Gemeentelijk kerkhof van Gent of Westerbegraafplaats

Tekst van Westerbegraafplaats (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/126562)

Gelegen aan de noordwestrand van de stad, buiten de Brugse Poort, op de grens met Mariakerke. Het vroegere kerkhof van de Brugse Poort, ontstaan na het decreet van Jozef II (1784), bevond zich meer zuidwaarts, namelijk op de hoek met Elyzeese Velden en Gasmeterlaan (zie ook Rabotwijk). Naar hier overgebracht in 1872, in een toen nog landelijk en quasi onbebouwd gebied. Tot 1911 ongewijd kerkhof, in de volksmond zogeheten "geuzenkerkhof", destijds voornamelijk begraafplaats van liberalen en socialisten, hoogleraren en kunstenaars. Deze graven, naar ontwerp van bekende Gentse beeldhouwers, bevinden zich meestal in het oudste deel van het kerkhof, een rechthoekig ommuurd park ten zuiden, latere uitbreidingen met gewoon kerkhof aan de oost- en westkant.

Een plataandreef leidt van de Palinghuizen aan de Brugse Vaart naar het poortgebouw.

De toegangsgebouwen en afsluitingsmuur werden opgericht naar ontwerp van Adolphe Pauli tussen 1867 en 1882, zijn laatste opdracht als stadsarchitect, reeds in 1867 werd hij na zijn ontslag adviserend architect en werden de werken uitgevoerd onder leiding van de nieuwe stadsarchitect J. Hofman.

Het project voorzag een beplant kerkhof ("jardin des morts") bestemd voor 13.300 graven omsloten door een galerij voor monumentale graven, grafkelders en schuilplaats voor bezoekers, en een muur met een portiek uitgewerkt als triomfboog. De galerij die later zou worden opgetrokken werd echter nooit uitgevoerd.

Monumentale triomfboog in neoclassicerende stijl met drie doorgangen, een brede centrale doorgang voor wagens, geflankeerd door twee zij-ingangen voor voetgangers. Links en rechts ervan paviljoenen voor bewaker en grafmaker. Materiaal: fundering en opbouw van Opperscheldesteen, voor verdere afwerking natuursteen van Gobertange en hardsteen van Ecaussines.

Centrale hoger opgetrokken en licht vooruitspringende doorgang: rondboog met boogomlijsting rustend op Toscaanse pilasters, in zwikken rozetten, geflankeerd door hoge pilasters en bekroond met een driehoekig fronton bekroond met acroteria met palmet en een golvend meanderfries. De bas-reliëfs in de frontons uitgevoerd in steen van Echaillon stellen op de voorgevel een allegorie voor met het besef dat de dood het einde van het materieel bestaan betekent, maar dat de ziel bestemd is voor een nieuw leven, naar ontwerp van beeldhouwer B. Wante (1878); op de kerkhofzijde werd het "Laatste Oordeel" uitgebeeld naar ontwerp van en door A. Van Eenaeme en na zijn dood voltooid door zijn leerlingen (1871-'73). Lagere aanbouwsels ernaast met rechthoekige zijpoorten in geprofileerde arduinen omlijsting met oren; bekronend entablement met arduinen paneel (voor opschrift), kroonlijst op consoles en eveneens acroteria met palmetmotief.

Buiten de oude ommuring, in de as van de ingang werd in 1924 het monumentale oorlogsmonument 1914-'18 van beeldhouwer Carl De Cock onthuld. Opgetrokken uit Euvillesteen in art-decostijl.

  • CAPITEYN A. & DECAVELE J. 1981: In steen en brons van leven en dood, Gent, 17-20.
  • WYLLEMAN L. 1973: Architekt Adolphe-Edouard-Theodore Pauli 1820-1895, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Rijksuniversiteit Gent, 193-203.

Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in Belgiƫ, Architectuur, Stad Gent, 19de- en 20ste-eeuwe stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nc, Brussel - Gent.
Auteurs:  Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Westerbegraafplaats [online], https://id.erfgoed.net/teksten/134453 (geraadpleegd op ).