Stadswoning in art-decostijl

Tekst van Stadswoning in art-decostijl (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/41763)

Het breedhuis heeft drie bouwlagen en vijf traveeën, is opgetrokken in baksteen en kunststeen (cement) met een pannen zadeldak en met traditioneel opgevatte, strak geritmeerde en horizontaliserende gevel. De gevel wordt doorbroken door overhoeks geplaatste erkers en verlevendigd met sobere geometrische art-decomotieven.

De huidige art-decogevel van het pand, Schaffensestraat 19, is het resultaat van een moderniseringscampagne uit 1932, in opdracht van de toenmalige eigenaar, Theophile E. Van Oostveldt, die het pand kocht in 1921. Het bouwdossier in het archief van de technische dienst van de stad Diest is helaas onvindbaar, waardoor noch de indeling en de oorspronkelijke functie van het gebouw – vermoedelijk een handelspand -, noch de naam van de architect kon achterhaald worden. Oude foto’s doen echter vermoeden dat de vroegere gevel en een deel van het oude gebouw afgebroken werd en er een 'moderne' gevel kwam op de nieuwe rooilijn. Daardoor bleef een groot deel van de oudere structuur bewaard.

Het interbellumpand is een breedhuis, opgebouwd in baksteen en kunststeen (cement). Het pand bestaat uit drie bouwlagen en vijf traveeën onder een rood pannen zadeldak. De vormentaal van de gevel verwijst naar traditionele elementen zoals kruiskozijnen, drielichtvensters, negblokomlijstingen en cordonlijst die vertaald werden volgens de ideeën van de art deco: de kruisvensters werden overhoekse erkers doordat de middenstijlen uit de gevel getrokken werden, de drielichtvensters hebben vooruitspringende tussen- en onderdorpels, de dagkanten werden afgeschuind en versierd met pseudo-negblokomlijstingen. Voorts verwijst de cordonlijst tussen de eerste en de tweede verdieping naar de traditionele speklaag.

De gevel heeft een horizontaliserend karakter door de bepleisterde en wit geschilderde winkelpui, de cordonlijst en de sterk overkragende bakgoot. Evenwel zorgt de deurtravee, links in de gevel, voor een sterk verticaliserend accent in het geheel. De gevel werd plastisch uitgewerkt door middel van art-decomotieven in de winkelpui, het balkon met vermoedelijk later toegevoegde balustrade en in- en uitspringende volumes, respectievelijk de overhoeks geplaatste erkers op de bovenste verdieping en de portieken aan de deur en de poort. Links op de begane grond bevindt zich in een klein portaal een toegangsdeur met zes rechthoekige venstertjes, en aansluitend aan de rechterzijde een groot uitstalraam, een poort die toegang verleent tot de achterliggende bijgebouwen en uiterst rechts een driedelig venster. Sobere art-decomotieven verlevendigen de muuropeningen van de pui: geometrische motieven, voornamelijk driehoeken en schijven, versieren de vernauwende dagkanten van de deur en de poort, terwijl aan de dagkanten van de vensters voornamelijk driehoeken en bollen werden gebruikt. Op de verdieping wordt de ritmiek van de drielichtvensters doorbroken door de overhoeks geplaatste erker in de deurtravee en het trapeziumvormige balkon met halfronde deur boven de poort. Met uitzondering van de bovenlichten, werden de drielichtvensters op driezijdige betonnen vloerplaat als erker opgevat, rustend op twee consoles, met een trapeziumvormig afgeschuinde tussendorpel en een omlijsting van pseudo-negblokken. De cordonlijst op gestileerde consoles markeert de overgang van de eerste naar de tweede verdieping.

Bovenaan in de deurtravee op de tweede verdieping bevindt zich een dubbele balkondeur met bovenlicht. De oorspronkelijke balustrade is hier verdwenen. Rechts van de balkondeur, vier overhoeks geplaatste erkers die rusten op een gestileerde console en reiken tot aan de kroonlijst. Al het schrijnwerk werd in hout uitgevoerd met vierkante glasroedeverdeling, zoals bewaard op de bovenste verdieping.

  • FERRARIS J. 1777: Carte Chorographique des Pays-Bes Autrichiennes.
  • VONCKEN J.G. 1822: Primitieve kadasterkaart, Gemeente van Diest, s.l.
  • POPP P.C. 1857: Atlas Cadastral de Belgique. Province de Brabant. Arrondissement de Louvain. Plan Parcellaire de la ville de Diest, avec les mutations, Brugge.
  • KEUSTERS M. 1877: Ville de Diest. Plan représentant avec un rayon de 100 mètres l’emplacement A où Mr. Sooghen, brasseur, se propose d’établir une machine à vapeur, Brussel.
  • DE SOMER P. 1982: Een brouwerij te Diest. Een bijdrage tot de industriële archeologie (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), Leuven.
  • LEMAIRE R. e.a. 1971: Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, 1, Provincie Brabant, arrondissement Leuven, Luik, p.56-99.
  • VAN DER EYCKEN M. 1994: Steden in beeld. Diest, s.l.
  • VAN DER EYCKEN M. 1980: Geschiedenis van Diest, Diest.
  • RAEYMAEKERS F.J. 1870: Het kerkelijk en liefdadig Diest, Leuven.

Bron: Beschermingsdossier DB002145, Art deco stadswoning (digitaal dossier)
Auteurs:  Verloove, Claartje; Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stadswoning in art-decostijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/145817 (geraadpleegd op ).