De totale oppervlakte van het onderzoeksgebied bedraagt 8323 m2. Er werd gewerkt met parallelle en continue proefsleuven. De drie sleuven zijn 25 meter breed en werden parallel aan de westelijke perceelsgrens gegraven. De oriëntatie van de sleuven is noordwest-zuidoost. De afstand van middenpunt tot middenpunt tussen de sleuven bedraagt maximaal 15 m. Werkput 2 werd om veiligheidsredenen centraal op het terrein onderbroken ter hoogte van wat op het KLIP wordt aangegeven als een ondergrondse installatie van Pidpa. De onderzochte oppervlakte beslaat 969,20m2 in de vorm parallelle proefsleuven. Er werden geen kijkvensters gegraven vermits alle nodige informatie kon worden verzameld via de registratie van de parallelle sleuven. Er werd ten opzichte van de onderzochte oppervlakte een dekkingsgraad van 11,65% bereikt. Het aangelegde vlak werd gescreend met de metaaldetector. Dit leverde geen vondsten op. Verspreid over het onderzoeksgebied werden 6 profielkolommen geregistreerd. Daarvan werden door de assistent-aardkundige 2 relevante profielen geselecteerd en beschreven. Om de aangetroffen sporen te onderzoeken op het vlak van aard, functie en bewaring werden 3 sporen gecoupeerd. Er werden geen stalen ingezameld omdat er geen archeologisch relevante sporen met goed bewaarde houtskool of permanent natte contexten werden aangetroffen.
Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Fodio bvba
Halenlei 7-25 (Brasschaat) Naar aanleiding van de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een woonverkaveling, werd binnen het projectgebied een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd bestaande uit een proefsleuvenonderzoek.