Gebeurtenis

Werfbegeleiding Edingsesteenweg 288

zaden- en vruchtenonderzoek, metaaldetectie, booronderzoek, archeologische opgravingen
ID
1071972
URI
https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1071972

Beschrijving

Gezien de beperkte verstoring werden de graafwerken in één keer uitgevoerd onder begeleiding van een team archeologen. Hierbij werd uitgegraven tot op het archeologisch niveau of tot op de te verstoren diepte als het archeologisch niveau nog niet bereikt werd. Op deze manier werd getracht de interne relaties tussen afzonderlijke sporen zichtbaar te maken. Boven- en ondergrond blijven gescheiden tijdens het afgraven, zodat deze ook in de juiste volgorde kunnen teruggebracht worden na afronding van het onderzoek. Aan de hand van de bodemprofielen van de aangrenzende percelen bleek reeds dat er vermoedelijk slechts één vlak diende te worden aangelegd. Er diende wel rekening gehouden te worden met de mogelijke aanwezigheid van een cultuurlaag (deze werd op het perceel ten zuiden aangetroffen). Tijdens het veldwerk bleek dat er inderdaad slechts één vlak diende aangelegd te worden. De cultuurlaag was niet aanwezig. Op basis van controleboringen in het kader van de archeologienota, kon een beeld bekomen worden van de bodemopbouw en de diepte van het archeologisch vlak binnen het projectgebied. De boringen gaven aan dat vooraan het perceel het archeologisch niveau op -150 cm diepte ligt. Het profiel is gelijkaardig aan dit van het zuidelijk aangrenzende perceel. Aan de achtergevel van de geplande woning is vastgesteld dat het archeologisch niveau vermoedelijk op -60 cm gelegen is. Het maaiveld hier ligt wel ongeveer 159 cm lager dan ter hoogte van de geplande voorgevel. Dit profiel lijkt overeen te komen met de beschrijvingen van het profiel dat geregistreerd werd op het noordelijk aangrenzende perceel.

Tijdens het veldwerk bleek dat het archeologische vlak zich vooraan op het terrein inderdaad op ongeveer 1,50 m diep bevond. Lokaal lag het vlak, gezien de zeer grillige ondergrens van het er bovenop gelegen colluviaal pakket, soms dieper tot 1,65 m. Achteraan werd het archeologische niveau aangetroffen op ongeveer 80 cm, wat dus dieper is dan werd vastgesteld aan de hand van de controleboringen (60 cm). Dit kan eveneens te maken hebben met de zeer grillige onderzijde van het colluviale pakket. Enkel de aanleg van de regenwaterput (=werkput 1), de septische put (=werkput 2) en de funderingssleuven voor de buitenmuren (=werkput 3) werden archeologisch onderzocht. De overige graafwerken, met name voor de funderingsplaat, de nutsleidingen, de oprit en de fundering van de binnenmuren, zullen immers nooit het archeologisch niveau raken. Aan de hand van controleboringen binnen de zones waar het archeologische vlak niet bereikt werd, kon vastgesteld wordend dat een buffer van minstens 50 cm aanwezig was binnen de funderingssleuven ten opzicht van het archeologische vlak. In het programma van maatregelen staat vermeld dat voor de funderingssleuven een buffer van minstens 20 cm moet voorzien zijn, wat hier dus ruimschoots gehaald wordt. Voor nutsleidingen is deze buffer vastgelegd op 10 cm, terwijl deze op het terrein eerder tegen 80 cm aan lag. In regel werden alle sporen in het vlak volledig opgegraven met uitzondering van zeer grote of zeer diepe sporen zoals bijvoorbeeld waterkuilen of waterputten. Gezien de beperkte breedte van sommige verstoringen (funderingen en nutsleidingen) en de extra kosten die het dieper uitgraven van de funderingen met zich meebrengt, werd een groter spoor, S3001, het enige aangetroffen spoor binnen de funderingssleuf, niet gecoupeerd. Wel werd erin geboord om de bewaarde diepte te
achterhalen. Het profiel van deze boring werd geregistreerd. Aan de hand van deze boring werd ingeschat of er een staal kon genomen worden van de sedimenten.

Bron: De Ketelaere S. & Janssens N. 2019: Eindverslag. Opgraving Kester Edingsesteenweg 288, BAAC Vlaanderen Archeologierapport 970. Gent: BAAC Vlaanderen bvba.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: BAAC Vlaanderen bvba

Bronnen

Bron: DE KETELAERE S. & JANSSENS N. 2019: Eindverslag. Opgraving Kester Edingsesteenweg 288, BAAC Vlaanderen Archeologierapport 970. Gent: BAAC Vlaanderen bvba.
Type: eindverslag (archeologieportaal)
Datum:


Bekijk gerelateerde waarnemingen

Edingsesteenweg 288 (Gooik)
In totaal werden drie werkputten aangelegd waarbinnen vijf sporen werden aangetroffen, in alle gevallen (paal)kuilen. Deze sporen konden allen in de Romeinse periode geplaatst worden en maakten deel uit van de vicus van Kester.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Werfbegeleiding Edingsesteenweg 288 [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1071972 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.