Gebeurtenis

Werfbegeleiding Slachthuisstraat

archeologische opgravingen
ID
1075289
URI
https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1075289

Beschrijving

Tijdens de werkzaamheden werden er afwijkingen gemaakt op zowel de Code van Goede Praktijk als van het programma van maatregelen in de bekrachtigde archeologienota. De Code van Goede Praktijk en het programma van maatregelen in de bekrachtigde archeologienota stelt dat een werfbegeleiding hetzelfde is als een opgraving en dat het archeologisch werk voorrang heeft op de werfwerkzaamheden. Een werfbegeleiding is echter geen opgraving, maar een begeleiding waarbij het archeologisch onderzoek inschuift in de werfwerkzaamheden. Bij een begeleiding van het leggen van rioleringen ter vervanging en in het tracé van de bestaande riolering op 3 m diepte, waarbij talloze huisaansluitingen zullen doorbroken worden en het archeologisch vlak te situeren is onder talloze andere nutsleidingen, is het niet mogelijk om het archeologisch onderzoek tot op het archeologisch vlak eerst uit te voeren. Bij andere projecten kan dit mogelijk wel het geval zijn omdat het archeologisch vlak bijvoorbeeld relatief ondiep gelegen is. Tijdens deze begeleiding dient de “hinder en vertraging” (zowel rechtstreeks als onrechtstreeks) van het archeologisch onderzoek steeds afgewogen te worden tegenover de potentiele kenniswinst. Indien dit onderzoek een opgraving zou zijn en de archeologische werken voorrang hebben op de werfwerkzaamheden dan zou er doorheen de Slachthuisstraat één grote sleuf aangelegd worden waarbij alle nutsleidingen zouden worden doorbroken en afgesloten worden gedurende enkele dagen (Dit wil zeggen dat de bewoners, en een ijssalon, gedurende enkele dagen zonder water, elektriciteit, internet, telefonie, gas en riolering zitten). Na het archeologisch onderzoek zou deze sleuf dan grotendeels opnieuw aangevuld moeten worden vooraleer de aannemer kan beginnen met zijn werkzaamheden. Een werfbegeleiding is dus duidelijk geen opgraving en zodoende is de manier van werken en de veldregistratie dan ook helemaal niet conform de Code van Goede Praktijk. De nodige staalnames en informatie moeten, indien mogelijk, wel worden verzameld om een antwoord te kunnen formuleren op de onderzoeksvragen. Er moet echter ook op een realistische manier rekening gehouden worden met de omstandigheden. Hierdoor kan het dus perfect mogelijk zijn dat bepaalde informatie niet kon worden verzameld. Een goede samenwerking met de arbeiders van de aannemer te plekke is cruciaal waardoor er met elkaar rekening kan gehouden worden. De vooropgestelde werkwijze in het programma van maatregelen is totaal niet realistisch en zou een enorme impact hebben op de werken die vanuit maatschappelijk oogpunt niet te verantwoorden is.
Tijdens deze werfbegeleiding waren er voldoende mogelijkheden om pauzes (geplande en ongeplande) tijdens de werken, of zeer korte onderbrekingen, te benutten voor diepgaander archeologisch onderzoek zoals staalnames en schoonmaken van profielen. Bijna alle nodige informatie
werd verzameld, bepaalde informatie was echter onbereikbaar omdat dit dieper ging dan de geplande werken of omdat de archeologische informatie hier reeds was beschadigd door voorgaande werkzaamheden. Is sommige gevallen was het onmogelijk omdat bijvoorbeeld de bestaande riolering
nog steeds functioneerde en uitkwam in de sleuf van de nieuwe riolering. Tijdens de werken werden er bepaalde observaties gedaan die niet (goed) konden worden gefotografeerd of geregistreerd. Ook dit is een onvermijdelijk gevolg van een begeleiding, zeker in de vorm van het aanleggen van
nutsleidingen in diepe sleuven.
De afbakening van de begeleiding werd ook ingekort aangezien de stad Sint-Truiden na de bekrachtigde archeologienota besliste om in verschillende fasen te werken. Een deel van de begeleiding valt dus buiten de huidige fase. Wanneer de volgende fase komt en wie deze gaat uitvoeren is nog onbekend. Om deze reden werd er, na overleg met Onroerend Erfgoed, besloten om nu reeds een eindrapport te maken aangezien het eveneens onbekend is wie de volgende fase archeologisch zal begeleiden.
De begeleiding startte wel vroeger dan aangegeven omdat tijdens een voorbereidend werfbezoek reeds een spoor werd aangetroffen in de werkput. De begeleiding is wel beperkt gebleven tot de zone van de riolering aangezien het archeologisch vlak te diep zit voor de rest van de wegeniswerken.

Bron: Yperman W. 2021: Eindverslag: De archeologische begeleiding aan de Slachthuisstraat te Sint-Truiden, Tienen.
Auteurs: Martens, Marleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Bronnen

Bron: YPERMAN W. 2021: Eindverslag: De archeologische begeleiding aan de Slachthuisstraat te Sint-Truiden, Tienen.
Type: eindverslag (archeologieportaal)
Datum:


Bekijk gerelateerde waarnemingen

Clement Cartuyvelsstraat, Slachthuisstraat (Sint-Truiden)
De werfbegeleiding liet toe vast te stellen dat de omwalling van Sint-Truiden uit 1050 eerder beperkt is geweest van omvang en dat de omwalling uit 1129 verantwoordelijk is voor de omvangrijke uitgraving zoals die nog deels zichtbaar is ter hoogte van de Kapucijnenvest.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Werfbegeleiding Slachthuisstraat [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1075289 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.