Hoogbouwwijk Sint-Maartensdal

Tekst van Hoogbouwwijk Sint-Maartensdal (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/125467)

Grootschalige en monumentale hoogbouwwijk (nummers 1-7) met sociale appartementen gebouwd door de Gewestelijke Samenwerkende Maatschappij voor Huisvesting Leuven tussen 1960 en 1967 naar de plannen van de architecten R. Braem, J. De Mol en A. Moerkerke. Voor dit ontwerp, een toepassing van de zuiver modernistische stedenbouwkundige en architecturale principes van collectief wonen, kreeg Braem in 1967 de prijs van de ‘Société Belge des Urbanistes et Architectes Modernistes’ (SBUAM).

Drie langgerekte blokken van tien bouwlagen (nummers 1, 2, 3), twee torengebouwen van zestien (nummers 6, 7), en een toren van twintig bouwlagen (nummer 5) - in totaal oorspronkelijk 687 wooneenheden - liggen samen met een verwarmingspaviljoen (zonder nr.) in een open parkomgeving met grasvelden en plantsoenen, ingeplant volgens een geometrisch schema gebaseerd op zichtassen en lichtinval. Aan de zuidzijde van het terrein, waar Braem een rij ééngezinswoningen had voorzien ter afsluiting van het bouwblok aan de Diestsestraat, werd in 1972 een bijkomend appartementsgebouw van acht bouwlagen opgetrokken naar ontwerp van het Leuvense bureau Formanova (nummer 4). De hoek van de Jan-Pieter Minckelersstraat en de Rijdende-Artillerielaan wordt gevormd door het buurtcentrum (1994, stadsarchitect R. Jacobs).

Vanaf 1998 worden in opdracht van de sociale huisvestingsmaatschappij Dijledal, de torens elk om beurt gerenoveerd door het architectenbureau A33, waarbij het aantal en de indeling van de appartementen wordt gewijzigd en de gevels gemoderniseerd. Vanaf 2004 ondergaan de blokken een gelijkaardige renovatie geleid door het studiebureau A.R.T. De oorspronkelijke kleurcontrasten van gele baksteen, betonnen kordons, witte en blauwe glasalplaten en houten raamprofielen verdwenen ten voordele van roodkeramische, aluminium en zinken gevelbekledingen.

De torens hebben een zeshoekig grondplan met een centrale koker met trap en lift waarrond de appartementen straalsgewijs geschikt zijn. Dragende ribben op ieder hoekpunt, in de gevel doorlopende scheiwanden en doorgetrokken venstertraveeën, zorgen voor een bijzonder verticaliserend effect. Toren één, bekroond door een zendmast, is met zijn 115 meter het hoogste gebouw van Leuven en heeft als baken een grote symboolwaarde voor de stad.

De blokken bevatten duplex-appartementen in visgraatformatie geschikt aan weerszijden van een lange, centrale gang en gescheiden door in de gevels doorlopende wanden. Hierdoor vertonen de blokken tussen de hoger opgetrokken trap- en liftkokers aan de uiteinden, een typisch zig-zaggende gevellijn.

  • BRAEKEN J. 2002: Het Renaat Braem huis. Een kompositie van ruimte en tijd op menselijke schaal, Monumenten en Landschappen 21.6 (november-december), 8.
  • LEPLAT J. 1998: Aspecten van de renovatie van Sint Maartensdal, Leuven, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven.
  • STRAUVEN F. 1983: Renaat Bream architect, Brussel.

Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoogbouwwijk Sint-Maartensdal [online], https://id.erfgoed.net/teksten/127919 (geraadpleegd op ).