Muziekbos-Koekamerbos (Landschapsatlas 2001)

Tekst van Muziekbos-Koekamerbos (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135217)

Dit gebied situeert zich grotendeels op grondgebied van de gemeente Ronse. De Muziekberg, ook wel Kanarieberg genoemd, is een getuigenheuvel, die behoort tot de keten getuigenheuvels van de Vlaamse Ardennen. Zoals de andere heuvels is ook deze altijd met bos bedekt geweest.

Muziekberg komt van het Keltische woord ‘muz’ wat moeras betekent, een drassig lapje grond, gelegen tussen waterloopjes. Er bestaan diverse sagen, legenden en verhalen over reuzen, dwaallichten, heksen,... die op de Muziekberg gewoond zouden hebben. Vroeger bestond het bos uit hakhout met verspreide hoogstammige bomen. Aan het einde van de 19de eeuw werd het bos als middenbos beheerd, met eik, Tamme kastanje en berk als hakhout. Op die manier kon het aan de grote vraag naar brandhout voldoen en bovendien was er ook voldoende hooghout voor werk- en bouwhout. Tot 1945 bleef het bestand uit middenhout bestaan. Vanaf dan ging de Beuk overheersen. Deze boomsoort was namelijk aangeplant na de Eerste Wereldoorlog, toen het bos praktisch geheel was leeggeplunderd, op een aantal bomen in het zuidelijke deel van het bos na. Deze laatste zijn uiteraard de oudste en zwaarste bomen, die het Muziekbos tegenwoordig rijk is. Tijdens de oorlog trachtten de Duitsers het water uit de bronnetjes van de Muziekberg te kanaliseren om op die manier de stad Ronse van drinkwater te voorzien. Overblijfselen van die gemetselde geulen treft men nog in het bos aan.

In de Vlaamse Ardennen komt een twaalftal oost-west georiënteerde heuvels voor die sterk opvallen in het reliëf, omdat ze allemaal ongeveer een hoogte van rond de 150 meter bereiken. Men noemt deze heuvels ook nog wel ‘getuigenheuvels’. Hun ijzerrijke toppen zijn beter tegen regen, en dus erosie, bestand. De Muziekberg is één van deze heuvels. Tijdens de transgressie van de Diestiaanzee, ongeveer 7 miljoen jaar geleden, werden verschillende zandbanken gevormd die allen evenwijdig met de kust lopen en een twintigtal meter boven de zeespiegel uitsteken. Toen de Diestiaanzee zich terugtrok, gebeurde dat zeer geleidelijk en kalm, zodat het patroon van de zandbanken niet verstoord werd en bleef bestaan. De geulen tussen de zandbanken werd grotendeels opgevuld, maar de zandbanken bleven nog lichtjes boven de omgeving uitsteken. De waterlopen op het nieuwe land vormden zich in de laagst gelegen stukken, dus niet op de zandbanken zelf. Naarmate de tijd vorderde sneden de waterlopen zich dieper in en kwamen de voormalige zandbanken steeds hoger boven hun omgeving te liggen. Het feit dat deze banken zo erosieresistent waren is te danken aan het glauconiet in de Diestiaanse afzettingen. Het limoniet kitte de korrels aan elkaar zodat er uiteindelijk ijzerzandsteen werd gevormd, een materiaal dat veel weerstand tegen erosie biedt. De ijzerzandsteenkap vormde als het ware een hoed, die de zandbanken tegen erosie beschermde. De depressies tussen de zandbanken bleven onder het waterpeil liggen zodat het glauconiet niet werd omgezet en dus het zand niet aan elkaar kon kitten. Erosie had dan ook vrij spel op deze stukken. De getuigenheuvels van de Vlaamse Heuvelstreek zijn dus de overblijfselen van de Diestiaanse zandbanken. In bepaalde theorieën neemt men aan dat ze op één enkele relatief lange zandbank liggen. De ligging van deze getuigenheuvels, waarvan de helft van deze heuvels zich in de Vlaamse Ardennen bevindt, kan geen toeval zijn. Vandaag zijn de rivieren al verschillende tientallen meters diep ingesneden ten opzichte van het vroegere oppervlak. Dit heeft tot gevolg dat de zandbanken op dit ogenblik als opvallende heuvels in het landschap uitsteken. Hun absolute hoogte neemt af van zuid naar noord. Langs de valleiwanden zijn er verschillende tertiaire ontsluitingen (Bartoonklei, Lediaanzand, Panesiliaanzand,... ).

De natuurlijke lokale “veldsteen” of zandsteen uit de formatie van Gent (vroeger Paniseliaan genoemd) die op de hogere heuvels in de Vlaamse Ardennen voorkomt, werd al in de Gallo-Romeinse periode als bouwmateriaal gehanteerd. De typische roestbruine ijzerzandsteen van de Vlaamse Ardennen zou nog minstens tot de 18de eeuw ontgonnen zijn en werd later ook nog aangewend. Fijn Diestiaan en Lediaan zand werd in verschillende zandgroeven of zavelputten op de Muziekberg en in Louise-Marie tot in de 20ste eeuw uitgegraven. De heuvels tellen verschillende bronbossen. De uitsijpelingsbronnen zijn in verschillende bronniveaus met bronamfitheaters aanwezig, daar waar de waterhoudende zandlagen en ondoordringbare kleilagen elkaar snijden. Zij voeden de talrijke beekjes en waren ook bepalend voor de oudste bebouwing die op sommige plaatsen precies op de bronnenlijn lag. De parochie Louise-Marie werd in 1851 opgericht. Het gehucht bestaat uit twee parallel lopende straten. De kerk O.-L.-Vrouw van La Salette Louise-Marie word door de samen geconcipieerde pastorie en de vroegere gemeenteschool geflankeerd. De bouw van de kerk werd in 1853 voltooid. In 1897-99 werden verschillend wijzigingen doorgevoerd. De voorgevel is in neoromaanse stijl. De ‘Villa Bois Sint-Pierre’ en bijhorende hoeve werd midden de 19de eeuw in kaart gebracht als ‘Hoeve van baron Lefebre’ of ‘Domein Warmont Cocambre’, en ‘Kasteel Gauthier’. Nu is het nog steeds in bezit van de familie Gauthier. De Kapel van Onze-Lieve-Vrouw-van-Loretto is op de zuidflank van de Muziekberg gebouwd. Deze kapel, in 1676 door de pastoor van de Sint- Martinusparochie gebouwd om de zondagsplicht van veraf wonende gelovende wat te verlichten, is in laat-gotische stijl opgetrokken. De kapel bestaat uit een rechthoekige ruimte met achteraan een klein koortje waartegen een sacristie aanleunt.

Op de kabinetskaart de Ferraris (1771-1777) is het bos veel uitgebreider dan nu het geval is. Rond 1775 was het Muziekbos- Ronsebos en Fiennesbos een groot geheel. Van het gehucht Louise-Marie, ten noorden van het Muziekbos was toen geen sprake. Het bos liep door tot aan het gehucht Boskant. Op de kaart van Vandermaelen (1854) komt het beboste areaal al beter overeen met het huidige. De eerste bewoning van Louise- Marie verschijnt. Op latere topografische kaarten verdwijnen nog enkele delen bos, vooral dan ten zuiden van Louise- Marie en evolueert het bos naar zijn huidig areaal.

  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Gereduceerde Kadasterkaart van België, Dépôt de la Guerre, uitgegeven in 1845-1855, schaal 1:20.000.
  • Atlas Cadastral parcellaire de la Belgique, Philippe-Christian Popp, uitgegeven in 1842-1879, schaal 1:5.000.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven in 1846-1854, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaarten van België, Eerste editie, Krijgsdepot, uitgegeven in 1865-1880, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaarten van België, Tweede editie, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1880-1884, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaarten van België, Derde editie, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1889-1900, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaarten van België, Herziening derde editie, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1900-1930, schaal 1:20.000.
  • Kaart van België, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1928-1950, schaal 1:20.000.
  • Kaart van België, Militair Geografisch Instituut, uitgegeven in 1949-1970, schaal 1:25.000.

Bron: Ankerplaats 'Muziekbos-Koekamerbos'. Landschapsatlas, A40048, Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Auteurs:  Van den Bremt, Paul; Tack, Guido; De Meirsman, Reginald; Vanmaele, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Muziekbos-Koekamerbos [online], https://id.erfgoed.net/teksten/162779 (geraadpleegd op ).