Polder van Kruibeke, Bazel en Rupelmonde (Landschapsatlas 2001)

Tekst van Polder van Kruibeke, Bazel en Rupelmonde (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135201)

In Bazel is er slechts sprake van een inpoldering in een geschreven bron in het midden van de 13de eeuw. Vermoedelijk was er reeds voordien een inpoldering geweest omdat historische bronnen ervan gewag maken. De onderverdeling van de polders in “Broekwijken” zijn reeds in de 13de eeuw in gebruik. Vermoedelijk betreft het hier een herinpoldering na dijkdoorbraken ten gevolge van eens stormvloed in 1251. Sindsdien heeft de mens dit zeer laag gelegen gebied blijven beschermen tegen overstromingen. Door de eeuwen heen zijn er weinig gegevens bekend van dijkdoorbraken die een grote invloed hadden op de vorming van het landschap, enkel in het begin van de 18de eeuw is er een grote doorbraak geweest met vorming van de Rupelmondse en Bazelse kreek. Het voorkomen van verschillende wielen langsheen de dijken duidt op andere dijkdoorbraken, vermoedelijk met minder erge gevolgen.

Voor de 13de eeuw bestaan er geen geschreven bronnen over een inpoldering van het gebied. Enkel P. Janssens, een befaamd heemkundige, durft stellen dat de Germanen in de 8ste-9de eeuw reeds dijken of dammen hebben aangelegd op de plaats waar nu de “gaanwegen” gelegen zijn. Hij steunde zich trouwens op de naamgeving van “Gaanweg” om dit te staven. Terzelfdertijd zouden “Twissels” zijn aangelegd die parallel verlopen aan deze “Gaewegen”. Het zijn gegraven waterlopen die het teveel aan water moeten evacueren. In elk geval bestonden in de 12de eeuw reeds de twissels, dicksloten en bantsloten.

Uit een bron van de 14de-15de eeuw kunnen we met zekerheid stellen dat toen reeds de Barbierbeek in de polder ingedijkt was. Hoogstwaarschijnlijk stond de Barbierbeek rechtstreeks in verbinding met de Schelde, waardoor een indijking noodzakelijk was. Omtrent het grondgebruik in de polder zijn er relatief weinig gegevens.

Op de kabinetskaart de Ferraris (1771-1777) is deze hele polder akkerland en niet-permanent-grasland. In de polders van Kruibeke is de structuur bijna nog identiek en gaaf ten opzichte van de Ferrariskaart. De percelering is nog niet gewijzigd, bospercelen zijn nog steeds aanwezig, soms wat uitgebreider tegenover eind 18de eeuw. Een groot aantal perceelsranden zijn bewaard gebleven. Ook de kreken zijn zichtbaar op de Ferrariskaarten.

Het voornaamste zichtbare geomorfologische verschijnsel in de Kruibeekse polders naast de alluviale klei-afzettingen is een “donk” die zich ongeveer in het midden van de Bazelse polder bevindt en zich parallel met de rivier noord- zuid uittrekt.

De watermolen van Rupelmonde zou het grootste binnenrad van het land bezitten. Thans is de molen buiten gebruik en zou hij als streekmuseum zijn ingericht.

In de buurt van deze molen staat de “Graventoren”, een ruïne van een waterburcht uit XII, opgericht door de graven van Vlaanderen. Het kasteel werd in 1389 door Filips de Stoute grondig hersteld en verruimd tot een burcht met zeventien torens. Het kasteel werd in 1583 grotendeels verwoest door Marnix van Sint- Aldegonde. De overblijvende torens zullen tot 1647 dienst doen als staatsgevangenis. Het slot deed daarna, tot in 1748 dienst als militaire verschansing, werd zwaar geteisterd maar nooit hersteld. Van de huidige toren is enkel het benedendeel van Doornikse kalksteen origineel. Elk van de vier bouwlagen bevat spitsboog vensters, met baksteen tot schietgaten gedicht. Nog in het zuiden van deze ankerplaats bevindt zich de scheepswerf van Rupelmonde, dat tot het industrieel erfgoed behoort.

De kerk van Bazel is een georiënteerde kruiskerk, in het centrum van het dorp gelegen. Ze dateert van 1364, het koor werd in 1560 vervangen door het huidige. De oude zijbeuken worden in 1666 en 1699 terug opgebouwd, de sacristie in 1714. Na een brand in 1879 wordt het koor grondig hersteld en de benedenkerk wordt verruimd. Het zogenaamde ‘Klein Kasteel’ wordt in 1846 gebouwd als twee afzonderlijke woningen. In 1874 worden ze tot één eigendom versmolten en waarschijnlijk aan de buitenzijde ook grondig aangepast. Het staat vlak tegenover de ‘Eenhoorn’ en is een geslaagde nabootsing daarvan. Van de ‘Eenhoorn’ is het juist bouwjaar niet bekend. In 1452 speelde het gebouw reeds een rol in de slag om Bazel, toen het als verschansing diende tegen de Franse troepen van Filips de Goede.

Het kasteel van Wissekerke is in een 8 hectare groot park gelegen met daarin een ruime vijver waarover een smeedijzeren hangbrug ligt. De ingang van het park wordt door de ingangspoort gedomineerd. Deze geeft op het zuidoosten van het dorpsplein uit. De twee vierkanten baksteenwoontorens in 1832-33 gebouwd, telt twee bouwlagen. Boven de ingangspoort hangt het wapenschild van de families Vilain XIIII en de Feltz. Aan weerszijden van de torens grote schietgaten als versiering in de muur. De gekartelde omheining loopt everzijds langs de polderweg tot aan de parkvijver, anderzijds loopt hij door tot tegen de “Eenhoorn”. Ook tegen het “Klein Kasteeltje” is een dergelijke muur aangebracht. Het geheel vormt een stemmingsvolle afsluiting van de dorpskom. De voormalige kasteeldreef, ten noorden van het park, mondt in de Kemphoekstraat uit. Op de plaats van het huidige kasteel van Wissekerke stond reeds in 10e eeuw een burcht, die deel uitmaakte van de versterkingsgordel aan de Scheldeoever. In 1238 legde Raas van Basele de funderingen van het nieuwe versterkt kasteel dat in 1510 verkocht werd aan Lieven van Pottelsberghe. In 1562 wordt een kapel in het kasteel ingericht. In 1583 brandde het gedeeltelijk af en in 1590 gebeurden verschillende verbouwingswerken. In 1803 hebben verbouwingswerken plaats, de wal werd met aarde opgevuld die uit de dreef werd aangebracht (vandaar haar diepe ligging) en ook uit het park werd aarde aangevoerd, hierdoor vergrootten de vijvers. Nadien gebeurden er nog verschillende verbouwingswerken aan het kasteel. In het park, met Engelse aanleg, bevinden zich een reeks bakstenen hoevegebouwen. Merkwaardig is vooral de ronde bakstenen duiventoren die kegelvormig was afgedekt. Om de twee delen van het park te verbinden werd speciaal een smeedijzeren hangbrug gemaakt.

  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.

Bron: Ankerplaats 'Polder van Kruibeke, Bazel en Rupelmonde'. Landschapsatlas, A40024, Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Polder van Kruibeke, Bazel en Rupelmonde [online], https://id.erfgoed.net/teksten/162738 (geraadpleegd op ).