Eenheidsbebouwing van twee enkelhuizen volgens spiegelbeeldschema opgetrokken in 1923 in opdracht van Hervé-Maurice Carpentier, vlashandelaar en René-Antoine Carpentier, fabrikant, zie kadastrale gegevens. De fabriek en magazijnen lagen naast en achter de woningen, langsheen de Leie. De fabriek werd opgericht in 1924 als zogenaamde 'Leieroterij' en later omgevormd tot kunstmatige warmwaterroterij. In 1941 bestond de fabriek uit één roterij met vijf rootkamers en een zwingelarij met achttien zwingelmolens en één zwingelturbine.
Typische interbellumburgerwoningen met parement van gediversifieerde baksteen op arduinen plint. Rijkelijk gebruik van simili-natuursteen voor de geblokte plint, vensteromlijstingen en muurbanden. Strekse verbanden voor de borstwering van de bovenvensters en de erker.
Rechthoekige muuropeningen onder doorgetrokken simili-natuurstenen latei en op de bovenverdieping met druiplijstje en op de begane grond in cordon. Bewaard schrijnwerk met kleine roedeverdeling in de bovenlichten. Nummer 56 met driezijdige erker met bloemenkorf en fruitschalen in de borstwering. Nummer 58 met ronde erker met medaillons en voluten in de borstwering.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Kuurne, 1923/ (schets ontbreekt).
- S.N. 1941: Onze vlasvezelbereidingsnijverheid. Jaarboek 1941. Textielcentrale, Kortrijk, 193.