Parochiekerk Sint-Jan Evangelist

Tekst van Parochiekerk Sint-Jan Evangelist met kerkhof (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/42675)

Ingeplant op een lichte verhevenheid, aan een wegkruising domineren kerk en pastorie de nog overwegend landelijke kern. De directe omgeving wordt gevormd door de overige componenten van de enclavevormende kerksite: het sterk verwaarloosde, met een bakstenen muur en betonnen hekwerk omsloten kerkhof en de achterliggende pastorie met omringende tuin en weide.

Ondanks de gestage bevolkingsaangroei waren de inwoners van het gehucht Blanden in de 18de eeuw nog steeds aangewezen op de parochiekerk van Bierbeek. Op 29 maart 1781 richtten de schepenen van Blanden een schrijven aan de tiendheffer - de Faculteit van Godgeleerdheid van de Leuvense universiteit - met het verzoek in hun gehucht een kerk op te richten en een pastoor aan te stellen. Zij argumenteerden dat de kerk van Bierbeek op meer dan een uur gaans lag en dat de weg bij slecht weer vrijwel onbegaanbaar was.

Na vruchteloze gesprekken met de verantwoordelijken richtten de schepenen zich achtereenvolgens tot de aartsbisschop en tot de Raad van Brabant. Op 11 juni 1785 werd de faculteit door de Raad, die hierbij het advies van de aartsbisschop volgde, verplicht tot de bouw van een succursale kerk en tot het aanstellen van vicaris die over een huis met tuin moest kunnen beschikken. Hierop liet de theologische faculteit een plan opmaken dat voorzag in de bouw van een éénbeukig kerkje met een tegen het koor aansluitende woning voor de vicaris. Niettegenstaande het plan door de Raad van Brabant was goedgekeurd zorgde de bestuurlijke malaise van de jaren '80 opnieuw voor vertraging. Op 21 november 1788 brachten de schepenen van Blanden de nieuwe Commissie voor Kerkelijke Zaken op de hoogte van de eerdere uitspraak van de Raad van Brabant. Aangezien de uitvoering onder haar bevoegdheid ressorteerde werd hofarchitect Louis Montoyer samen met een inspecteur belast met een onderzoek ter plaatse. Op hun advies werd op 10 maart 1789 een akkoord gesloten met de abdij van Sint-Geertrui die anderhalve bunder bosgrond wou afstaan in ruil voor enkele voordelen waaronder een kapvergunning. De eerder door de Raad van Brabant goedgekeurde bouwplannen werden echter als "mauvais architecture, mal dressé et mal dessiné" afgewezen. Als alternatief werd Montoyer gevraagd om een kerk te ontwerpen "qui réunisse la solidité à la simplicité nécessaire".

De nieuwe plannen werden door alle betrokken instanties vlot goedgekeurd zodat reeds op 5 mei in de herberg "het Casteel van Naemen" kon worden overgegaan tot de aanbesteding voor de levering van meer dan één miljoen bakstenen. De kosten werden geraamd op 21.259 gulden 10 stuiver en ondanks het hoge bedrag door de Rekenkamer goedgekeurd. In de zomer van datzelfde jaar werd met de bouw begonnen en op 3 oktober 1792 werd de nieuwe kerk, toegewijd aan Sint-Jan- Evangelist, plechtig ingezegend. De inwijding van het kerkhof dateert pas van 1804. Montoyer tekende ook het ontwerp van de pastorie waarvan de ruwbouw min of meer gelijktijdig met de kerk werd voltooid.

Door de reorganisatie van de parochies na het Concordaat met Napoleon werd de kerk van Blanden op het einde van 1803 van Bierbeek afgescheiden. Pas bij KB van 1 januari 1843 werd de Sint-Jan-Evangelistkerk officieel tot parochiekerk verheven.

Rond 1855 werden de eerste herstellings- en aanpassingswerken uitgevoerd waaronder een gedeeltelijke vernieuwing van de glas-in-loodramen, herstelling van het hoofdaltaar en de plaatsing van twee zijaltaren, een communiebank en een tweede biechtstoel. In de jaren 1870 werd het metselwerk opnieuw gevoegd, het dak hersteld en de elf vensters gerestaureerd onder leiding van provinciaal architect Louis Van Arenbergh (1834-1888). Begin 20ste eeuw kreeg het interieur een inmiddels verdwenen polychrome(?) binnenafwerking gerealiseerd door Beyens uit Kessel-Lo.

Ook in de jaren 1960 werden nog aanzienlijke herstellingen uitgevoerd, ditmaal onder leiding van architect R. Biront uit Kessel-Lo. De meest recente ingrepen waren het vernieuwen van kroonlijst en regenwatervoer (circa 1986) en het plaatsen van een tochtsas met beglaasde deur (circa 1992).

Sinds ongeveer 1985 wordt er op het kerkhof niet langer begraven. De parochiekerk van Blanden is sinds 10.01.1980 opgenomen in het beschermde dorpsgezicht "Sint-Jan-Evangelistkerk en onmiddellijke omgeving", dat bij MB van 13.10.1980 werd uitgebreid met een bescherming als monument van de pastorie.

Beschrijving

Kerk en pastorie werden ingeplant ter hoogte van een wegkruising, te midden van een min of meer rechthoekig, naar de straat spits toelopend terrein van bescheiden afmetingen. Opmerkelijk is de ongebruikelijke configuratie waarbij beide gebouwen in dezelfde as en op amper een zestal meter van elkaar werden opgetrokken zodat de achterliggende pastorie met haar voorgevel naar koor en sacristie is gericht. De met de voorgevel naar het noorden gerichte kerk ligt vooraan aan de straat en wordt voorafgegaan door het driehoekige kerkhofperceel. Het niet georiënteerde kerkgebouw van bescheiden afmetingen (39 x 13 meter) bestaat uit een éénbeukig schip van zes traveeën, een door dienstruimten geflankeerde, ingebouwde klokkentoren en wordt aan de zuidzijde voorafgegaan door een driezijdig koor waarop een nagenoeg vierkante sacristie aansluit. Het geheel is opgetrokken in baksteen met verwerking van Gobertange voor een deel van het gevelfront, de omlopende plint, kroon- en cordonlijst, omlijstingen, regelmatige hoekkettingen en steigergaten en is voorzien van een natuurleien bedaking met twee kleine dakkapellen. Het eenvoudige volume toont een strakke geleding van traveebepalende, hoge rondboogvensters in een vlakke omlijsting met cordonvormig doorgetrokken onderdorpels. Ter hoogte van de eerste travee, vlak onder de kroonlijst, bevinden zich twee dichtgemetselde lunetvensters. De voorgevel wordt in evidentie gesteld door een tweeledig “frontispice” onder een driehoekig fronton waarboven de vierkante klokkentoren met rondbogige galmgaten en ingesnoerde spits uitsteekt. De volledig in Gobertange opgetrokken, onderste geleding bevat centraal de in een rechthoek ingeschreven rondboogdeur met geprofileerde booglijst met trapeziumvormige sluitsteen en imposten, geflankeerd door twee dichtgemetselde lunetvensters. De dubbele houten deur met deels ingediepte tussendorpel en waaiervormig bovenlicht wordt geflankeerd door de ingemetselde grafplaten van de pastoors Wirix († 1848) en Rouchau († 1839). Een brede cordonlijst vormt de scheiding met de bovenste geleding in baksteen, opengewerkt met een centraal, rechthoekig venster met geprofileerde omlijsting en bekronend entablement, links en rechts geflankeerd door een rondboogvenster conform de beukvensters. Het rechthoekige gevelfront wordt bekroond met een bepleisterd, driehoekig fronton met oculus dat de overgang vormt met de achterliggende toren. In de lengte-as en tegen de apsiswand bevindt zich de sacristie met schilddak en rechthoekige, getraliede vensters met houten schrijnwerk.

De licht crèmekleurig geschilderde binnenruimte wordt gearticuleerd door pilasters op natuurstenen plint en door een gelede, volledig omlopende kroonlijst waarboven een bakstenen tongewelf met gordelbogen, opgehoogd met een centraal rozetmotief. Het verticaal elan van de ordonnantie wordt getemperd door een geprofileerde sierlijst ter hoogte van de vensterdorpels. De koorruimte wordt in evidentie gesteld door een halfkoepelgewelf met waaiermotief en pseudo-caissons met ingeschreven schijfmotief, afgelijnd met een vergulde tandlijst en opgevangen door resp. twee Toscaanse zuilen (wellicht ontpleisterd) en pilasters. De twee muurnissen die het altaar flankeerden werden dichtgemetseld. De bevloering bestaat uit zwarte en grijze natuurstenen tegels (deels verstopt onder vasttapijt) terwijl glas-in-loodramen in een metalen kader, met heldere beglazing van wit en geel structuurglas zorgen voor een homogene lichtinval. Links en rechts van het portaal leidt een dubbele, eiken deur met zware kroonlijst respectievelijk naar de berging met natuurstenen spiltrap richting doksaal en naar de voormalige doopkapel.

Sinds het verwijderen van communiebank en preekstoel - naar verluidt op zolder bewaard – is het meubilair beperkt tot twee Lodewijk XVI-biechtstoelen en een opmerkelijk portiekaltaar vermoedelijk afkomstig uit een gesupprimeerde klooster. Centraal bevindt zich een 1722 gedateerd schilderij met voorstelling van de Heilige Antonius abt en Paulus van Thebe van de hand van de Luikse schilder Edmond Plumier (1694-1733), voornamelijk portretschilder, die onder meer werkte in opdracht van de Luikse prins-bisschop en vooraanstaande adellijke families.

Meubilair
  • Portiekaltaar met schilderij door Edmond Plumier, in bekroning wapenschild, Heilige Geest onder gedaante van een duif, medaillon met buste van de Heilige Anna met Maria, tabernakel met Goede Herder en bekroond met kruisbeeld, circa 1800, gemarmerd hout.
  • twee biechtstoelen, circa 1800, eik.
  • doopvont op houten onderstel, circa 1800, marmer; deksel in messing.
  • schilderij door Edmond Plumier, altaarstuk. Gesprek tussen de Heilige Antonius en de Heilige Paulus van Thebe, getekend en gedateerd 1722, doek.
  • beeld Onze-Lieve-Vrouw met Kind met wereldbol en scepter, Mechels werk, einde 16de-begin 17de eeuw, later gewijzigd om er een gekleed beeld van te maken, geschilderd hout.
  • beeld Heilige Clara, 17de eeuw., gepolychromeerd hout.
  • beeld Heilige Franciscus van Assisïe, 17de eeuw gepolychromeerd hout.
  • beeld Verrezen Christus met kruis, 17de eeuw gepolychromeerd hout.

(Gebaseerd op Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Brabant. Kantons Leuven I en II, Brussel, 1980, p. 17.)

  • LEUVEN, Archief Onroerend Erfgoed, dossier KCML, Sint-Jan-Evangelistkerk Haasrode.
  • Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen. Architectuur/deel 1. Provincie Brabant. Arrondissement Leuven, (Luik), (1971), p. 46.
  • DE GREEF P. 2004: De pastorie van de kerk van Sint-Jan Evangelist, onuitgegeven bouwhistorische synthesenota, Mechelen.
  • HALFLANTS J.1964: Merkwaardigheden ten zuiden van Leuven in Mededelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Leuven en Omgeving (M.G.O.K.L.), 119.
  • MARTENS E. 1984: Blanden in Oude dorpsgezichten en landschappen in het natuurpark Dijleland, Leuven, 35 e.v.
  • NACKAERTS R. 1998: Parochie Sint-Jan-Evangelist, Blanden in Honderdvijfentwintig jaar Dekenaat Bierbeek. Twaalf parochies in de kijker, (Bierbeek), 67-70.
  • NACKAERTS R. 1981: Uit het verleden van de gemeente Oud-Heverlee, (Neerijse), 113-132.
  • REEKMANS P. 1964: Het schilderij van Edmond Plumier in de kerk van Blanden in Mededelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Leuven en Omgeving (M.G.O.K.L.), 45-49.

Bron: Beschermingsdossier DB002302
Auteurs:  Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Jan Evangelist met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/128904 (geraadpleegd op ).