Gebeurtenis

Inventarisatie bouwkundig erfgoed Laarne

geografische inventarisatie
ID
492
URI
https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/492

Beschrijving

De inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in Laarne gebeurde in 2001-2002 voor wat betreft veldwerk en fotografische registratie. Het inventaristeam van de toenmalige Afdeling Monumenten en Landschappen selecteerde in Laarne en deelgemeente Kalken 221 panden en constructies met erfgoedwaarde. Het project werd gefinaliseerd in 2010 met het publiceren van de inventaristeksten op de inventariswebsite.

Context en doelstelling

De inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in Laarne situeert zich in de eindperiode van de grootschalige geografische inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in België. In het jaar 2000 valt de beslissing de boekenreeks Bouwen door de Eeuwen Heen in Vlaanderen stop te zetten. In 2004 publiceert men de laatste boekdelen voor de provincie Antwerpen, in 2005 werkt men Limburg af. Na de twee oudste, tweetalige boekdelen, waarvan één voor het arrondissement Leuven en één voor het arrondissement Nijvel, verschenen er van 1975 tot de stopzetting van de publicatiereeks 19 nummers met in totaal 56 volumes. Daarmee bevat de reeks de inventarissen van 243 van de toen 308 Vlaamse gemeenten. De provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant werkte men helemaal af. In Oost-Vlaanderen moest men nog de inventarissen van 22 gemeenten opmaken, in West-Vlaanderen nog van 43 gemeenten. De inventaris van Laarne was daar één van. Die inventarissen zijn niet meer in boekvorm gepubliceerd maar werden rechtstreeks op de inventariswebsite van de Afdeling Monumenten en Landschappen ter beschikking gesteld. 

De doelstellingen van de inventarisatie bleven ook na het stopzetten van de boekenreeks behouden, namelijk de drieledige missie uit de beginjaren, aangevuld in de jaren 1990 met een vierde doelstelling:

  1. De inventaris wil een beschermingsinstrument zijn als uitgangspunt voor op te stellen lijsten van te beschermen monumenten en stadsgezichten.
  2. De inventaris wil een gids zijn voor de architectuur van de streek.
  3. De inventaris wil door een eerste, uiteraard verbeterbaar overzicht van het bouwkundig erfgoed te geven, een uitgangspunt vormen voor verder wetenschappelijk onderzoek.
  4. De inventaris wil een hulpmiddel bieden aan lokale besturen ter ondersteuning van het gemeentelijk beleid inzake het architecturale patrimonium.

Methodologie

Ook voor de laatste reeks inventarissen in Oost-Vlaanderen hield men vast aan de basisprincipes van de inventarismethodologie van het project Bouwen door de eeuwen heen. Veldwerk vanop de openbare weg bleef de basis voor de evaluatie en de selectie van het bouwkundig erfgoed. Registratie van de visuele waarnemingen ter plaatse op een veldwerkfiche en fotografische opnamen vulden elkaar aan.

Aanvankelijk nam men het arrondissement als studiegebied voor de geografische aanpak van het onderzoek, de selectie en de publicatie in boekdelen. Door de ruimere selectiecriteria was de publicatie van de inventarissen per arrondissement al snel niet meer haalbaar, waardoor men overschakelde naar kantons. Toen men rond 2000 stopte met de publicatie van de inventarissen in de boekenreeks, liet men ook de afbakening per kanton varen. De inventarissen werden per gemeente opgemaakt, afgewerkt en gepubliceerd op de inventariswebsite. Doordat de Oost-Vlaamse inventaristeams een ruime en grondige kennis hadden van de volledige provincie, kon men een ruime geografische basis voor de evaluatie en selectie van het erfgoed blijven garanderen.

De beschrijving van het erfgoed in deze gemeentelijke inventarissen bleef gebeuren volgens het stramien uit de inventarismethodologie. Die werden, mee evoluerend met de professionalisering van de monumentenzorg, steeds uitgebreider en gespecialiseerder. Bij de eerste inventarissen maakte men de beschrijving op basis van een visuele evaluatie en screening van het erfgoed ter plaatse. Vanaf de jaren 1990 vulde men dat aan met onderzoek van beschikbare literatuur en archiefonderzoek, waarbij het onderzoek in het archief van het kadaster steeds systematischer werd uitgevoerd. Deze bouwhistorische achtergrondinformatie kon de gebouwen in hun context situeren, hun vroegere functie en evolutie belichten, en op die manier de erfgoedwaarde extra motiveren. Deze contextuele aanpak resulteerde in de introductie van beschrijvingen van straatbeelden en (deel)gemeente-inleidingen. Bij het begin van elk boekdeel legde een algemene inleiding per arrondissement of kanton het verband tussen het bouwkundig erfgoed en de geografische, landschappelijke en historische en stedenbouwkundige omgeving en evolutie. Om het inventarisproject in Oost-Vlaanderen versneld te kunnen afwerken, koos men ervoor de algemene inleidingen en de beschrijvingen van de gemeenten en deelgemeenten niet meer uit te werken. De focus lag op de beschrijving van het geselecteerde bouwkundige erfgoed, dat wel nog steeds met een straatinleiding werd gekaderd in zijn ruimtelijke context.

Waarden en criteria voor opname in de inventaris bouwkundig erfgoed

Men selecteert panden en constructies binnen de afgebakende geografische context steeds omwille van de op dat moment geldende erfgoedwaarden, vermeld in de wetgeving. De inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in Laarne en deelgemeente Kalken gebeurde in 2001-2002. Men gebruikte bij de inventarisatie de criteria opgenomen in het decreet van 3 maart 1976 en gewijzigd bij decreet van 22 februari 1995. Vanaf 1976 wordt bouwkundig erfgoed geselecteerd op basis van de artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige, industrieel-archeologische of andere sociaal-culturele waarde, wat een zeer ruime interpretatie van de definitie van bouwkundig erfgoed mogelijk maakte. Er is grote aandacht voor straatbeelden en ensembles; naast religieuze, burgerlijke en industriële gebouwen selecteert men een ruim aantal doorsneewoningen en -constructies, representatief voor de basisbebouwing van een bepaalde gemeente of streek. Kleinere bouwkundige elementen, zoals straatmeubilair, krijgen systematisch hun plaats in de inventarissen. Meestal heeft een geselecteerd inventarisobject niet één bepaalde erfgoedwaarde, maar gaat het om een wisselwerking tussen meerdere waarden. Een ander belangrijk aspect bij de selectie dat het decreet van 1976 genereerde, is het volledig achterwege laten van de chronologische limiet. Verder houdt men rekening met volgende criteria: de zeldzaamheid, de herkenbaarheid, de authenticiteit, de representativiteit, de ensemblewaarde en de contextwaarde.

Deze waarden en criteria worden niet afzonderlijk beschouwd. Het is de globale beoordeling die het uitgangspunt vormt voor de evaluatie. Voor opname in de inventaris van het bouwkundig erfgoed dienen de waarden en criteria afgetoetst te worden binnen het geografische kader van het inventarisproject. Met andere woorden: de opname van een gebouw of object in de inventaris wordt nooit object per object besloten, maar steeds in het kader van de erfgoedwaarde-afweging van een groep van gebouwen of objecten per regio of per type. Hoewel de inventaris van Laarne en Kalken formeel als een apart geheel is gepubliceerd op de inventariswebsite, gebruikte het inventaristeam bij de selectie van het erfgoed de inventarisgegevens uit de toen lopende inventarisprojecten in omliggende gemeenten om een weloverwogen en ruim selectiekader te creëren.

Op basis van deze waarden en criteria selecteerde het inventaristeam in 2001-2002 in Laarne en deelgemeente Kalken 221 panden en constructies met erfgoedwaarde voor opname in de inventaris bouwkundig erfgoed. Het bouwkundig erfgoed is ongeveer gelijkwaardig verdeeld over beide deelgemeenten.

Het bouwkundig erfgoed schetst het beeld van twee landelijke gemeenten. De dorpskernen zijn getypeerd door parochiekerk en pastorie, en een bebouwing bestaande uit lage dorpswoningen, hogere en rijker uitgewerkte burgerhuizen en enkele notabelenwoningen waaronder de brouwerswoningen en bloemistenwoningen. Naast de woonfunctie vinden we er cafés en winkels terug, molens en nijverheidsgebouwen waarvan de textielfabrieken typerend zijn voor Laarne en Kalken. Gemeentelijke en vrije scholen, een godshuis en klooster en kapellen vervolledigen het beeld. In het omliggende landbouwgebied registreerde men talrijke hoeves met erfgoedwaarde.

In deze inventaris werden vier kasseiwegen en twee bomen met erfgoedwaarde opgenomen, fiches die op de inventariswebsite van het agentschap bij de discipline landschappelijk erfgoed werden opgenomen en getuigen van de interdisciplinaire blik van het inventaristeam.

Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

Is deel van

Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen

Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen


Bekijk gerelateerde erfgoedobjecten

Achterstraat 39-41 (Laarne)
Twee gekoppelde dorpswoningen met achtergelegen landgebouw, volgens het kadasterarchief opgericht in 1872.


Achterstraat 43 (Laarne)
Halfvrijstaand dorpshuis, volgens het kadasterarchief in 1833 opgetrokken. Dubbelhuis van vier traveeën onder zadeldak met pannen met later toegevoegd dakvenster.


Brandemanstraat 24, 24A (Laarne)
Molenerf met gewitte bakstenen romp van een stenen korenwindmolen, opgericht in 1805-1806 van het type bovenkruier, nu nog met elektromechanische maalderij, met aanbouwen ten noordoosten. In de noordwesthoek van het molenerf gelegen voormalige hoeve met molenaarshuis, mogelijk in kern opklimmend tot de eerste helft van de 19de eeuw.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Inventarisatie bouwkundig erfgoed Laarne [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/492 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.