6 Britse schuilplaatsen Scherpenberg

Tekst van Zes Britse militaire posten Scherpenberg (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/213481)

Locatiebeschrijving

Zes Britse schuilplaatsen, gelegen tegen de westflank van de Scherpenberg, een heuvel van 125 meter hoogte op circa 1250 meter ten noordoosten van Loker. De Scherpenberg wordt langs 3 kanten omgeven door de Dikkebusstraat en de Scherpenbergweg. De constructies bevinden zich te midden het bos en zijn niet zichtbaar vanaf de weg.

Historische Achtergrond

De Scherpenberg is 1 van de 4 "getuigenheuvels" in de gemeente Heuvelland: ze getuigen van de geologische activiteiten miljoenen jaren geleden. Om en rond de Scherpenberg werden eveneens diverse belangrijke archeologische vondsten uit de prehistorie gedaan, die dateren tot circa 3000 jaar Voor Christus (midden Neolithicum).

Reeds in 1622 was er sprake van een houten korenmolen en een pachthoeve op de top van de Scherpenberg. In 1794 werd de molen door Franse soldaten vernield. De molen werd herbouwd, maar werd op 9 december 1800 door een hevige orkaan opnieuw platgelegd. In 1840 kwam de molen in het bezit van de familie Van Elslande. In 1914 bestond een groot deel van de hoeve nog uit vakwerkbouw. De laatste molenaar, Charles-Louis Van Elslande, diende de molen te verlaten wegens het oorlogsgeweld.

De Scherpenberg met de molen fungeerde tijdens de oorlog vanwege zijn hoogte en zijn relatief veilige ligging achter het front als belangrijk observatiepunt. Van hieruit kon het krijgsgebeuren in de Wijtschateboog geobserveerd worden, wat onder meer gebeurde door de Britse koning George V op 14 augustus 1916. In de loop van 1915 (hoogstwaarschijnlijk tijdens de zomer van 1915) werden de 6 constructies tegen de westelijke flank gebouwd, waardoor ze behoren tot de vroegste Britse betonwerken in de regio. Uit 1 ervan vertrok er een ondergrondse communicatielijn naar het midden van de berg. Over het ondergronds systeem zijn de archieven karig met informatie. Pas op 25 april 1918, toen het Duitse Lente-Offensief losbarstte, werd de molen in brand geschoten.

Na de oorlog werden de molen en de hoeve niet meer herbouwd. De berg werd voor slechts 40.000 frank verkocht aan de Vlamertingse familie Veys. Deze familie liet in 1938 met de stenen van de verdwenen hoeve een kleine cottage bouwen op de teerlingen van de molen.

Kenmerken

Zes betonnen constructies tegen de westflank van de Scherpenberg gebouwd, over een afstand van circa 41 meter. Bij de bouw van de constructie werd gebruik gemaakt van gegoten beton en rode baksteen. Het dak is telkens gegoten op "olifantenplaten", gebogen golfplaten met brede golving, waarvan binnenin de afdrukken nog steeds aanwezig zijn. De dakstructuur is maximaal 1 meter dik. Boven de normale bedaking van gemiddeld 40 centimeter ligt circa 40 centimeter aarden ophoging en vervolgens een tweede gietlaag van circa 20 centimeter. Het grootste deel van deze dakstructuur is verloren gegaan.

Voor de toegang is telkens een bakstenen muurtje gemetst. Aan de achterkant bevinden zich uitgangen, met (afdraaiende) trappen, waarbij eveneens baksteen gebruikt werd. Een deel van de baksteenbouw, vooral aan de zuidwestkant (bij de toegangen), is afgebroken, toen de golfplaten na de oorlog uitgebroken werden. De gemetste toegangen aan de oostkant zijn vrij goed bewaard gebleven. De middelste 4 constructies hebben een gemetste uitloper in 2 richtingen, de uiterste constructies in 1 richting. Het niveauverschil tussen deze toegangen en de eigenlijke schuilplaatsen is gemiddeld 150 centimeter. De eerste constructie is langer dan de 5 andere.

  • DECROCK S., "De Scherpenberg: een unieke site in Vlaanderen!", Document opgemaakt onder andere op basis van onderzoek door Franky Bostyn en Jan Vancoillie (ABAF).

Bron: WOI Relict (1319): 6 Britse schuilplaatsen Scherpenberg (Loker - WOI)
Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Zes Britse militaire posten Scherpenberg [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136401 (geraadpleegd op ).