Geschiedenis van het vaartuig: In 1939 geeft de Nederlandse Rijkspolitie te water opdracht aan de scheepswerf De Vries-Lentsch uit Nieuwendam om drie patrouillevaartuigen te bouwen. De Zoef werd in 1942 opgeleverd en begon aan zijn carrière bij de Rijkspolitie in Drimmelen als de RPIII (later als RP3 geschreven). Vanaf 1954 wordt het schip in Sliedrecht ingezet. In 1957 krijgt het schip de naam RP34. Vanaf 1960 vaart de Zoef vanuit Gorinchem op de Linge. In 1967 verlaat het schip de actieve dienst en wordt het verkocht aan een Nederlandse particulier die het als pleziervaartuig gebruikte.

De RP34 is sinds 1978 in Belgische eigendom. De huidige eigenaar vond het schip in slechte staat aan het Zennegat en is aan een renovatiecampagne begonnen. In 2005 werd de kielstrook vernieuwd en zijn oude dubbelingen verwijderd. Het houtwerk en staal boven de waterlijn werden gerestaureerd. Ook de roerkoning, het roer en de schroefas werden vernieuwd. In de winter van 2010-2011 werd op een werf in Walsoorden roest aan de patrijspoorten aangepakt. Bijzonder aan de Zoef is de originele Kromhoutmotor uit 1939.

Eigenaars:

• 1942-1967: Nederlandse Rijkspolitie.
• 1967-1978: S’Heer hendriks Kinderen (Zeeland).
• Sinds 1978 in eigendom van Belgische particulieren.

Bouwjaar: 1942.

Werf: De Vries-Lentsch, Nieuwendam (Nederland).

Functie: Patrouillevaartuig tot 1967, nadien pleziervaartuig.

Vaargebied: Scheldedelta.

Beschrijving romp, constructie en opbouw: De Zoef heeft een bakdekprofiel met een rechte voorsteven. Het schip is geklonken en werd in Corten-staalplaat uitgevoerd. De huid bestaat uit vier stroken die vanaf de kiel zijn uitgevoerd in platen van achtereenvolgens 6, 6, 5 en 4 mm. Het dek en de opbouw zijn in 3 mm staalplaat.

Tonnage: 7 brutoton.

Motor: Kromhout 4LS diesel van 40 pk (29,4 kw) uit 1939 met een Brevo keerkoppeling.