erfgoedobject

De Gerlache

varend element
ID
99077
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/99077

Juridische gevolgen

Beschrijving

Geschiedenis van het vaartuig: Over de geschiedenis van de tjalk de Gerlache vóór 1948 is enkel het bouwjaar 1895 en de Werf J. Van Goor uit Zwartsluis (Nederland) gekend. Het voormalige vrachtschip werd in 1948 samen met de tjalk Ortelius aangekocht door Lode Craeybeckx, de burgemeester van Antwerpen. De Gerlache werd genoemd naar Adrien de Gerlache, die van 1897 tot 1899 een Belgische Zuidpoolexpeditie leidde. De naam van de Ortelius kwam van de Antwerpse cartograaf Abraham Ortelius. Craeybeckx maakte op 1 september 1948 de eigendom van de tjalken, samen met het houten jacht de Herwig, over aan de stad Antwerpen. De tjalken waren bedoeld om de Antwerpse schooljeugd aan te zetten tot de watersport. De Ortelius voer als schooltjalk voor de initiatie van de leerlingen van het vrije onderwijs (het katholieke net). De Gerlache voer voor het staatsonderwijs (het huidige gemeenschapsonderwijs). De Ortelius stond onder leiding van Jef Geens, terwijl J. Van den Broeck de lakens uitdeelde op de Gerlache. Beide heren zetelden in een Adviserende Commissie voor Watersport van de Stad Antwerpen, waarvan onder meer ook de ingenieur-architect Hugo Van Kuyck deel uitmaakte. De schepen werden bemand met een schipper en een knecht, die beiden stadsbedienden waren. Daarnaast waren er aanvankelijk zes bemanningsleden aan boord die 18 jongeren begeleiden. Ieder bemanningslid moest telkens drie jongeren manoeuvres aanleren. Vanaf de lente tot de herfst werden weekendtrips ondernomen, terwijl in de Paas- en zomervakantie ook vierdaagse reizen werden georganiseerd. Op woensdagen en donderdagen werden de twee schepen gebruikt voor havenrondvaarten voor de leerlingen van de Antwerpse scholen.

De twee vrachtschepen werden na de schenking door burgemeester Craeybeckx omgebouwd om als schooltjalk gebruikt te worden. De kosten werden door Antwerpse firma’s en het Antwerpse mecenaat gedragen. De binneninrichting werd gedaan door de firma Guthrie-Murdoch. Er was aan boord slaapplaats voor 24 man plus een schipper met knecht. Er werden sanitaire ruimtes en kookgelegenheid voorzien. De diensten van de havenwerktuigen werkten de schepen verder af. De dekhutten werden herbouwd en betimmerd. Er werd een kluiverboom aangebracht en uit een eik, gekozen in het Nachtegaalpark, werden vier nieuwe zwaarden vervaardigd. In ieder schip werd een nieuwe motor van 44 pk van Paxman-Ricardo ingebouwd. Aanvankelijk voerden de Gerlache en de Ortelius een kottertuig, met gaffelgrootzeil, fok en kluiver. Het enorme grootzeil bleek evenwel moeilijk te hanteren en gevaarlijk voor de jonge opvarenden. Daarom werd er snel (in ieder geval vóór 1955) voor gekozen om de giek in te korten en vlak voor het stuurhuis een bezaanmast toe te voegen. De beide schepen werden in een latere fase nog verder verbouwd. Zo werd de stuurstand op het achterdek gewijzigd en werden de Paxman-Ricardo-motoren op beide schepen vervangen door de huidige Scania Vabis.

Vanaf begin jaren 1990 kwamen de twee schepen in moeilijk vaarwater. Vanwege besparingen werd het project van de schooltjalken toen stopgezet. In 1993 werd het project evenwel terug opgestart door de vzw Antwerpse Haven- en Vaarinitiatie. In 2005 ging die vzw in vereffening, waarna het beheer in 2006 overging op de vzw Trotter. Ondertussen waren beide schepen afgekeurd vanwege het gebruik van beton als ballast en omdat de plaatdikte op enkele plaatsen te dun was geworden. De schepen werden uit de vaart genomen.

Vervolgens nam Flandria de vzw Trotter over en werd daarna Flandria zelf door Brabo cvba overgenomen. De vzw Trotter bleef bestaan, maar kwam onder controle van Brabo cvba. Voortaan werden de Ortelius en de Gerlache de facto beheerd door Brabo, het dienstverlenend bedrijf van de haven van Antwerpen. De schepen bleven wel in eigendom van de stad Antwerpen.

De Gerlache werd na een jaar stilstand door vzw Trotter gerestaureerd. Het vlak werd vervangen en het schip werd met grind geballast. In april 2008 werd de Gerlache te water gelaten. Het schip werd gekeurd om terug in de vaart te komen en voldoet aan de normen om met 30 passagiers te varen. De Gerlache wordt vanaf 2014 beheerd door het Museum aan de Stroom (MAS) als een stationair schip.

Eigenaars:

  • Onbekend voor 1948.
  • Sinds 1948: de stad Antwerpen.

Bouwjaar: 1895.

Werf: Werf J. Van Goor uit Zwartsluis (NL).

Functie: Vóór 1948 werd de Gerlache als vrachtschip gebruikt. Vanaf 1948 werd het ingezet voor rondvaarten met groepen uit het staatsonderwijs (het huidige gemeenschapsonderwijs).

Vaargebied: Lage Landen.

Beschrijving romp, constructie en opbouw: De Gerlache werd na 1948 aangepast om met groepen schoolkinderen te kunnen varen. Het schip is gebouwd in ijzer volgens de lijnen van een tjalk. De platen en spanten zijn geklonken. Er is een houten roer aangehangen dat met kettingen door een stuurwiel wordt bestuurd. De stuurstand werd half overdekt en gemoderniseerd.

Tonnage: 146,130 m³ massa volledig beladen (waterverplaatsing). 124 nettoton (laadvermogen). Brutotonnage: 50,093 m³ (totale volume van het schip).

Tuigage: Aanvankelijk voerde de Gerlache een kottertuig, met gaffelgrootzeil, fok en kluiver. Het enorme grootzeil bleek evenwel moeilijk te hanteren en gevaarlijk voor de jonge opvarenden. Daarom werd er snel (in ieder geval vóór 1955) voor gekozen om de giek in te korten en vlak voor het stuurhuis een bezaanmast toe te voegen. Sindsdien is de Gerlache kitsgetuigd met twee masten en een zeiloppervlak van circa 160 m².

Motor: Bij de ombouw tot schoolschip rond 1948 werd een motor van 44 pk van Paxman-Ricardo ingebouwd. Die werd later vervangen door een Scania Vabis D11 R81, 6 cilinder, 4-takt dieselmotor van 79 kw.

Uitrusting: Twee lieren op het achterdek dienen om de zware houten zwaarden op te halen. Op het voordek staat een grote lier voor de ankers en de mast.

Interieur: Het voormalige vrachtruim is ingericht om groepen kinderen te ontvangen en aan boord te laten overnachten. In het vooronder werden een keuken en een sanitaire ruimte geïnstalleerd. In het achteronder werden een woonruimte en een slaapkamer voor de schipper ingericht.

  • S.N. 1949: Chronique d’Anvers. De schooltjalken der stad Antwerpen, Wandelaer et sur l’eau 252, 138-139.
  • S.N. 1949: Wandelaer et sur l’eau 256, 309.
  • Mintiens A.E. 1962: De Antwerpse schooltjalken, Sirene 49, 14-15.

Auteurs: Van Dijck, Maarten
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: De Gerlache [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/99077 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.