe functie als conciërgewoning en koetshuizen.


Bron: Ankerplaats 'Kastelensite Zwijnaarde'. Landschapsatlas, A40084, Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kastelensite Zwijnaarde [online], https://id.erfgoed.net/teksten/162869 (geraadpleegd op ).