Eclectisch herenhuis

Tekst van Eclectisch herenhuis (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/212800)

Historiek en context

Herenhuis in eclectische stijl gebouwd naar een ontwerp van de architecten August Cols en Alfried Defever uit 1909. Opdrachtgever was 'agent immobilier' Georges Gustave Joseph Donnet (Antwerpen, 1861-Antwerpen, 1922), in 1888 gehuwd met Maria Angélique van den Bemden (Antwerpen, 1863-Antwerpen, 1943). Het echtpaar had drie zonen en een dochter, geboren tussen 1888 en 1895. De Van Den Nestlei werd in 1911 aangelegd en verkaveld op gronden waarvan Donnet samen met de architect Guillaume Van Oenen eigenaar was. Deze statige rijwoning is de allereerste waarvoor aan de Jan Van Rijswijcklaan een bouwvergunning werd toegekend.

August Cols en Alfried Defever, die van 1899 tot minstens 1912 een gezamenlijke praktijk voerden, lieten zich in hun beginjaren opmerken door een opvallende reeks burgerhuizen in de wijk Zurenborg, waarbij zowel de art-nouveau-, neo-Grec- als neorococostijl op uitbundige wijze werden toegepast. Het latere hotel Donnet ontwierpen zij in een veeleer sober, neoclassicistisch idioom, dat ook hun realisaties in de wijk Zuid kenmerkte.

Het herenhuis werd in 1928 aangekocht door de scheepsbouwer Jozef Beuckeleers, naar aanleiding van het aanstaande huwelijk van zijn dochter Isa met de beeldhouwer Willy Kreitz (Antwerpen, 1903-Ukkel, 1982). Vervolgens liet hij de bestaande garage en tuinmuur achteraan het perceel, door architect Jan Jacobs verbouwen tot het nog bestaande beeldhouwersatelier met een beglaasde stalen dakspant (Lokkaardstraat zonder nummer). Op de mansardeverdieping van de woning bevond zich het vroegere schildersatelier van zoon Donnet, dat opnieuw in gebruik werd genomen door Kreitz. Het hotel bleef in het bezit van de familie Kreitz tot 1998. Tot de belangrijkste realisaties van de klassiek en modernistische beeldhouwer behoren het Gedenkteken voor de Gevallen Politiebeamten van Antwerpen in de Pol de Montstraat, en het Nationaal Monument voor de Zeelieden in Oostende.

Architectuur

Het gebouw met een lijstgevel in natuursteen op een arduinen plint, omvat drie ongelijke traveeën, een souterrain, twee bouwlagen en een mansardedak (leien). De gevelcompositie legt de klemtoon op de brede zijtravee, die is uitgewerkt als een risaliet met schijnvoegen. Een driezijdige erker met in- en uitgezwenkt profiel en een bekronend balkon markeert hier de bel-etage, een entablementvenster met pilasters en gebroken fronton de bovenverdieping, en een dakvenster met voluten en gebogen fronton de mansarde. Horizontaal geleed, en met regelmatige registers van rechthoekige muuropeningen, wordt de gevel bekroond door een klassiek hoofdgestel en een attiekbalustrade. Sluitstenen, stafwerkconsoles, guirlandepanelen en oeils-de-boeuf zijn ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl. Het houten schrijnwerk van de deur en vensters met typische roedeverdeling in de bovenlichten bleef bewaard, net als het sierlijke smeedijzeren voortuinhek.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de herenwoning, met gescheiden ontvangstruimten, privé-vertrekken en dienstlokalen. Volgens de bouwplannen is het interieur opgebouwd rond de ruime traphal met bovenlicht, die met de vestibule en de spreekkamer de rechterhelft van de bel-etage beslaat. Deze wordt in de linkerhelft over de volledige diepte geflankeerd door een doorlopende ontvangstsuite bestaande uit het salon, de eetkamer met office, de veranda en het terras. De keuken en het washuis bevinden zich in het souterrain; een diensttrap verzekert de circulatie voor het personeel.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1909#842, 1910#1725 en 1928#29655.
  • VAN CLEVEN J., POULAIN N. & VAN SANTVOORT L. 1987: De kunstenaar en zijn atelier, Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen 25.1, 32.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Eclectisch herenhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136034 (geraadpleegd op ).