Het Sint-Agneshof werd gesticht in 1258. De grond gelegen ten zuidoosten van de Cicindria, in het gehucht Schurhoven, werd geschonken door abt Willem van Rijkel; de pastoors werden door de abdij benoemd. In 1798 werd het begijnhof onteigend en verkocht.

Het begijnhof is naast de Cicindria gelegen, en was vroeger volledig ommuurd; van deze ommuring, waarbinnen de beek was opgenomen, blijft alleen het noordoostelijke en het noordwestelijke gedeelte bewaard.

Het plan beschrijft een ruim plein, waarop de kerk is gelegen, een vrij lange straat ten zuidoosten die vertrekt aan de Schurhovensteenweg en langs het plein loopt, een kort straatje halverwege de zuidoostzijde van het plein, en een straat in het verlengde van de zuidoostzijde.

Het huidig uitzicht wijst op een pleinvormige aanleg; dit was oorspronkelijk niet het geval: voor de kerk bevond zich een huizenblok, dat waarschijnlijk circa 1780 verdween, en het grootste gedeelte van het huidige plein in beslag nam. De pastorie van het begijnhof lag buiten het hof, in de huidige Poelstraat. Ingang aan de Schurhovensteenweg, waar vroeger een toegangspoort was, aansluitend bij de portierswoning, die nu deel uitmaakt van de begijnhofhoeve. Hier vertrekt de straat naar het zuidoosten, gemarkeerd door de begijnhofhoeve, rechts. Het plein is thans een grasveld, met populieren rondom de kerk; de zuidoostelijke zijde behield zijn oorspronkelijk uitzicht, de noordoostzijde en een gedeelte der noordwestzijde wordt ingenomen door banale nieuwe bouw (1957-1972). In de noordelijke hoek, het Godshuis en de kalkstenen waterput.

In 1971 werden door de V.Z.W. Vrienden van het Begijnhof drie huisjes en de kerk aan de provincie Limburg afgestaan. Sinds 1974 zijn de historische panden als monument beschermd, en het geheel als stadsgezicht. Een gedeelte der huizen werd door de provincie Limburg aangekocht. In het nieuwe bestemmingsplan wordt gestreefd naar de kwalitatieve verbetering van het begijnhof als woonomgeving, met nadruk op de huisvesting, waarbinnen socioculturele gemeenschapsvoorzieningen zullen geïntegreerd worden. De Provinciale Dienst voor het Kunstpatrimonium is reeds in een der huizen ondergebracht. De kerk zal na haar volledige restauratie ingericht worden als Provinciaal Museum voor Religieuze Kunst.