Oude Durmearm en Sombeke (Landschapsatlas 2001)

Tekst van Oude Durme (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135198)

Dit deel van de Durmevallei ten oosten van Waasmunster heeft, in tegenstelling tot de Scheldevallei, zijn open karakter grotendeels bewaard. Kleine populierenaanplanten en elzenbosjes zijn verspreid aanwezig tussen de weiden, vooral tegen het Wase cuestafront. Deze laatste hebben een bronkarakter met een rijke voorjaarsflora. De vier kilometer lange Oude Durmearm werd bij de rechttrekking van 1934-1935 afgesneden.

Tot in de eerste helft van de 20ste eeuw telde de Durmestreek tal van rietsnijderijen. De rietvelden op de schorren langs de Durme en Schelde vormden het werkterrein voor rietsnijders, die er de grondstof wonnen voor ambachtelijke rietmattenfabriekjes. Het beroep van rietsnijder is thans volledig weggekwijnd, vooral onder invloed van economische factoren (invoer van goedkoop riet). Af en toe wordt het oude ambacht in het reservaat (1,5 hectare) de “Rietsnijderij” nog eens beoefend.

De Durmevallei kenmerkt zich door een steile noord- en een zachthellende zuidkant. Deze asymmetrische vallei houdt verband met de monoclinale bouw van de tertiaire afzettingen, vooral op de noordhelling (cuesta van het Waasland). De bodem bevat er zware rivierklei in de alluviale delen en lichtere zand- en zandleemgrond op de hogere gedeelten.

De vallei wordt al heel lang bewoond, er zijn sporen van paleolithische en neolithische nederzettingen. De inpoldering kwam in de 13de eeuw op gang. Een eeuw later werd het kanaal Gent - Terneuzen gegraven. De stroomsnelheid in de Durme veranderde en sindsdien verzandt de rivier, met een stijgend waterpeil tot gevolg. Buitengewoon is de sterke getijdenwerking die we hier zo ver landinwaarts nog waarnemen. Als zijrivier van de Schelde kent de Durme metershoge verschillen tussen hoog- en laagtij.

Langsheen de rivier liggen slikken en schorren, die overstromen bij vloed en droogvallen bij eb. Er ontstond hier het zeldzame zoetwaterschorbiotoop, met typische moerasvegetaties. Vaak zijn het vochtige ruigten en dichte wilgenstruwelen en meer zeldzaam metershoge rietkragen en spindotterbloemen. Vroeger werden de schorren als landbouwgrond gebruikt. Om de percelen tegen overstromingen te beschermen, werden zomerdijken omheen de schorren aangelegd. Deze schorren dienen als gras- en hooilanden. Later kwamen ze in onbruik en evolueerden snel naar riet- en wilgenstruweel. Het oude uitveningsgebied is nog zichtbaar aan de talrijke plassen. De oude plassen zijn overblijfselen van de vroegere uitveningen in dit gebied. Ze zijn vrijwel allemaal in gebruik als privé-visvijver, evenals recent gegraven putten. In het gebied komen vele weekendverblijven en vissershutten voor.

De dries van Sombeke heeft naar verluidt een Frankische oorsprong. Tot de jaren 1960 had Sombeke een boven- en een benedendries die door bebouwing langs de Smoorstraat met elkaar verbonden waren. De benedendries was vroeger bekend onder de naam ‘Blauwenhoek’. Wat de beplanting betreft weten we dat in 1905 op de bovendries een groot aantal olmen werd geveld en nadien met Canadapopulieren beplant, die er niet wilden gedijen. Daarom werden er andere bomen aangeplant die overeenkomen met het huidige boomareaal (voornamelijk berken maar ook robinia’s, abeel, beuk, es, Amerikaanse- en zomereiken en esdoorns). Centraal aan de dries staat de Sint-Rochuskerk van Sombeke, opgetrokken tussen 1639 en 1643. Het kasteel van Sombeke, in de meersen, werd vermoedelijk in het begin van de 18de eeuw gebouwd. De oorspronkelijke inrijpoort is nog intact. In de Smoorstraat bevindt zich nog een oude schandpaal uit 1699. Bovenop deze schandpaal ziet men een zittende leeuw, die het wapenschild van de toenmalige heer van Sombeke vasthoudt.

De Mirabrug over de Durme verbindt Hamme met Elversele. Het betreft een driedelige brug met twee vaste aan landhoofden verbonden gedeelten en een draaibaar middengedeelte, over de Durme. De zogenaamde Mirabrug dankt haar naam aan haar rol als decor in de bekende Vlaamse film “Mira”. Er bestaan nog vaste gedeelten die van 1896-1899 dateren. Het oorspronkelijke, draaibare middenstuk werd in 1922 vervangen.


Bron: Ankerplaats 'Oude Durmearm en Sombeke'. Landschapsatlas, A40022, Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Oude Durme [online], https://id.erfgoed.net/teksten/162737 (geraadpleegd op ).