Woning teruggaand op hoevesite met 18de-eeuwse kern, zie afbeelding op kaartboek Ooigem uit 1778. Op het primitief plan circa 1830 worden twee parallelle volumes afgebeeld, een landgebouw aan straatzijde en een dieper gelegen woonhuis met een haaks daarop gebouwd bakhuisje ten noorden. Het bakhuisje moest circa 1868 meer naar het oosten herbouwd worden als gevolg van het graven van het kanaal Roeselare – Leie. In 1940 wordt de hoeve in opdracht van vlashandelaar Jozef Verheye – Vandorpe herbouwd. De hoeve bestaat dan uit een woonhuis aan straatzijde en een dieper gelegen landgebouw, parallel met de straat, op de plaats van het oude boerenhuis, thans verdwenen. Het bakhuis werd niet meer heropgebouwd.

Halfvrijstaand dubbelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder schilddak (nok evenwijdig met de straat, mechanische pannen). Donkerrode baksteenbouw opengewerkt door rechthoekige vensteropeningen onder betonlatei waarin behouden schrijnwerk (schuiframen). Bewaarde voordeur met mijtervormig beglaasd vlak onder rechte luifel en bovenlicht. Oostelijke zijgevel van twee traveeën getypeerd door kapelnis met beeld van Onze-Lieve-Vrouw in een baksteenomlijsting met bekronend kruis. Kleurrijke accenten door gebruik van geel voor de luifel, lateien en omlijsting van de gevelkapel, een groene beschildering voor de deur en rolluiken en aanwending van een blauwe kleur voor de ramen. Noordelijke gevel vertoont sporen van verbouwingen en ophoging.

De éénlaagse aanpalende schuur ten westen gaat terug op een ouder volume maar werd grondig verbouwd, onder meer met nieuw parement gekenmerkt door lisenen.