Groot Begijnhof

Tekst van Groot Begijnhof (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/122100)

Historiek

Vroegste vermelding van begijnen te Mechelen in 1209, toen ze een huis in de huidige Begijnenstraat bewoonden. Weldra vestigden zij zich rondom het godshuis der rustende priesters op de Dekenij (omgeving huidige Kanunnik de Deckerstraat - Heembeemd). In 1259 toestemming van de bisschop van Kamerijk voor het oprichten van een begijnhof juist buiten de tweede stadsomwalling, tussen Dijle en Antwerpse Steenweg, later zogenaamde Begijnenweiden. Stichting gesteund door Maria van Lummen, vrouw van Berthout en haar dochter Sophia.

Het hof met een grootte van 19 hectare 78 are was omsloten door muren en grachten en was de verblijfplaats van 1500 begijnen. Zieke en oude begijnen bleven op de Dekenij, later zogenaamd Klein Begijnhof. Nieuw begijnhof als parochie erkend in 1286, na oprichting van de kerk in 1279; statuten van 1295. Bloeiperiode gedurende drie eeuwen; in 1550 telde het 95 conventen. Verwoesting van het hof in 1578. De begijnen vluchtten naar het "Keizershof" intra muros. In 1595: officiële toelating voor de heroprichting in een weinig bewoonde wijk nabij Sint-Katelijnestraat. Aankoop van het "Hof van Fontes" en "Refugiehuis van Sint-Bernards", later infirmerie, in de Nonnenstraat. Hieromheen bloeide het huidige Groot Begijnhof in de periode 1595-1652. Aanleg van nieuwe straten: Hoviusstraat, Fonteinstraat, Acht Zalighedenstraat en bouw van nieuwe huizen. Jarenlang was het hof een grote bouwwerf. In 1596: oprichting van een voorlopige kerk gewijd aan Sint-Alexius en Sint-Catharina op een deel van het grondgebied van het cellebroedersklooster, gelegen tussen huidige Cellebroedersstraat en Begijnenkerkhof; in 1613-1614 klooster volledig ingelijfd bij het hof. In 1629 eerstesteenlegging van barokkerk; gewijd in 1647.

In 1652 annexatie van de Vrouw van Mechelenstraat met drie huizen en twee blekerijen in de Plankstraat. Sedertdien definitieve begrenzing. Relatieve bloei tijdens de 17de eeuw, met als belangrijke bron van inkomsten het vervaardigen van "Mechelse Kant". Achteruitgang in de 18de eeuw; in 1720: 700 begijnen en 27 conventen, in 1730 nog 650 begijnen en in 1750 slechts 480. In 1798: afschaffing van het begijnhof, afbraak van de poorten en verkoop kerk. In 1814 terugkeer van begijnen. In 1925 werd het begijnhof als parochie afgeschaft, daarna kapelanie behorend tot Sint-Katelijneparochie. Doch na de sloping van de poorten was van een echt begijnhof geen sprake meer. Sedertdien stilaan opnieuw geïntegreerd in de stad en bewoond door kleine gezinnen en alleenstaanden.

Gezien het Mechels begijnhof binnen de vesten werd ingericht in een reeds bewoonde stadswijk, gelegen tussen de vesten, Sint-Katelijnestraat en Nieuwe Beggaardenstraat, vormde het een afgesloten stadje in de stad, gekenmerkt door een asymmetrisch stratenpatroon. Van de rest van de stad afgesloten door aaneengesloten huizenrijen in genoemde straten en drie poorten: een in Sint-Katelijnestraat aan de Schrijnstraat; twee in de Nieuwe Beggaardenstraat ter hoogte van de Vrouw van Mechelenstraat en de Nonnenstraat. Langs de Vest afgesloten door een deel van de stadsmuur, de zogenaamde Centjesmuur. In 1858 demping van de Vuilgracht en de Heergracht, twee vlieten die het hof doorkruisten.

Beschrijving

Het asymmetrische stratenpatroon bleef tot op heden bewaard. Het algemene schema vertoont smalle straten met centraal gelegen kerk, de infirmerie (heden ingenomen door Brouwerij Het Anker), het huis van de Grootjuffer, verscheidene conventen waar arme begijnen samenwoonden en afzonderlijke begijnenwoningen of "kopen" van rijke begijnen; minder gegoede begijnen huurden kleine plaatsen, annexen van een of ander convent, zogenaamde "giften ofte gelegen". Typisch voor in de 17de eeuw aangelegde of bebouwde straten zijn de woningen met voor- of achtertuintjes met afsluitingsmuur (zoals in de Acht Zalighedenstraat en de Fonteinstraat).

Globaal uitzicht grotendeels behouden. Het tracé van de straten bleef ongeschonden en verscheidene conventen en aparte woningen bleven bewaard in vrij authentieke staat. Diephuizen en breedhuizen uit eind 16de, 17de of begin 18de eeuw in traditionele bak- en zandsteenstijl soms gemarkeerd door barokversiering. Een aantal gevels werd in de 18de eeuw en vooral in de 19de eeuw min of meer aangepast onder meer door wegbreken van vensterkruisen, vergroten of vernieuwen van vensters, bepleisteren van de gevel, verbouwen van topgevel tot lijstgevel enzovoort.

Heden worden de gevels veelal opnieuw gedecapeerd zodat sporen van vroegere toestand zichtbaar zijn; ook recente "restauraties" dikwijls met nieuwe materialen en approximatieve reconstructies naar een zogenaamde vroegere toestand. Talrijke lijstgevels die thuishoren in de 19de-eeuwse stadsarchitectuur, waaruit blijkt dat het begijnhof toen reeds opnieuw gedeeltelijk geïntegreerd was in de stad. Gezien het Groot Begijnhof heden geen zelfstandig geheel meer vormt en opnieuw deel uitmaakt van de stad, werd de inventaris ook hier systematisch per straat opgemaakt.

  • STADSARCHIEF MECHELEN, B 6703: Afbeelding van het Groot Begijnhof binnen de stad Mechelen, gekleurde pentekening op papier (18de eeuw).
  • BETERAMS F.G., Inventaris van het Archief van de C.O.O. van Mechelen, II, Mechelen, 1957.
  • DE RIDDER F., Artikels over het Mechels begijnhof, in Handelingen van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen, 1930. p. 56-84; 1935, p. 15-42; 1937, p. 23.
  • GODENNE L., Malines jadis et aujourd'hui, p. 381-382, 400-404, 413-417.
  • REYDAMS A., De namen en de korte geschiedenis der huizen, Mechelen, 1894, p. 173-183.
  • SCHOEFFER J., Begijnhof van Mechelen, in Gazet van Mechelen, 6/2/1859, 6/3/1861.
  • SCHOEFFER J., Historische aantekeningen, s.d., p. 285-307.
  • TAMBUYSER R., Het oud archief van het Groot Begijnhof van Mechelen, in Handelingen van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen, 1955. p. 25-27.
  • VERMUYTEN F., Het begijnhof van Mechelen en zijn kerk, Antwerpen, 1971.

Bron: EEMAN M., KENNES H. & MONDELAERS L. 1984: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Mechelen, Binnenstad, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 9n, Brussel - Gent.
Auteurs:  Eeman, Michèle; Mondelaers, Lydie; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Groot Begijnhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/122100 (geraadpleegd op ).