In het begin van de 16de eeuw beschikte de kerk over twee orgels; bekende namen van orgelmakers zijn aan te treffen in de kerkrekeningen. De orgelkast die aanwezig was net vóór de vernieling in WO I droeg het jaartal 1643; over deze tijdspanne zijn echter geen archivalia bewaard. Vanaf de tweede helft van de 17de eeuw zijn we op de hoogte van ingrepen door verschillende orgelmakers: J. en G. van Belle (2de helft 17de eeuw), J. de Gruytters (kleine reparaties, 1733), H. Pescheur (herstelling, 1734), de gebroeders De Rijckere (1743-45), A.-J. Berger (1753-54). Tussen 1770 en 1787 werd het orgel gerenoveerd door P. en L.-B. van Peteghem. Voor de 19de eeuw zijn geen gegevens voorhanden. Het orgel ging verloren in WO I. In 1927 werd een nieuw orgel geleverd door J. Anneessens; dit ging verloren in de brand van 1940. Het huidig orgel is van Jos. Loncke en Zonen uit 1966.