Broederminstraat (herinventarisatie)

Tekst van Broederminstraat (https://id.erfgoed.net/themas/13044)

De Broederminstraat is een rechte straat tussen de Troonplaats en de Sint-Laureisstraat. De straat maakt deel uit van het verkavelingsplan van 1875 voor het Zuid, dat getypeerd wordt door rechte straten die straalsgewijs van op een plein vertrekken. De Broederminstraat maakt deel uit van zo'n stervormig stratenpatroon, rond de Troonplaats. Het gedeelte tussen de Troonplaats en de Lange Batterijstraat werd het eerst geopend circa 1880; de verlenging tot aan de Sint-Lareisstraat kreeg in 1885 dezelfde naam.

De bebouwing van de straat is zeer heterogeen. Opvallend is de concentratie van eind-19de-eeuwse industriële panden. Het stadsarchief bewaart talrijke bouwaanvragen voor onder meer een brouwerij, koffiebranderij, schrijnwerkateliers en magazijnen in de Broederminstraat. Op nrs. 7-9 zijn gebouwen bewaard van de voormalige brouwerij "St. Antoine", later in gebruik als wijnmagazijn. Op nr. 36 getuigt de bewaarde bakstenen façade nog van de aanwezigheid van een magazijn dat circa 1898 werd gebouwd bij een gieterij in de Lange Elzenstraat, met een uitbreiding van circa 1903. Het origineel gerenoveerde loft- en kantoorgebouw op nr. 52 gaat terug op koffiebranderij "De Roode Pelikaan", die sinds haar ontstaan in 1863 in de Broederminstraat was gevestigd en een groot deel van de straat inpalmde.

De woonhuizen die in de Broederminstraat werden gebouwd zijn enerzijds eind-19de-eeuwse neoclassicistische burgerhuizen met een standaardafwerking van de lijstgevel, en anderzijds begin-20ste-eeuwse burgerhuizen en meergezinswoningen met een eclectische inslag, gekenmerkt door bakstenen parementen. Op nrs. 1 tot 5 is een samenstel van eenvoudige neoclassicistische stadswoningen bewaard, gebouwd circa 1897 door aannemer Ed. Hellemans voor Finoulst. Nr. 18 is de eigen woning van aannemer Herman Huet, gebouwd circa 1896. In hetzelfde jaar diende hij ook de bouwaanvraag in voor de naastgelegen woning met schrijnwerkerij (nr. 20). Scheepsbouwer A. Van Boxelaer investeerde in sobere neoclassicistische meergezinswoningen met winkelgelijkvloers op de hoek met de Troonplaats: hij diende voor de nrs. 2 tot 8 in 1898 twee bouwaanvragen in. Op nr. 6 is een mooie houten winkelpui bewaard.

Aan het oostelijke uiteinde van de Broederminstraat, op de hoeken met Hof ter Beke, Sint-Laureis- en Lange Batterijstraat, staat een groep eclectisch getinte meergezinswoningen. Een deel daarvan (Broederminstraat nrs. 6-58-60/ Hof ter Bekestraat nr. 2) aan de zuidzijde van de straat, werd gebouwd op gronden die vrijkwamen toen in 1913 een deel van de gebouwen van koffiebranderij "De Roode Pelikaan" werden verkocht en afgebroken. Aan de overzijde van de straat werd ongeveer gelijktijdig een groep nieuwe panden gebouwd op de gronden van de net afgebroken historische herberg "Achterom".

Sociale woningbouw maakte eveneens deel uit van de functies die stad voorzag in dit deel van de nieuwe wijk. De Broederminstraat ligt in de uiterste zuidelijke hoek van de Zuidverkaveling, met bouwgronden die veel minder duur waren dan de meer centraal gelegen bouwblokken. De stad plande op die plaats arbeidershuisvesting ter vervanging van de woningen die op dat moment door de sanering van de wijk rond de Boeksteeg zouden verdwijnen. De Antwerpse gemeenteraad gaf in 1875 het Bureel voor Weldadigheid de opdracht om arbeidershuisvesting op te trekken op het driehoekige bouwblok tussen Balans-, Broedermin- en Belegstraat en de grens met de achtste wijk. De S.A. Sud d’Anvers speelt in op deze plannen door dit bouwblok op te splitsen: de aanleg van de Lange Batterijstraat in 1875 en de verbindingsstraatjes Halfmaan- en Korte Batterijstraat in 1876, maakten de beschikbare bouwpercelen zo ondiep dat ze enkel in aanmerking kwamen voor arbeiderswoningen. Het Bureel van Weldadigheid schrijft in 1877 een ontwerpwedstrijd uit voor de arbeiderswoningen. Het programma bepaalt dat de woningen vijf meter breed moeten zijn en een verdieping moeten hebben "om alzoo door twee afzonderlijke huishoudens bewoond te kunnen worden". De wedstrijd wordt gewonnen door architect J.B. Vereecken, die in 1879 een bouwaanvraag indient voor 188 werkmanshuizen, goedgekeurd in 1881. De woningen van twee bouwlagen en twee traveeën onder zadeldak hebben een neo-Vlaamse renaissancegetinte gevel: baksteen met speklagen, getrapte dakvensters. De hoekwoningen worden als winkelhuizen uitgewerkt, met houten puien op de gelijkvloerse verdieping. De woningen worden gebouwd in de Belegstraat, Batterijstraat, Halvemaanstraat, Balansstraat en Broederminstraat. Uiteindelijk wordt dit volledige huisvestingsproject, dat behalve woningen ook winkelhoekpanden, werkhuizen, een melkerij en apotheek, gestichten voor verlaten kinderen en een toevluchtshuis bevatte, in de tweede helft van de 20ste eeuw volledig afgebroken voor hoogbouw. De nieuwe appartements- en kantoorblokken van het OCMW nemen het volledige bouwblok tussen de Balans- en de Lange Batterijstraat in.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1898 # 1875 (36), 1903 # 197 (36), 1897 # 1833 (1-5), 1896 # 1801 (20), 1898 # 1810 (2), 1898 # 1385 (4-8), 1879 # 1321 (huisvestingsproject Bureel van Weldadigheid).

Auteurs:  Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Broederminstraat [online], https://id.erfgoed.net/teksten/135107 (geraadpleegd op ).