Pastorie Sint-Laurentiusparochie

Tekst van Pastorie Sint-Laurentiusparochie met tuin (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/7275)

Historiek en bouwgeschiedenis

De pastorie van de Sint-Laurentiusparochie werd samen met de nieuwe Sint-Laurentiuskerk opgetrokken, naar een ontwerp door stadsarchitect Pierre Bruno Bourla uit 1824. Het neoclassicistische geheel van kerk en pastorie nam met het kerkhof een ruim perceel in op de hoek van de Markgravelei en de Van Schoonbekestraat, in het centrum van het residentiële Leikwartier. De gronden deden omstreeks 1779 dienst als 'hoveniershof' of moestuin, eigendom van Jan Frans Wouters-Leysen. Opgericht in 1660-61, herbouwd in 1770-77 en gelegen ter hoogte van de huidige Fransenplaats aan het begin van de Markgravelei, was de oude Sint-Laurentiuskerk in 1814 om strategische redenen gesloopt op bevel van de Franse generaal Lazare Carnot. Vanwege de grote bevolkingstoename in de wijk, werd Bourla's Sint-Laurentiuskerk, oorspronkelijk een eenvoudige kruisbasiliek, in 1892-94 naar ontwerp van architect Jaak Alfons Van der Gucht vergroot met een westelijk transept en een tweetorenfront. Deze kerk werd op haar beurt vervangen door de huidige Sint-Laurentiuskerk in neo-Byzantijnse art-decostijl, opgetrokken in 1932-41 naar een ontwerp door de architect Jef Huygh.

Voorheen volledig vrijstaand leunt de pastorie vandaag via een latere uitbreiding tegen de sacristie van de kerk aan. De verdwenen neoclassicistische Sint-Laurentiuskerk was diagonaal ingeplant op het perceel, haaks op de kruising van beide straten, omringd door het kerkhof. Waar Bourla de pastorie aanvankelijk meer westelijk plande, in de schaduw van de kerk en op de rooilijn van de Markgravelei, verkoos hij uiteindelijk de huidige inplanting los van de kerk, gelegen achter de rooilijn te midden van de ruime pastorietuin. De pastorie werd verbouwd naar een ontwerp door stadsbouwmeester Pieter Dens uit 1868: ontworpen met een T-vormige plattegrond, vergrootte hij het gebouw aan de tuinzijde tot een rechthoekig volume onder een nieuwe dakstructuur. De indeling van het interieur werd daarbij grondig gewijzigd en volledig heringericht, en het inkomportaal vervangen. Uit het interbellum dateert de aanbouw tegen de westelijke zijgevel, met een overdekt terras aan de tuinzijde. Aansluitend bij de architectuur van de nieuwe kerk, kan deze uitbreiding aan architect Jef Huygh worden toegeschreven.

De pastorie van Sint-Laurentius is een van de weinige, goed bewaarde voorbeelden van pastorieën uit de Hollandse Tijd in de provincie Antwerpen. Binnen het oeuvre van Bourla als stadsbouwmeester (1819-1861), behoort het gebouw tot de vroegste en weinige nog bewaarde realisaties, in de toen gangbare, uitgezuiverde neoclassicistische stijl. Naast de huizen van het Nassauplein, is de pastorie zijn enige gekende ontwerp van het residentiële type.

Architectuur en interieur

De pastorie heeft de vorm van een rechthoekig paviljoen met dubbelhuisopstand, en telt met een gevelbreedte van vijf bij drie traveeën twee bouwlagen onder een zinken schilddak. Oorspronkelijk was de plattegrond T-vormig, met een breed uitspringend middenrisaliet in de achtergevel. Dit laatste werd bij de verbouwing van 1868 in het hoofdvolume geïntegreerd, door uitbreiding van de zijtraveeën. De bepleisterde en beschilderde gevelopstanden beantwoorden aan een gestrenge symmetrie naar neo-Palladiaans model, met regelmatige registers van rechthoekige muuropeningen en het accent op de middenas. Net als de middenrisalieten van voor- en achtergevel, worden de vier gevelzijden op de hoeken gemarkeerd door kolossale pilasters. Horizontaal zijn de opstanden geleed door de plint, de puilijst en het klassieke hoofdgestel, bestaande uit een architraaf, een onversierde fries en een houten kroonlijst met klossen en tandlijst. In het ontwerp van Bourla bekroonde een gestrekt entablement het inkomportaal van de voorgevel, terwijl de bovenvensters over smeedijzeren borstweringen beschikten, en dakkapellen met driehoekig fronton de dakvlakken doorbraken. Het huidige rondboogportaal met flankerende pilasters, rozetkapitelen en voluutsleutel in natuursteen en keperlijst uit arduin, dateert van de verbouwing uit 1868. De achtergevel behield het oorspronkelijke tuinportaal met pilasters, entablement en bekronende smeedijzeren borstwering. Deze laatste vertoont het typisch vroeg-19de-eeuws geometrische patroon van ruitmotieven, segmenten en diamantkoppen. Het 19de-eeuwse houten schrijnwerk van deuren en vensters is gedeeltelijk bewaard, inclusief enkele slagluiken op de begane grond. Een aantal vensters in de zijgevel werd gedicht ten gevolge van latere interieuraanpassingen. De bow-window met drielicht aan de tuinzijde, dateert van de aanpassingen als gevolg van de bouw van de nieuwe kerk tijdens het interbellum.

Volgens de bouwplannen werd de begane grond aan straatzijde oorspronkelijk ingenomen door de centrale vestibule en traphal met een halfronde wenteltrap, links geflankeerd door de keuken en rechts door de spreekkamer. Aan de tuinzijde bevond de grote woonkamer zich centraal tussen de meidenkamer en een zijkamertje. De bovenverdieping bestond uit drie grote vertrekken waarvan een met alkoof, geschikt rond de traphal, en twee kleinere vertrekken, vermoedelijk bestemd als slaapkamers voor pastoor en kapelaan(s) of werkkamer. Onder de keuken was een kelder met gemetseld tongewelf, die later werd uitgebreid. Als belangrijkste interieuringreep verplaatste Pieter Dens bij de verbouwing van 1868 de trap van de middenas naar de dwarse as, tegen de noordelijke zijgevel. Daarnaast werden de woonkamer aan de tuinzijde vergroot, en de bovenverdieping heringedeeld. In het interieur zijn uit de periode Bourla nog een viertal schouwmantels van een verschillende kleur marmer (wit, zwart, grijs, oker) bewaard - zij het mogelijk verplaatst, met typische voluutconsoles en palmetten. Uit de periode Dens dateren de inrichting met stucplafond van de inkomhal en de grote woonkamer, en de eiken trap met trappaal en balusters. Het binnenschrijnwerk en de plankenvloeren zijn nog grotendeels 19de-eeuws. Een rondbogig glas-in-loodraam met voorstelling van Sint-Laurentius, te dateren omstreeks 1900, verlicht de traphal.

  • Stadsarchief Antwerpen, plannen 697#15-16.
  • VAN DEN BORNE, S. 2012: Bouwhistorische waardenstelling van de Sint-Laurentiuspastorie aan de Markgravelei te Antwerpen, onuitgegeven rapport.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie Sint-Laurentiusparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/143521 (geraadpleegd op ).