De begeleiding werd uitgevoerd conform de generieke bepalingen in de Code Goede Praktijk 4.0. Daarnaast werd ook gehandeld naar de maatregelen geformuleerd in het programma van maatregelen in de bekrachtigde nota (ID 17 650). Voorafgaand de opgraving werd op 2 maart 2021 de laatste fase van het demonteren van de hoeve en aanhorigheden archeologisch begeleid. Er werden gedetailleerde foto’s genomen van het terrein en de archeologische relevante bouwwerken zoals oudere vloerniveaus en bouwnaden die potentieel vernietigd kunnen worden bij de werkzaamheden. De werken ter hoogte van de zone geselecteerd voor een werfbegeleiding werden vervolgens tussen 4 maart en 8 maart 2021 uitgevoerd. De voorwaarden voor behoud in situ uit de nota werden gevolgd. Er werd laagsgewijs afgegraven tot op een diepte van 40 cm beneden het maaiveld, het niveau van de maximale diepte van de werken met buffer van 30 cm t.a.v. het archeologisch vlak. In totaal werd 750 m² onderzocht onderverdeeld in drie werkputten. Op het te onderzoeken areaal situeerde zich een aantal diepe ondergrondse constructies (verstoringen), meer bepaald drie mestkelders uit betonblokken onder stal nummer 2, een gebetonneerde mestkuil in werkput 1 en een kelder onder stal nummer 1. Deze constructies werden uitgebroken en vervolgens terug opgevuld. In het noordoosten van het werkputtenplan zijn enkele lege zones te zien die niet onderzocht lijken te zijn geweest. Ter hoogte van het areaal ten oosten van werkput 2 werd enkel de teelaarde afgegraven daar de geplande werken hier niet dieper zouden verstoren. Ook werkput drie werd niet volledig tot aan de grens van het projectgebied doorgetrokken omdat hier een werfweg in gebruik diende te blijven.
Winkelstraat (Kortessem) Ter hoogte van de bestaande hoeve met stal in vakwerk (oppervlakte: ca. 1396 m²) werd een begeleiding van de werkzaamheden geadviseerd gericht op een behoud in situ van de archeologisch relevante niveau(s), die normaliter niet geraakt zullen worden door de geplande bodemingreep.
