Dendervallei tussen Idegem en Ninove en het Geitebos (Landschapsatlas 2001)

Tekst van Dendervallei tussen Idegem en Ninove en het Geitebos (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135222)

In dit deel van de Dendervallei tussen Idegem en Ninove heeft de Dender rond haar oevers een vrij breed meersengebied. Ter hoogte van Zandbergen staat juist op de grens van het alluvium het kasteeldomein van de Lalaing. De grachten rond het kasteel worden gevoed door een beekje dat uit het Geitebos komt. Ten zuiden van het kasteeldomein ligt een steile helling waar dit waterloopje zich heeft ingesneden. Het Geitebos ligt op een steile helling ten zuiden van Zandbergen. Nederzettingen, zoals Grimmige, Pollare en Idegem, liggen juist buiten het alluvium. De overgang van de Dendermeersen naar de beboste steile helling is een markante terreinovergang.

Cultuurhistorie

Het Geitebos maakte ooit deel uit van het zogenaamde Kolenwoud. In de 11de tot 13de eeuw kende deze streek kleine boscomplexen die door cultuurlandschap versnipperd waren. Op vroeg 17de-eeuwse kaarten komt het bos, dat ook 'bois de Geete’ wordt genoemd, al voor (Horenbout in 1606). 18de-eeuwse archiefstukken brengen het in verband met een zandsteenuitbating (1713- 1715) en hakhoutbeheer (1734-1791). De Ferrariskaart (1771-1778) beeldt voor het eerst de grenzen van het bos nauwkeurig af. Tegen het midden van de 19de eeuw heeft het noordoosten van het gebied heel wat bos verloren, een trend die de daaropvolgende decennia doorzet. Rond 1892 bleek het areaal grasland ongeveer verdubbeld. De rooiingen tussen 1850 en 1880 troffen vooral het oostelijk gedeelte. Bepaalde stukken werden later opnieuw bebost zodat het bos in zijn huidige vorm ongeveer 44 ha beslaat. Relatief steile taluds en houtwallen duiden de oude bosgrenzen aan. Talrijke, verspreid voorkomende kleine kraters en enkele grote groeven in het oostelijk gedeelte getuigen van de zwandsteenwinning die hier vroeger voorkwam.

Op de kaart van Ferraris onderscheidt de vallei zich van de omgeving door de vele meersen, natte weilanden, gedeeltelijk met bomenrijen. In het noordelijk gedeelte, tussen Idegem en Zandbergen, komen meer perceelsrandbegroeiingen voor, maar het heeft zijn karakter van onbebouwd weilandgebied behouden. De 18de-eeuwse wegenstructuur (Grimminge-Zandbergen) is nog goed herkenbaar. Aan de Schuitstraat in Pollare ligt een vakwerkboogbrugje over de Dender. Het brugje dateert uit het begin van de 20ste eeuw, waarschijnlijk uit 1910. De Wildermolen te Appeltere- Eichem is een korenmolen, een houten staakmolen op lage teerlingen, die werd aangekocht in Elingen en in 1801 naar hier overgebracht. In 1571 was al sprake van een windmolen in Appelterre. Vermoedelijk is de huidige molen dus niet de eerste op deze plaats. Hij was tot in 1953 in bedrijf.

Het ‘Kasteel de Lalaing’ of ook wel ‘Hof van Lier’ genoemd, bevindt zich te Zandbergen, in een groot park dat tot grondgebied Denderwindeke uitloopt, op de grens van het Denderalluvium. De naam ‘Hof van Lier’ werd afgeleid van de titel gouverneur van Lier van één der vorige eigenaars. Het complex bestaat uit een kasteel met in U-vorm opgestelde dienstgebouwen, omgeven door een vierkante omwalling met twee vaste bruggen. Er zijn twee beboomde toegangsdreven met hekkens en gietijzeren zuiltjes. Het was de zetel van de heren van Zandbergen. Vanaf de 16de eeuw is het in bezit van de familie de Lalaing. Vermoedelijk stond er in de 12de eeuw een versterkt kasteel, dat opeenvolgend door de geuzen in de 16de eeuw en door de hertog van Malborough in 1708 zou worden verwoest. In de 18e eeuw verscheen een nieuw kasteel aangepast aan de toenmalige normen van betere bewoonbaarheid en opengewerkt als residentie.

Recht over het kasteel ligt de “Kasteelhoeve”, een semi-gesloten hoeve, mooi gelegen in een groen en beboomd landschap. Er loopt een beboomde dreef en er ligt een groot grasveld aan de straatzijde. De 18de-20ste-eeuwse bakstenen gebouwen zijn gegroepeerd rondom een rechthoekige aarden erf. De voormalige abdij van Beaupré ligt ten westen van Grimminge in een landelijke omgeving. Het complex is deels omwald en ommuurd. Het poortgebouw is d.m.v. een beboomde dreef met de Klakvijverstraat verbonden.

De voormalige cisterciënzenabdij was afhankelijk van de abdij van Clairvaux, gesticht door Alix Van Boelare, vrouw van Grimminge, in 1228. De eerste religieuzen kwamen uit de abdij van Kameren. In 1578, tijdens de beeldenstorm, werd het klooster verlaten. Begin 17de eeuw volgde de terugkeer en wederopbouw van de grotendeels verwoeste abdij. Tijdens de Franse aanval op Geraardsbergen waren het moeilijke tijden (17de eeuw). Het monumentale poortgebouw, het abdissenhuis en een poort bleven bewaard. Het poortgebouw werd gerestaureerd. In 1965 brandde het deels uit. Het centrum van Grimminge ligt net buiten het Denderalluvium, aan de voet van de Kakelenberg. Rond de verbreding van de hoofdstraat zijn de parochiekerk met pastorij ingeplant, het oud gemeentehuis, een semi-gesloten hoeve met recent woonhuis en bakstenen dienstgebouwen uit de 19de eeuw. De neoclassicistische kerk is opgericht in 1842-43. De oudere delen, uit de 12de eeuw daterend, werden geïntegreerd. Ook het gemeentehuis is in neoclassicistische stijl opgetrokken. De oudste delen van de kerk van Idegem dateren uit de 15de eeuw.

  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven in 1846-1854, schaal 1:20.000.
  • Kaart van België, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1928-1950, schaal 1:20.000.

Bron: Ankerplaats 'Dendervallei tussen Idegem en Ninove en het Geitebos'. Landschapsatlas, A40061, Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Dendervallei tussen Idegem en Ninove en het Geitebos [online], https://id.erfgoed.net/teksten/162796 (geraadpleegd op ).