Gebeurtenis

Opgraving Marktstraat-Doelstraat

onderzoek van gewervelde diersoorten, materiaalstudie, metaaldetectie, archeologische opgravingen
ID
1076394
URI
https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1076394

Beschrijving

Gezien het qua veiligheid en praktische uitvoering niet haalbaar was om de aanleg van de beschoeiing archeologisch op te volgen werd beslist om eerst een vlakgraving uit te voeren over de volledige oppervlakte. Hierbij werd een veiligheidsbuffer van 3 m aangehouden ten opzichte van elke perceelsgrens en van de bebouwing rondom om de stabiliteit te garanderen. Waar nodig, indien er een vermoeden zou zijn voor de aanwezigheid van interessante sporen, kon dit archeologisch vlak dan nog uitgebreid worden binnen deze buffer.

Na het uitvoeren van de opgraving werd de beschoeiing geplaatst en indien nodig archeologisch opgevolgd. Via deze werkwijze zouden er ook meer archeologische sporen kunnen geregistreerd worden dan via een werfbegeleiding bij het plaatsen van de beschoeiing wat veel meer verstoringen veroorzaakt.

Daarnaast werd beslist dat de opgraving zou worden opgedeeld in twee fases. Na het afronden van de eerste fase in het westelijke deel van het projectgebied met een oppervlakte van 1300 m2, kon dit eerste gebied vrijgegeven worden zodat hier al een deel van de geplande zorgcampus kon gerealiseerd worden. Hierna zou ARON bv dan in een tweede fase het resterende gedeelte met een oppervlakte van 3000 m2 kunnen opgraven.

De eerste fase van de opgraving (werkput 1) startte op 8 april 2019 en liep tot 23 april 2019. De tweede fase (werkput 2) startte op 12 november 2019 en liep tot 11 december 2019. Na afbraak van de woning aan de Doelstraat nr. 30 volgde een derde en laatste fase (werkput 3) op 8 april 2020. 

In alle drie de werkputten werd machinaal één archeologisch vlak aangelegd over de volledige oppervlakte. De diepte van de vlakken per werkput varieerde minimaal: het vlak in werkput 1 bevond zich op ca. 24,5 m TAW, in werkput 2 op 24,6 m TAW en in werkput 3 op 24,8 m TAW. Eén archeologisch spoor, waterput S39-41, kon niet volledig worden onderzocht. Deze werd machinaal verdiept, tot op een diepte van 130 cm onder het aangelegde vlak. Volgens het Programma van Maatregelen dienden waterputten die dieper dan de beoogde verstoringsdiepte gingen volledig onderzocht te worden, echter met inachtneming van de nodige veiligheidsmaatregelen. De getrapte coupe die daarvoor in dit geval zou moeten worden gezet, met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften, was te groot in oppervlakte. Daarnaast werd ook de grond rondom en in de waterput te instabiel geacht voor een verdere machinale verdieping. Met het plaatsen van een boring in de coupe aan de hand van een edelmanboor werd getracht de diepte van de waterput te bepalen. Uit deze boring kon enkel worden afgeleid dat de waterput nog minstens 2 m verder doorliep onder het niveau van de coupe.

De zone van het volledige projectgebied had een oppervlakte van ca. 4304,46 m². Door het rekening houden met de 3 m veiligheidsbuffer, de te bewaren stoeprand aan de Doelstraat, de aanwezige recente keldermuren ter hoogte van de Markstraat en de te bewaren woning in de noordhoek van het terrein werd in eerste instantie een oppervlakte van 2400 m² vlakdekkend opgegraven. Bijkomend kon 300 m² niet onderzocht worden omdat deze reeds grotendeels was afgegraven bij geplande bouwwerken. In eerste instantie was hier volgens de nieuwbouwplannen slechts binnenruimte/tuin voorzien maar deze zone bleek naderhand toch verdiept te zijn als bouwput. De 3 m veiligheidsbuffer werd opgevolgd via werfbegeleiding of was deels verstoord door de aanleg van de damwanden.

Binnen alle werkputten werden verschillende recentere verstoringen aangetroffen, veroorzaakt door uitgebroken funderingen, nutsleidingen, stookolietanks of kelders van gebouwen die tot voor kort op het terrein stonden.

Het opgravingsvlak werd aangelegd met een 21 ton kraan met een platte bak. Alle sporen werden geregistreerd en alle sporen uit het laatste archeologisch vlak werden gecoupeerd, conform CGP 14.4. en CGP 14.7. Door het registreren van diverse profielen van de wanden van de werkputten kon een beeld gevormd worden van de algemene bodemopbouw. Bij de opgraving werd doorlopend een metaaldetector (Garrett ACE400i) gebruikt
door het opgravingsteam.

Auteurs: De Winter, Natasja
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ARON bvba

Bronnen

Bron: De Winter N. & P. Reygel 2022: ARON rapport 1055 – Eindverslag Halen Marktstraat. Opgraving naar aanleiding van de bouw van een zorgcampus, Tongeren.
Type: eindverslag (archeologieportaal)
Datum:


Bekijk gerelateerde waarnemingen

Marktstraat (Halen)
De opgraving aan de Markstraat in Halen heeft weer een tipje van de sluier opgelicht over de geschiedenis van de stad. Bij de verschillende opgravingen die nog toe in het stadscentrum werden uitgevoerd, werd in grote lijnen telkens hetzelfde beeld werd vastgesteld: een overwicht aan sporen uit de 12de tot 14de eeuw. Verschillende bezettingen, branden en verwoestingen hebben de eens zo bloeiende middeleeuwse stad vervolgens ‘gedegradeerd’ tot een kleine stad met weinig bewoning en een overwegend landelijk karakter, die weinig of geen economisch belang meer had.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Opgraving Marktstraat-Doelstraat [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1076394 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.