Burgerhuis in second-empirestijl

Tekst van Burgerhuis in second-empirestijl (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7627)

Voornaam burgerhuis in second-empirestijl, volgens de bouwaanvraag van 1868 samen opgetrokken met het aanpalende burgerhuis op nummer 37, en kadastraal geregistreerd in 1869. Opdrachtgever was de koopman Frans Felix Petrus Willemsen; de architect kon niet worden geïdentificeerd.

Het perceel maakt deel uit van het zuidelijke bouwblok van de Van Breestraat, tussen de Lange Leemstraat en de Mechelsesteenweg, dat in 1914 haast volledig werd verwoest tijdens de driedaagse beschieting van Antwerpen door de Duitse artillerie. Dit bombardement dat in de nacht van 7 oktober begon en zonder onderbreking aanhield tot 9 oktober, deed een twintigtal grote brandhaarden in en rond de binnenstad ontstaan, waardoor ganse huizenblokken in vlammen opgingen. De elf panden die in de Van Breestraat op de muren na uitbrandden, werden nog tijdens of kort na de oorlog binnen de bestaande perceelstructuur heropgebouwd, zeven als volledige nieuwbouw (nummers 17 tot 29), twee met behoud van de nog staande structuur achter een nieuw gevelfront (nummers 31 en 33), en twee met herstel van de gevel naar vooroorlogs uitzicht (nummers 35-37). René Van Zeebroek verwierf de ruïne vermoedelijk van de vooroorlogse eigenaar de weduwe Jammar, die in 1915 zelf een bouwaanvraag had ingediend voor een nieuw dak naar een ontwerp door de architect Ernest Pelgrims. Van Zeebroek liet het hotel in 1920 naar vooroorlogs uitzicht herstellen, werken die gepaard gingen met de herinrichting van het interieur binnen de bestaande plattegrond en structuur. Het aanpalende burgerhuis nummer 37, dat eveneens naar vooroorlogs uitzicht werd hersteld, is vandaag minder gaaf bewaard.

Met een gevelbreedte van vier traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel, die zich onderscheidt door een plastisch stucdecor, rust op een arduinen plint. Horizontaal geleed door de puilijst en het klassieke hoofdgestel met consoles, en asymmetrisch van opbouw, legt de compositie de klemtoon op het zijrisaliet. Dit laatste wordt gemarkeerd door de rondbogige koetspoort, het balkon en entablement op consoles van de bel-etage, en de ronde oculus met omlopende kroonlijst van de attiek. Verder is de opstand opgebouwd uit regelmatige vensterregisters, rechthoekig op de geblokte begane grond en in het risaliet, getoogd op de met schijnvoegen belijnde bovenverdiepingen. Het fraaie stucdecor beantwoordt aan de kenmerken van het second-empire, met typische ornamenten als maskerkoppen, palmetten, rozetten en guirlandes, vrij geïnspireerd op de Lodewijk XVI-stijl en het 'Neo-Grec'. Pilasters met strik en chutes, waarop uitgelengde consoles met trigliefen en Ionisch kapiteel, omlijsten de rondbogige koetspoort, die een rozet heeft als sluitsteen en spiraalranken in de zwikken; een fries met maskerkop, guirlandes en ranken siert het entablementvenster erboven, en een omlijsting met maskerkopsleutel de attiekoculus. De geriemde vensteromlijstingen hebben oren, voluten, een bewerkte sluitsteen of onderdorpel met drop. Waar de geornamenteerde gietijzeren borstweringen van de bel-etage en een voetschraper nog uit de oorspronkelijke bouwperiode dateren, is de houten koetsport met medaillons vermoedelijk van 1920; het vensterschrijnwerk werd vernieuwd.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van het burgerhuis met koetspoort, aangepast aan de levensstijl van de vermogende burgerij met inwonend personeel. Bij de herstellingswerken van 1920 bleef de bestaande indeling behouden, zonder noemenswaardige structurele ingrepen. De traphal, die een centrale positie inneemt in de woning, sluit aan bij de vestibule en koetsdoorgang. Verder omvat de begane grond volgens de bouwplannen de gebruikelijke enfilade van ontvangstvertrekken: antichambre, salon, eetkamer met office, en veranda. De eerste verdieping groepeert drie slaapkamers, een kantoor en een badkamer rond de traphal; vier overige kamers nemen de tweede verdieping in. Het souterrain herbergt de keuken, het dakniveau de meidenkamers.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1868#490, 1915#6339 en 1920#10721; foto’s GP#6756 en PB#1917.
  • Kadasterarchief Antwerpen, mutatieschetsen Antwerpen, Afdeling 6, 1869/44, artikel 1014.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in second-empirestijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/153495 (geraadpleegd op ).