Gebeurtenis

Inventarisatie bouwkundig erfgoed Lierde

geografische inventarisatie
ID
469
URI
https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/469

Beschrijving

De inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in Lierde gebeurde in 1999 voor wat betreft veldwerk en fotografische registratie. Het inventaristeam van de toenmalige Afdeling Monumenten en Landschappen selecteerde in Lierde, dat bestaat uit Deftinge, Hemelveerdegem, Sint-Maria-Lierde en Sint-Martens-Lierde, 125 panden en constructies met erfgoedwaarde. Het project werd gefinaliseerd in 2008 met het publiceren van het fotomateriaal en de inventaristeksten op de inventariswebsite.

Context en doelstelling

De inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in Lierde situeert zich in de eindperiode van de grootschalige geografische inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in België. In het jaar 2000 valt de beslissing de boekenreeks Bouwen door de Eeuwen Heen in Vlaanderen stop te zetten. In 2004 publiceert men de laatste boekdelen voor de provincie Antwerpen, in 2005 werkt men Limburg af. Na de twee oudste, tweetalige boekdelen, waarvan één voor het arrondissement Leuven en één voor het arrondissement Nijvel, verschenen er van 1975 tot de stopzetting van de publicatiereeks 19 nummers met in totaal 56 volumes. Daarmee bevat de reeks de inventarissen van 243 van de toen 308 Vlaamse gemeenten. De provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant werkte men helemaal af. Op het moment dat de beslissing valt, moest men in Oost-Vlaanderen aan de inventarissen van nog 16 gemeenten beginnen.

De teksten voor de inventarissen van de zes Oost-Vlaamse gemeenten die voorzien waren voor boekdeel 15N4 (Arrondissement Oudenaarde, kantons Kruishoutem, Brakel en Horebeke) waren bijna klaar voor druk; een druk die echter nooit zou plaatsvinden. Voor de gemeenten Brakel, Horebeke, Kruishoutem, Lierde, Zingem en Zwalm werd het veldwerk en de selectie in 1999-2000 uitgevoerd, goed voor een totaal van circa 1260 erfgoedobjecten. Het onderzoek en het uitwerken van de teksten volgde meteen. Het tekstmateriaal werd per gemeente in ongepubliceerde, geprinte bundels zonder illustraties ter beschikking gesteld. Tegelijkertijd werd de basisinformatie, bestaande uit adresgegevens en typering, op de inventariswebsite gepubliceerd. In 2008 werden aan die basisfiches de foto’s en de teksten toegevoegd, zodat op dat moment alle inventarisgegevens publiek beschikbaar waren.

De doelstellingen van de inventarisprojecten in deze zes gemeenten zijn net dezelfde als die van de gemeenten die als laatste in de boekenreeks werden gepubliceerd. De drieledige missie uit de beginjaren blijft de basis, aangevuld in de jaren 1990 met een vierde doelstelling:

  1. De inventaris wil een beschermingsinstrument zijn als uitgangspunt voor op te stellen lijsten van te beschermen monumenten en stadsgezichten.
  2. De inventaris wil een gids zijn voor de architectuur van de streek.
  3. De inventaris wil door een eerste, uiteraard verbeterbaar overzicht van het bouwkundig erfgoed te geven, een uitgangspunt vormen voor verder wetenschappelijk onderzoek.
  4. De inventaris wil een hulpmiddel bieden aan lokale besturen ter ondersteuning van het gemeentelijk beleid inzake het architecturale patrimonium.

Methodologie

Voor de opmaak van deze inventarissen van de gemeenten Brakel, Horebeke, Kruishoutem, Lierde, Zingem en Zwalm gebruikte men de basisprincipes van de inventarismethodologie van het project Bouwen door de eeuwen heen. Veldwerk vanop de openbare weg is de basis voor de evaluatie en de selectie van het bouwkundig erfgoed. Registratie van de visuele waarnemingen ter plaatse op een veldwerkfiche en fotografische opnamen vullen elkaar aan.

Aanvankelijk nam men het arrondissement als studiegebied voor de geografische aanpak van het onderzoek, de selectie en de publicatie in boekdelen. Door de ruimere selectiecriteria was de publicatie van de inventarissen per arrondissement al snel niet meer haalbaar, waardoor men overschakelde naar kantons. Die opdeling voorzag men ook voor reeksnummer 15N4, dat de kantons Kruishoutem, Brakel en Horebeke zou bevatten. Het aantal verzamelde gegevens (circa 1260), maakte een opdeling in minstens twee boekdelen alvast legitiem. De publicatie van de gegevens vond nooit plaats; het opzet van de teksten volgde natuurlijk strikt de richtlijnen en het stramien van de inventarismethodologie.

Bij de eerste inventarissen maakte men de beschrijving van panden en constructies op basis van een visuele evaluatie en screening van het erfgoed ter plaatse. Vanaf de jaren 1990 vulde men dat aan met onderzoek van beschikbare literatuur en archiefonderzoek, waarbij het onderzoek in het archief van het kadaster steeds systematischer werd uitgevoerd. Deze bouwhistorische achtergrondinformatie kon de gebouwen in hun context situeren, hun vroegere functie en evolutie belichten, en op die manier de erfgoedwaarde extra motiveren. Deze contextuele aanpak resulteerde in de introductie van beschrijvingen van straatbeelden en (deel)gemeente-inleidingen. Bij het begin van elk boekdeel ten slotte legde een algemene inleiding per arrondissement of kanton het verband tussen het bouwkundig erfgoed en de geografische, landschappelijke en historische en stedenbouwkundige omgeving en evolutie. Omdat afgestapt werd van de publicatie in boekvorm, zijn de algemene inleidingen voor de kantons Kruishoutem, Brakel en Horebeke achterwege gelaten.

Waarden en criteria voor opname in de inventaris bouwkundig erfgoed

Men selecteert panden en constructies binnen de afgebakende geografische context steeds omwille van de op dat moment geldende erfgoedwaarden, vermeld in de wetgeving. De inventarisatie van het bouwkundig erfgoed in Lierde, dat bestaat uit deelgemeenten Deftinge, Hemelveerdegem, Sint-Maria-Lierde en Sint-Martens-Lierde gebeurde in 1999. Men gebruikte bij de inventarisatie de criteria opgenomen in het decreet van 3 maart 1976 en gewijzigd bij decreet van 22 februari 1995. Vanaf 1976 wordt bouwkundig erfgoed geselecteerd op basis van de artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige, industrieel-archeologische of andere sociaal-culturele waarde, wat een zeer ruime interpretatie van de definitie van bouwkundig erfgoed mogelijk maakte. Er is grote aandacht voor straatbeelden en ensembles; naast religieuze, burgerlijke en industriële gebouwen selecteert men een ruim aantal doorsneewoningen en -constructies, representatief voor de basisbebouwing van de gemeente of streek. Kleinere bouwkundige elementen, zoals straatmeubilair, krijgen systematisch hun plaats in de inventarissen. Meestal heeft een geselecteerd inventarisobject niet één bepaalde erfgoedwaarde, maar gaat het om een wisselwerking tussen meerdere waarden. Een ander belangrijk aspect bij de selectie dat het decreet van 1976 genereerde, is het volledig achterwege laten van de chronologische limiet, wat het toekennen van erfgoedwaarde aan recent gebouwde panden en constructies mogelijk maakt. Verder houdt men rekening met volgende criteria: de zeldzaamheid, de herkenbaarheid, de authenticiteit, de representativiteit, de ensemblewaarde en de contextwaarde.

Deze waarden en criteria worden niet afzonderlijk beschouwd. Het is de globale beoordeling die het uitgangspunt vormt voor de evaluatie. Voor opname in de inventaris van het bouwkundig erfgoed dienen de waarden en criteria afgetoetst te worden binnen het geografische kader van het inventarisproject. Met andere woorden: de opname van een gebouw of object in de inventaris wordt nooit object per object besloten, maar steeds in het kader van de erfgoedwaardeafweging van een groep van gebouwen of objecten per regio en/of per type.

Op basis van deze waarden en criteria selecteerde het inventaristeam in 1999 in Lierde 125 panden en constructies met erfgoedwaarde voor opname in de inventaris bouwkundig erfgoed. In Deftinge werden 23 inventarisfiches opgemaakt, in Hemelveerdegem nam men 21 inventarisitems op, in Sint-Maria-Lierde 42 en in Sint-Martens-Lierde ten slotte 39. In de inventaris bouwkundig erfgoed van Lierde is erfgoed opgenomen dat representatief is voor de in oorsprong landelijke dorpskernen in agrarisch gebied. We vinden in hoofdzaak bescheiden architectuur in de inventaris, met als jongste voorbeelden panden uit het interbellum. De vaak gesloten hoeves hebben vaak een oudere kern; sommigen getuigen van historische uitbating van het gebied door abdijen en kloosters. Opvallend is het volledig ontbreken van typerende architectuur uit de tweede helft van de 20ste eeuw.

Deftinge, de zuidelijke deelgemeente van Lierde, is een woondorp in een sterk golvend landschap. Centraal gelegen dorpskern aan een kruising van lokale wegen. Reeds in de 18de eeuw vertoonden de straten die in de dorpskern convergeren merkelijk veel bebouwing. De wijk Gemeldorp vormt een tweede belangrijke woonkern. In de inventaris bouwkundig erfgoed vinden we representatieve voorbeelden van dorpsarchitectuur terug, waaronder parochiekerk en pastorie, lage dorpswoningen, een bescheiden gemeentehuis, een bewaarschool, een klooster en godshuis. Onder de hoeves zijn er een aantal met een hoge historische waarde, onder meer het Hof te Muishole, een grote pachthoeve van de Gentse Sint-Pietersabdij.

Hemelveerdegem is de kleinste deelgemeente van Lierde, met een dorpskern centraal in het grondgebied. De landelijk gebleven kleine dorpskern omvat een ruim plein waar lokale wegen uit de vier windstreken samenkomen. Door recent toegenomen nieuwbouw aan de bestaande woonassen is het authentieke karakter van het dorpscentrum minder uitgesproken dan voorheen. In de inventaris selecteerde men het erfgoed dat representatief is voor een landelijke dorpskern, zoals kerk, oude en nieuwe pastorie, dorpswoningen en gemeenteschool. Rondom de dorpskern hoeves, voornamelijk met gesloten opstelling.

Sint-Maria-Lierde is een woondorp in heuvelend landschap. De bescheiden dorpskern van Sint-Maria-Lierde ligt excentrisch in het noordoosten. De inventaris bevat representatieve dorpsarchitectuur rondom de parochiekerk, aaneengesloten tot rijhuizen ter hoogte van het dorpsplein, wat het centrumkarakter benadrukt. De dorpswoningen, vaak met twee bouwlagen, dateren vooral uit de tweede helft van de 19de eeuw en het eerste kwart van de 20ste eeuw. Er konden slechts enkele, veelal aangepaste en fragmentarische resten van oudere woningen van één bouwlaag of anderhalve bouwlaag geregistreerd worden. Rondom het rond 1861-1865 gebouwde stationsgebouw, ontwikkelde zich een grote stationswijk, met de Steenweg als as, die sterk uitgroeide in de tweede helft van de 20ste eeuw. Voorbeelden van de typische architectuur uit deze wijk, zoals het stationsgebouw, villa’s en burgerhuizen uit de eerste decennia van de 20ste eeuw, kregen een fiche in de inventaris. In het landelijke gebied rondom de kernen is de landbouwactiviteit sterk afgenomen. In de inventaris bouwkundig erfgoed werden wegkapellen opgenomen en verspreide hoeves, waarvan een aantal met hoge historische waarde. Van een paar heerlijkheden bleef behalve een gelijkluidend toponiem nog een gelijknamige hoeve bewaard zoals onder meer het "Hof ten Broecke". Sint-Maria-Lierde telde vroeger een viertal omgrachte sites, elk van hen te localiseren bij een dries; van "ten Riede" bij de Eekhoutdries zijn de walgrachten verdwenen doch het voormalig kasteel bleef, weliswaar aangepast, bewaard.

De dorpskern van Sint-Martens-Lierde ontwikkelde zich eind 18de eeuw rondom de kartuizerpriorij Sint-Maartens-Bos, waarvan de kloosterkerk sinds 1785 in gebruik is als parochiekerk. De oude pastorie, omgevormd tot hoeve, herinnert aan de iets noordelijk gelegen oude dorpskern, met circa 1785 afgebroken vervallen parochiekerk. In de inventaris bouwkundig erfgoed zijn panden opgenomen die representatief zijn voor een doorheen de 19de en eerste helft 20ste eeuw uitgegroeid dorp, met dorps-, burger- en herenwoningen in lintbebouwing, en een aantal verspreide hoeves die getuigen van het verdwijnende agrarische karakter van de deelgemeente.

Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

Is deel van

Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen

Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen


Bekijk gerelateerde erfgoedobjecten

Kerkstraat 30 (Lierde)
Lager dan het huidige straatniveau en schuin achterin gelegen boerenwoning van vier traveeën, onder pannen zadeldak; vermoedelijk opklimmend tot circa 1800.


Kruisstraat 6-9 (Lierde)
Voormalig godshuis of hospitaal voor de verzorging van bejaarden, opgericht in 1833 door het Armenbestuur van Deftinge; aanvankelijk gehuisvest in een bestaand huis met bijgebouwen, verbouwd in 1835-1837.


Muizenholstraat 20 (Lierde)
Indrukwekkend en geïsoleerd gelegen bakstenen hoevecomplex merendeels uit het derde kwart van de 18de eeuw. Huidige U-vormige aanleg van hoeve door toevoeging in het derde kwart van de 19de eeuw van loodrechte stalvleugel met bakhuis.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Inventarisatie bouwkundig erfgoed Lierde [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/469 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.