Bleyenberghoeve

Tekst van Bleyenberghoeve met erf (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200059)

De sinds 1525 vermeldde Bleyenberghoeve is één van de laatste historische hoeves maar ook één van de laatste historische gebouwen in het dorp. De hoeve is opgericht door het nu verdwenen Mechelse nonnenklooster van Blijdenberg. De hoeve zelf is een mooi voorbeeld van een oorspronkelijke vakwerkstructuur die nadien – alleszins vóór het midden van de 18de eeuw – werd versteend.

Sinds het begin van 16de eeuw werd in Keerbergen een aanzienlijk grondbezit verworven door het klooster dat werd geëxploiteerd vanuit het hof van Bleyenberg (de huidige hoeve). De Ferrariskaart (circa 1770) en een kaart van Keerbergen uit 1779 (Brussel, ARAB, Kaarten en Plannen, inv.in hs., nummer 1224) tonen een viertal rond een rechthoekig erf geschaarde volumes, waarbij de losse bebouwing wijst op lemen vakwerkconstructies. Op de Poppkaart (circa 1860) is de ook door Ferraris weergegeven, rechthoekige omgrachting nog steeds aanwezig maar is het bouwbestand herleid tot het rechthoekige volume van de nog bestaande hoeve. Het huidige bijgebouw ingeplant voor de hoeve dateert dus alleszins van na 1860. Aangenomen mag worden dat het bijhorende areaal in een vrijwel aaneengesloten blok rond de hoeve lag gegroepeerd. Dit wordt bevestigd door de oude veldbenamingen "Bleyberg hof Veld" en "Clooster bemden" op de Poppkaart.

De momenteel okerkleurig geschilderde en van een gepekte plint voorziene, niet gedateerde Bleyenberghoeve is ingeplant achterin een rechthoekig, aan de straatzijde gelegen perceel, voorafgegaan door een klein, na 1860 te dateren bijgebouw. Deze hoeve van het langgestrekte type is opgetrokken in baksteen en afgedekt met een asymmetrisch, sterk overkragend zadeldak (rode Vlaamse pan), deels rustend op geprofileerde dakconsoles. De linkerhelft omvat het noord-zuid georiënteerde woonhuis met aan de erfzijde een rechthoekige inkomdeur met houten latei geflankeerd door een verlaagd, beluikt kloosterkozijn en een getralied kruisvenster met houten latei. De oostelijke kopgevel toont een intact bewaard, getralied kloosterkozijn op de verdieping, een voormalig kruisvenster met houten latei op het gelijkvloers, een getralied keldervenster alsook enkele recentere lichtopeningen. Kruisvensters en kloosterkozijnen wijzen op een minstens tot het midden van de 18de eeuw opklimmende datering. Rechts van het woongedeelte bevinden zich de stal en de schuur met hun respectievelijke, op het erf uitgevende poorten onder een houten latei en twee kleine vierkante stalvensters. Aan de veldzijde is het schuur en stalgedeelte met laag doorgetrokken dakvlak opengewerkt met verschillende lage poortjes en twee, beluikte en getraliede houten kozijnen. De binnenindeling van het woonhuis bleef opmerkelijk intact. De zolder met vier dakspanten is enkel toegankelijk via een houten ladder in de linkervoorkamer. Vanuit de keuken leidt een zware, opgeklampte deur naar stal en aangrenzende schuur. In de muur ingewerkte houten stijlen voorzien van korbelen – eveneens zichtbaar in de woonkamer links - waarop zware moerbalken en vijf stijlengebinten rusten en fragmentarisch bewaarde tussenwanden in stijl- en regelwerk wijzen op een oorspronkelijke, lemen vakwerkconstructie die nadien werd versteend.


Bron: Beschermingdossier DB002182
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Bleyenberghoeve met erf [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125590 (geraadpleegd op ).