Achteringelegen wederopbouwhoeve, bereikbaar via een lange erfoprit. Omgeving met weiden en hoogstamboomgaard.
Volgens het kadaster is de hoeve herbouwd in 1920 (sic) na afbraak van een oudere hoeve die iets ten noordwesten lag binnen een deels bewaarde rechthoekige omwalling (voor de Eerste Wereldoorlog nog drie zijden bewaard). Deze hoeve met losse bestanddelen binnen een rechthoekige omwalling is als dusdanig reeds aangeduid op de Atlas der Buurtwegen (circa 1845). De hoeve is in 1920 in eigendom van de Ghellinck de Walle. Circa 1920 wordt bijkomend een deel van de omwalling gedempt. De nieuwe hoeve uit de wederopbouwperiode bestaat uit een boerenhuis en vier grote landgebouwen, toegankelijk via dezelfde dreef als de oude hoeve. Het boerenhuis en drie landgebouwen zijn gesitueerd ten oosten van de oude omwalling. Een vierde nutsgebouw is gebouwd op de plaats van het vroegere boerenhuis.

Losse roodbakstenen bestanddelen met U-vormige opstelling rondom een onverhard erf.

Ten noorden van het erf, boerenhuis onder zadeldak (blauwe mechanische pannen), geknikte dakoverstek. Grotendeels vernieuwde muuropeningen en vernieuwd houtwerk. In de rechter zijgeveltop, bewaarde smalle ramen op bakstenen afzaat en met bewaard witgeschilderd houtwerk, uitkragende schoorsteen.

Ten oosten van het erf, stalling onder zadeldak (rode mechanische pannen).

Ten zuiden van het erf, langgestrekte stalling onder zadeldak (rode mechanische pannen), geknikte dakoverstek op klossen. Ritmering van de langsgevel aan de erfzijde door middel van hoge steunberen. Korfbogige deuren en poortje onder strek, rechthoekige muuropeningen onder strek en op bakstenen afzaat.

Ten westen van het boerenhuis, recente loods en achter die loods, wagenhuis met twee langse doorritten met deels dichtgemetselde korfboogpoorten.