Villa Decourrière

Tekst van Villa Decourrière (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/212530)

Modernistische villa van 1959 naar ontwerp van het trio Blondel, Baucher en Filippone, ingeplant op een ruim, hellend perceel met ten zuiden een uitzicht op de vallei van de Jezuïetenbeek. De helling van het terrein en het uitzicht van de omgeving worden weerspiegeld in de architectuur: twee vleugels in een stompe hoek op elkaar aansluitend, met – de glooiing volgend – verspringende niveaus in de slaapvleugel.

Deze villa is volgens de huidige bewoner gebouwd in opdracht van één van de dochters van de voormalige burgemeester van Brussel, L. Cooremans. In Linkebeek had Cooremans twee aan elkaar palende percelen gekocht voor zijn dochters. In 1947 werd op één van de percelen het huidige nummer 46 gebouwd naar ontwerp van J.P. Blondel. De zussen kozen er toen voor om hun tuinen open te laten, de huidige bewoners van zowel nummer 44 als 46 hebben er eveneens voor gekozen om hun tuinen niet af te sluiten waardoor het uitzicht niet verstoord wordt.

De villa werd in 1961 besproken in het architectuurtijdschrift "La Maison". Naast een beschrijving van het mooie, glooiende terrein waarop de villa gebouwd is, wordt de excellent gekozen oplossing voor de hellingen via de verspringende niveaus enorm geprezen. Ook de budgetvriendelijke manier van bouwen werd benadrukt.

Wit geschilderde bakstenen villa opgebouwd uit twee vleugels – een oostelijke dagvleugel waarin de leefruimte en keuken zijn gesitueerd en een westelijke nachtvleugel waar de slaapkamers en badkamer zijn ondergebracht – van één bouwlaag onder plat en hellend dak. De twee vleugels vertrekken vanuit de noordelijk gelegen inkomhal waar gebruik werd gemaakt van gekleurde glasramen. De woning is overigens vrij gesloten aan de noordzijde terwijl de zuidzijde volledig is opengewerkt naar de lager gelegen vallei. De leefruimten hebben zo nagenoeg de hele dag zon, terwijl het tot luifel doorgetrokken dak beschermt tegen fel zonlicht en warmte enerzijds en tegen regeninslag anderzijds. In de hellende nachtvleugel geven alle kamers uit op een doorlopende gang aan de westelijke kant van de vleugel. De kamers zijn opgevat als kloostercellen met een minimum aan uitrusting: voor de kinderen een bed, een werktafel en nissen voor boeken. Elke kamer heeft in de gang een grote kast ter beschikking waarin ook een kleerkast is verwerkt. Omdat deze vleugel de helling van het terrein volgt, lig elke kamer op een lager niveau dan de voorgaande. Op het laagste punt is de 'masterbedroom' gelegen.

Een drietal jaar geleden kwamen er nieuwe eigenaars in de woning. Ze hebben de villa opgeknapt met respect voor de authenticiteit van het gebouw. De woonkamer is nog helemaal intact, evenals de slaapkamers. Enkel de keuken is volledig veranderd en aangepast aan de huidige noden. De kleuren van het interieur zijn ook aangepast, gebaseerd op de staalkaart van Le Corbusier.

  • S.N. 1961: Villa à Linkebeek, La Maison 5, 147-148.
  • Mondelinge informatie verkregen van de heer Vastesaeger op 27 mei 2010.

Bron: DAVELOOSE B. met medewerking van KENNES H. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Linkebeek, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB12, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Daveloose, Barbara
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa Decourrière [online], https://id.erfgoed.net/teksten/134685 (geraadpleegd op ).