Parochiekerk Sint-Audomarus

Tekst van Parochiekerk Sint-Audomarus met kerkhof (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/15811)

Samen met omringend kerkhof, linderij en witgekalkt omheiningsmuurtje met ezelsrug, middelpunt van het Dorp. Natuurstenen standbeeld van een frontsoldaat, opgericht door gemeente ter nagedachtenis van haar tussen 1914-1918 gesneuvelde helden, voor de westelijke gevel. Laatgotische hallenkerk uit eind 17de eeuw, met 16de-eeuws koor; zuidtransept gedateerd 1656, door middel van muurankers. Vernieling van de kerk, voornamelijk toren, door Franse troepen van Conde, in juni 1658. 1698, jaartal aangebracht in westgevel door middel van muurankers: voltooiingsjaar van wederopbouw. Recente restauratiewerken aan bedaking en toren onder leiding van architect Pierre Pauwels (Kortrijk).

Verankerd, geel bakstenen gebouw met gebruik van ijzerzandsteen, onder meer in sokkel en noordtranseptarm, en natuursteen in noordtranseptarm. Afdekking door middel van leien zadeldaken. Longitudinaal type met schip van vier traveeën, een één travee breed transept, een oostpartij van drie traveeën en koren met driezijdige sluiting; vierkante kruisingstoren; ten zuiden sacristie en ten oosten een bergruimte. Westgevel bestaande uit drie puntgevels, voorzien van aandak, schouderstukken en muurvlechtingen, geflankeerd door steunberen met versnijdingen. Metselaarstekens (blauwe baksteen) links van portaal. Identieke linker- en rechter travee, geajoureerd met breed spitsboogvenster (vierlicht) in geprofileerde omlijsting op afzaat. Middentravee met hoger, soortgelijk venster en korfboogpoort, in tudorboogomlijsting met kwarthol- en bolbeloop, onder doorlopende druiplijst. Nis met Onze-Lieve-Vrouwebeeld in boogveld. Ruitvormige gevelstenen (arduin?) aan weerszijden van inkom (onleesbaar).

Travee van schip onderling gescheiden door steunberen met versnijdingen en geajoureerd door middel van spitsboogvensters (drielichten) in geprofileerde omlijsting op afzaat en doorlopende lekdrempel. Aflijnend muizentandfries. Nauwelijks uitspringende transepten in de vorm van een puntgevel met aandak. Zuidelijk transept opengewerkt door middel van breed spitsboogvenster (vierlicht) in geprofileerde omlijsting op afzaat. Ronde oculus in de top. Gekruisigde Christus (hout?) onder luifel, voor transeptvenster. Noordtransept voorzien van een topstuk. Transeptvenster: smal spitsboogvenster (tweelicht) in geprofileerde omlijsting op afzaat. Ronde oculus (blind) in top. Sporen van korfboogvormige muuropening rechts onderaan. Rechte traveeën van de koorpartij onderling gescheiden door middel van steunberen met versnijdingen, en voorzien van spitsboogvensters (drielichten) in geprofileerde omlijsting op afzaat. Doorlopende druiplijst aan zuidzijde. Gemarkeerde sokkel, op de derde travee van noordelijke kant na. Aflijnende tandlijst en muizentandfries. Driezijdige koorsluitingen, waarbij traveeën onderling gescheiden door middel van steunberen met versnijdingen. Aflijnend overhoeks muizentandfries. Identieke Noordelijke- en zuidelijk koorsluiting, voorzien van blinde spitsboogvensters in een geprofileerde omlijsting op afzaat en doorlopende lekdrempel. Soortgelijk, doch breder venster in de middentravee van hoofdkoorsluiting. Brede spitsboogvensters (drielichten) in geprofileerde omlijsting op afzaat, in afgeschuinde travee van laatst genoemde Kruisingtoren met peervormige bekroning. Gevelritmering door middel van drie blinde, geprofileerde spitsboogvensters ter hoogte van eerste geleding; twee geprofileerde spitsboogvensters (tweelichten) op afzaat, met ingeschreven rondbogige galmgaten, ter hoogte van tweede geleding. Aflijnend mijterboogfries. Tegen de zuidoosthoek aanleunend, polygonaal traptorentje onder stenen naaldspits. Aflijnend mijterboogfries. Bepleisterde en beschilderde hallenkerk. Midden- en zijbeuken overspannen met houten tongewelf en onderling gescheiden door middel van spitsbogige scheibogen op zuilen met astragalen, achtzijdige sokkel en -kapiteel met gestileerd bladmotief. Massieve kruisingspijlers.

Mobilair: Vooral 18de-eeuws houtwerk met rococo inslag, zie portiekaltaren, lambrisering, koorgestoelte, kerkmeestersbanken, kansel en biechtstoelen; biechtstoel in noordelijke zijbeuk van 1699; communiebank (17de eeuw?). Stenen beelden (18de eeuw ?) van Sint-Anna-ten-Drieën, Ecce Homo en Piëta, en houten Sint-Rochus met engel (18de eeuw), in nissen tegen de kruisingspijlers. Marmeren doopvont (17de eeuw).

  • DEVOS-STOCKMAN A., ROOSE-MEIER B. & VERSCHRAEGEN H., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie West-Vlaanderen. Kanton Veurne, Brussel, 1975, p. 14-15.

Bron: DELEPIERE A.-M. & LION M. met medewerking van HUYS M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Veurne, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 8n, Brussel - Gent.
Auteurs:  Delepiere, Anne Marie; Lion, Mimi
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Audomarus met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/15811 (geraadpleegd op ).