Herenhuis

Tekst van Herenhuis (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/42375)

Voornaam herenhuis dat, voortgaande op de stijlkenmerken en kadastrale plans van 1825 en 1850, werd opgetrokken einde 18de-begin 19de eeuw en vermoede­lijk in het tweede kwart van de 19de eeuw achteraan werd uitgebreid met een haaks aan­sluitende woon­vleu­gel. Moge­lijk werd toen ook in het ver­lengde het lagere bij­ge­bouw opge­trokken, dat later via een klein tus­senge­bouwtje ver­bon­den werd met de haakse vleugel.

Het herenhuis is heden quasi halfvrijstaand ingeplant op de oude rooilijn, ingevolge de oprich­ting in de jaren 1966-1970 van het belendende Artois-gebouw op een ver­legde bouw­lijn. Van het type enkelhuis met lijstgevel, telt het drie bouw­la­gen in verkleinende ordonnantie en vijf traveeën, onder een met kunst­leien afge­dekt za­deldak. Voorgevel met strakke symmetrische opstand onder fronton­be­kroning, op de be­gane grond voorzien van een zand­ste­nen pare­ment met Franse voegen die waaiervormig uitstralen boven de muur­ope­nin­gen; bo­ven­ver­die­pin­gen be­pleis­terd en be­schil­derd, met schijn­voe­gen op de smal­le pe­nan­ten en entablementen in het mid­den­veld. Markante gevelarchitectuur met risa­lietvormende hoekpartijen ter accentuering van de poort- en deurtra­veeën en uit­lo­pend in het driehoekig pseudo-fronton met verdiept timpaan en cen­traal ocu­lus. Zware geprofileerde puilijst als duidelijke aflijning van de onder­bouw, in de risalieten met sterke uitkraging en klossen boven de toegangen. Poort en deur zijn gevat in een rechthoekige geprofileer­de omlijsting op neuten, in de smallere deur­tra­vee ver­dubbeld met rechtstanden. Een zelf­de omlijsting typeert ook de bovenlig­gen­de deur­ven­sters met en­tablement en de kleinere vensters met ge­profi­leer­de lekdrem­pel op con­sooltjes erboven. Voorts eenvoudige rechthoekige vensters in het dieper liggend mid­den­veld: de gelede druiplijst, cordonvormende dorpels en lekdrempels zorgen hier voor een horizontali­serend effect, nog versterkt door de ven­sterregisters met smalle pi­las­tervormige penanten beëin­digd door decoratieve ingediepte kapitelen met rozetmo­tieven.

Achtergevel met recente bakstenen uitbouw op de begane grond. Met schijnvoegen bepleisterde en beschilderde bo­venverdiepin­gen met recht­hoe­kige vensters en steigerga­ten. Rechthoekige houten dakkapel en groot houten over­luifeld laadvenster.

Zowel in voor- als achtergevel werd het houtwerk van ra­men, poort en deur in la­tere fasen vernieuwd.

Het pand, dat naderhand inwendig werd opgedeeld voor bijkomende woon­een­he­den, en een aantal mo­der­ni­se­ringen en aan­pas­sin­gen onderging - onder meer van de trap­hal met glas­kap en bor­des­trap uit de jaren 1920-1930 - behield nog zijn ori­gineel dakgebint en het hijssysteem met rad van de laterale dakkapel.

Aansluitende rechthoe­kige noordoostvleugel in bak­steen met zandstenen plint, twee bouwlagen en drie tra­veeën onder afgesnuit leien zadeldak. Sobere en strenge neoclassicistische ar­chi­tec­tuur met recht­hoe­kige bene­den­ven­sters voorzien van zand­stenen hoek­blok­ken, hard­stenen bo­vendor­pels en lekdrem­pels, en een steek­bo­gige ont­las­ting; witbe­pleis­terde boven­bouw met hoekkettin­gen en zelfde venster­vormen met cor­don­vor­mende hard­stenen lekdrem­pels; gewitte blin­de zij­ge­vel.

Het interieur bewaart beneden nog een fraai, evenwel verweerd stucplafond met fijne gepro­fi­leerde veldenindeling, cirkelpatroon met ingeschreven rozet­mo­tief en ge­lede kroon­lijst met loofwerk- en bloemen­lijst. Eenlaags gewit rechthoekig bakstenen bijgebouwtje onder plat dak, met in drie traveeën rechthoekige deur en ven­sters in vlak­ke zand­stenen omlijsting, op hardstenen lek­drempels.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Vlaams-Brabant, archief Monumenten en Land­schappen, beschermingsdossier Mechelsestraat 174 (26.03.1998).
  • Stadsarchief Leuven, collectie Kaarten en Plannen, kadasterplan Leuven 1850.
  • CRAAN W.B., HERLA M., Atlas Cadastral Parcellaire du territoire de la Ville de Louvain (opgemeten 1813-1819, uitgetekend 1825).
  • LEFEVER F.-A., Egyptiserende constructies uit Napoleons tijd, in Brabantse Folklore, nummer 258, 1988, p. 98-120.

Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/128277 (geraadpleegd op ).