Brouwerijcomplex

Tekst van Brouwerijen Artois (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/206580)

Grote en nog volledig uitgeruste brouwerij die werd geconcipieerd in het interbellum (1923), die met enkele conceptwijzigingen hersteld werd na de Tweede Wereldoorlog (1945).

In 1717 koopt Sebastiaan Artois (1680-1726) een bestaande brouwerij op en geeft ze zijn naam. In 1778 wordt de brouwerij herbouwd. In de daaropvolgende jaren wordt de brouwerij verder uitgebreid. In 1891 worden langs de vaart moderne gebouwen opgericht, ontworpen door architect Henri Beyaert (1823-1904). Ook in het interbellum volgen verdere uitbreidingen. De oude brouwerij bestaat uit 3 delen, die gelijkaardig van opbouw zijn. Elke brouwerij bestaat uit een machinezaal (gelijkvloers), brouwzalen (eerste verdieping), tremelzaal (tweede verdieping), maalderij (derde verdieping) en verdeelzaal granen (vierde verdieping).

A. Brouwzaal Artois. Gebouwd in 1923. Gedeeltelijk heropgericht in 1945 nadat het complex in 1944 door bombardementen zwaar werd beschadigd.

B. De brouwzalen "Internationaal" en "Immo" werden na 1945 opgericht.

C. De aanpassingen die na de tweede wereldoorlog werden uitgevoerd (voornamelijk gevels). Het voornaamste objectief voor 'Artois' om zo snel mogelijk terug in productie te gaan. Omdat het gebouw nog grotendeels overeind stond, werd gekozen voor wederopbouw en niet om over te gaan tot afbraak. Vertrekkend vanaf het gelijkvloers is vast te stellen dat het bovenste gedeelte van de plint in oorsprong gelijnd was en bestond uit afzonderlijke natuursteenblokken met geaccentueerde horizontale voegen. Heden rest alleen nog het onderste gedeelte van deze plint in zwaar gebouchardeerde natuursteen. Het gedeelte erboven is vervangen door gefrijnde natuursteenplaten. Het fries boven deze plint, ter hoogte van de dorpels van de ramen van de eerste verdieping is authentiek. De vormgeving van de gevel van de eerste verdieping is nog authentiek te noemen. De boogvormige ramen zijn ongewijzigd met uitzondering van de vormgeving van het buitenschrijnwerk. De meeste opmerkelijke geveltransformaties beginnen vanaf de tweede verdieping. Vermoedelijk waren de beschadigingen vanaf de derde verdieping zo ernstig dat er beslist werd om de gevel vanaf verdieping twee volledig herop te bouwen. Het verticaliserend element, waar zich de kolommen achter bevinden, is gebleven met uitzondering van de witsteen-accenten die deze constructie bekroonde. De ramen zijn nu voorzien van een omranding in witte steen of wit beton. In oorsprong ontbrak dit en werd door gebruik te maken van siermetselwerk een omranding gesuggereerd. De kapconstructie is volledig verwijderd en vervangen door een vierde verdieping, afgedekt met een plat dak. De constructie die de verluchtingsopeningen bevat (5de en 6de verdieping) is geïntegreerd in het nieuwe concept. Deze aanpassingen hebben er toe geleid dat men aan de onderzijde een gebouw heeft uit de jaren '20 en aan de bovenzijde een uitzicht krijgt van de jaren '50. Ook aan het interieur van de toegang, vanaf de Sluisstraat werd de nodige aandacht geschonken. Een met marmer beklede, ovaalvormige, dubbele bordestrap voert de bezoeker langs sierlijke leuningen naar de brouwzaal of de machinezaal. Deze leuningen zijn samengesteld met gevormde stalen profielen en klinknagels. Ze zijn afgewerkt met een handgreep in hout.


Bron: Beschermingsdossier DB002057
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Brouwerijen Artois [online], https://id.erfgoed.net/teksten/128751 (geraadpleegd op ).