erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Amandus met aansluitend kerkhof

bouwkundig element
ID
88947
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/88947

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Amanduskerk
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

De parochiekerk, toegewijd aan Sint-Amandus, is gelegen aan het kruispunt van de Rollebaanstraat, de Berenheemstraat, de Bloemendalestraat en de Hoornstraat. Het bijhorend kerkhof is gesitueerd aan de oost- en zuidzijde. De pastorie is gelegen in de Hoornstraat.

Historiek

814-840: Lodewijk de Vrome schenkt de altaarrechten aan de abdij van Elnone.

847: Oudste vermelding waarbij Karel de Kale (koning van Frankrijk) een oorkonde tekende om de altaarrechten van Beernem (Berneham) toe te kennen aan de abdij van Sint-Amands-aan-de-Skarpe (Saint-Amand-les-Eaux). Bevestiging van bovenstaande schenking.

1242: Bisschop Walter de Marvis komt de grenzen van zijn rechtsgebied, Beernem en aanpalende parochies, vastleggen.

1561-1571: Afgebeeld op de kaart van het Brugse Vrije (1571) door Pieter Pourbus als een ommuurde stenen kerk.

Omstreeks 1580: Verwoesting van de Sint-Amandskerk onder het pastoorschap van E.H. Vlieghe door de geuzen

1608: Gedeeltelijke herstelling van de kerk, vermoedelijk enkel Sint-Amandskapel.

1644: Het middenkoor en de kapel van Onze-Lieve- Vrouw worden heropgebouwd in gotische stijl onder pastoor Manghelaere. Werken uitgevoerd door Romain de Caingny voor een bedrag van 813 pond, 16 schellingen, 8 groten.

1754: Schenking van relikwie van de heilige Hubertus door Kanunnik Van der Vliert en oprichting van gelijknamige Broederschap.

1797: Sluiting van de kerk, opschorting van de activiteiten. Twee kerkklokken (respectievelijk uit 1648 en 1651) worden ontvreemd door de Franse bezetter.

1802: De kerk wordt opnieuw opengesteld.

1836-1837: Uitbreiding van de kerk in westelijke richting naar een ontwerp van provincie-architect Van Caneghem en uitgevoerd door Jan-Frans Houtekeet.

1851: Bouwen van een nieuwe sacristie. 1858: Bouwen van een nieuw portaal.

1901: Afbraak van de kerk en bouwen van een nieuwe, sobere neogotische kruiskerk naar ontwerp van provinciaal architect René Buyck (Brugge). Recuperatie van enkele elementen onder andere natuurstenen pijlers. Werken uitgevoerd door Charles Mortier uit Ledeberg.

Beschrijving

Plattegrond. De plattegrond ontvouwt een driebeukige georiënteerde hallenkerk, met schip van zes traveeën en een transept van twee traveeën.

Materialen. Oranje verankerde baksteenbouw gecombineerd met Euvillesteen voor de decoratieve elementen. Zadel- en schilddaken bedekt met natuurleien.

Exterieur

Voorgevel. Symmetrisch opgebouwde westgevel met vooruitspringende toren bekroond door ingesnoerde vierkante torenspits met aan de vier zijden een kleine dakkapel. De torenromp heeft aan de vier zijden een uurwerk en twee galmgaten en wordt op elke hoek ondersteund door een meermaals verjongende steunbeer. Spitsboogvormig neogotisch portaal met houten poort bekroond door geprofileerde waterlijst met kruisbloem in Euvillesteen. Doop- en rouwkapel aan de westzijde in een vijfzijdig volume onder tentdak met per zijde een lancetvenster. Zijgevels. De gevels van de zijbeuken worden per travee geritmeerd door een verjongende steunbeer. Neogotisch spitsboogvormig tweelicht met maaswerk, lange afzaat, drieledige profilering en afgeschuinde dagkanten. Transept van twee traveeën met gelijkaardig drielicht en verjongende steunberen. De oost- en westgevels van het transept zijn opgebouwd uit een tuitgevel afgewerkt met muurvlechtingen. Opengewerkt met een klein spitsboogvenster. Driezijdige apsis en koor opengewerkt met spitsboogvensters voorzien van maaswerk en driepas. Aan beide zijden van het koor twee recente flankerende bijgebouwen (onder andere sacristie) uit rode baksteen, respectievelijk onder een plat dak en een lessenaarsdak. De wanden zijn opengewerkt door een dubbele vensteropening onder een gekoppelde ontlastingsboog. Langs alle muren een roodgeschilderde kroonlijst op houten klossen.

Interieur 

Driebeukige, georiënteerde hallenkerk. Schip met enkele opstand: geprofileerde spitsboogvormige scheiboogarcade rustend op arduinen pijlers met achtzijdig basement en tectonisch kapiteel waarop spitsbogen aanzetten. Geverniste houten spitstongewelven met gordelbogen en houten trekbalken op natuurstenen consoles. Kroonlijst geprofileerd ter hoogte van middenbeuk en oostelijk gedeelte zijbeuk. Ter hoogte van zijbeuken per travee spitsboogvormig tweelichtvenster met maaswerk, ter hoogte van transept spitsboogvormige drielichtvensters met maaswerk. Interieur volledig bepleisterd en afgewerkt met beige verf. Profilering van de scheibogen benadrukt door okerkleur, en profilering van kapitelen afgewerkt met blauw, rood en vergulde lijnen. Vloertegels in Noir de Basècle.

Mobilair 

Achtkantige doopvont van blauwe hardsteen met inscriptie: "ICK ISRAËLL JANSENS INGHELSMAN ENDE OPPERMEESTER VANDE ZUYDTLEYE, MET ANNA PRETTE MIJN WETTICK HUYSVROUV LIGGHENDE HIER BEGRAVEN MET HEUR TWEE KINDEKENS, HEBBEN TER EERE GODTS ENDE MARIA VERHEEVEN DESE VONTE INDE KERCKE VAN BEERNEM GHEGHEVEN ANNO 1619". Kuip van 1619 zie inscriptie geplaatst op een voet van 1900-1902, neogotisch deksel opgehangen aan smeedijzeren Boom des Levens. Neogotisch Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand- altaar, Neogotisch Onze-Lieve- Vrouw-altaar naar ontwerp van E. Bethune (1901), Neogotisch hoogaltaar met stenen retabel naar ontwerp van E. Bethune (1901), Sint-Amandus-altaar met retabel geflankeerd door twee beelden van Sint- Amandus naar ontwerp van E. Bethune (1901), Dienstaltaar met recuperatie van neogotische preekstoel naar ontwerp van E. Bethune, Twee biechtstoelen (transept) uit 1784 door Livinus Gillis, Twee biechtstoelen (zijbeuken) gekopieerd naar oorspronkelijke exemplaren uit 1784, gepolychromeerde neogotische kruisweg in bas-reliëf ingewerkt in metselwerk (Devriendt, Borgerhout, 1902), Neogotische kerkbanken (1901). Communiebank (recuperatie 1901). Deels verbouwd neogotisch koorgestoelte (1901), M. Van Peteghem-orgel uit 1852, verbouwd rond 1900, Gebrandschilderde glas-in-loodramen: Oostgevel noordelijke transept-arm: Heilige Theresia, Heilige Cecilia (atelier Dobbelaere, Brugge) Oostgevel zuidelijke transeptarm: Heilige Vincentius à Paulo, Heilige Antonius (atelier Jules Dobbelaere, Brugge) Noordelijke zijbeuk: Heilige Carolus Borromeus, Heilige Juliana. Apsis: noord: Heilige Stephanus, Heilige Adela (atelier Coucke, Brugge), zuid: Heilige Maria, Heilige Agnes, gedateerd 1895, centraal: Heilig Hart Jezus, Heilige Jozef (1901, atelier Coucke, Brugge), noordelijke en zuidelijke koorwand: vermoedelijke datering eerste kwart 20ste eeuw. Zuidelijke zijbeuk: Heilige Amandus, Heilige Barbara (zonen Samuel Coucke, Brugge).

Kerkhof

Het kerkhof kende doorheen de jaren enkele wijzigingen, enerzijds uit nood aan begraafplaatsen, anderzijds als gevolg van diverse verbouwingen aan de kerk. De belangrijkste wijzigingen situeren zich rond 1856 (uitbreiding kerk), 1875 (uitbreiding kerkhof aan oostzijde), 1893-1896 (uitbreiding kerkhof aan zuidoostzijde), 1900-1902 (algemene verbouwing van de kerk), 1907 (uitbreiding perceel ter hoogte van monument familie Lippens) en tenslotte in 1970 en 2002. Langs de zuidelijke zijde is het kerkhof begrensd door een bakstenen muur met ter hoogte van Rollebaanstraat 1) een bewaard muurfragment in veldsteen. Langs de noordelijk en oostelijke zijde een haagbeukhaag. 19de-eeuwse grafmonumenten in neogotische en neoclassicistische stijl, voornamelijk afkomstig van de Beernemse landadel (waaronder de bovenvermelde familie Lippens, de familie de Vrière, en zo meer) en calvarie-voorstelling.

Centraal op het oude deel van het kerkhof staat de imposante grafkapel van de familie de Vière. Hij werd in 1896 opgetrokken naar aanleiding van het overlijden van mevrouw Léonide Mulle de Terschueren. Vermoedelijk is de Beernemse aannemer-architect Auguste Bruggeman de ontwerper van dit monument. Rode baksteenbouw in combinatie met natuursteen voor de ornamentiek en arduin voor de plint. Volume van drie traveeën en één bouwlaag onder leien zadeldak. De gevels worden horizontaal belijnd door natuurstenen waterlijsten en een borstwering opengewerkt met spitsbogen voorzien van driepassen. Verticale gevelbelijning door middel van versneden steunberen met onder meer driehoekige frontonbekroning met hogels en kruisbloem. Pinakelvormige topbekroning met kruisbloem en hogels. De gevels zijn opengewerkt met spitsboogvormige muuropeningen in een geprofileerde omlijsting en voorzien van een driepas. Deur gevat in een spitsboogvormige natuurstenen geprofileerde omlijsting waarboven het wapenschild van de familie de Vière. Interieur. Tegen de oostgevel een natuurstenen altaar. Witmarmeren vloer met een zwart-marmeren boord omzoomd. Wanden en spitstongewelf voorzien van houten bekleding. Gebrandschilderde glasramen voorzien van bloemmotieven.

  • BONAMIE D., Erfgoed ter ere van de dood (onuitgegeven studie), Beernem, 1998.
  • BONAMIE D., Sint-Amanduskerk Beernem Gidskaart, Beernem, 2002.
  • RYSERHOVE A., Geschiedenis van Beernem, Handzame, 1979.
  • VLAMYNCK J., Sint-Amanduskerk Beernem 1902-1977, Beernem, 1977.
  • VLAMYNCK J., Kuierend door de Sint-Amanduskerk van Beernem, in Bos en Beverveld, jaarboek 1987, p. 62-69.

Bron: GILTÉ S. met medewerking van BAERT S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Beernem, Deelgemeenten Beernem, Oedelem en Sint-Joris, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL31, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Gilté, Stefanie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Amandus met aansluitend kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/88947 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.