erfgoedobject

Hoeve Wolvegracht

bouwkundig element
ID
88108
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/88108

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Wolvegracht
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Omwalde, in oorsprong wellicht eind 18de-eeuwse hoevesite te bereiken via een lange populierendreef en bestaande uit een onverhard erf met hoeve van het langgeveltype, met geïncorporeerde paardenstal en schuur. Tegenover de hoeve staat een koeienstal met wagenkot. Achter de hoeve bevindt zich nog een aardappelkelder en palend aan het erf een afzonderlijk omwalde, kleine heuvel met erop een torenconstructie, in de volksmond (wellicht onterecht) Galgentoren genoemd. De hoeve is opgenomen binnen de ankerplaats Bulskampveld-Sint-Pietersveld.

Historiek van de hoeve

De site wordt mogelijk al afgebeeld op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778). De bebouwing ligt er op de grens met het zogenaamde "Biscop Veldt", de uitgestrekte heidevelden zogenaamd Bulskampveld. Op het primitief kadasterplan (circa 1835) en op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) is de hoeve weergegeven met twee kleinere, parallel gelegen bijgebouwen ten westen. Op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) staat de hoeve omschreven als herberg "Lodi". Deze naam Lodi, een Italiaanse gemeente nabij Milaan waar het leger van Napoleon in 1797 een veldslag leverde, zou verkeerdelijk zijn toegekend. Herberg "Lodi" bevond zich echter op de zuidwesthoek van het kruispunt van de Lodi- en Proosdijstraat. In 1859 en in 1863 maakt het kadaster melding van de opsplitsing van de hoeve in respectievelijk twee en drie delen. In 1882 worden de drie gecompartimenteerde ruimtes van de hoeve weer samengevoegd en wordt het geheel in noordelijke richting uitgebreid met een nieuw woongedeelte (op de plaats van en ten noorden van de bestaande paardenstal). Een oude foto, in 1996 gepubliceerd in de studie van Strubbe, toont aan dat deze uitbreiding twee bouwlagen telde. De (hoger vermelde) bijgebouwen op het erf worden in 1882 afgebroken. Ten tijde van deze verbouwing meldt het kadaster de toenmalige burgemeester van Gent, Charles de Kerchove de Denterghem samen met zijn echtgenote Eugénie de Limon de Steenbrugghe, als eigenaar van de hoeve. Deze was hen in het bezit gekomen na erfenis van de ouders van Eugénie, met name Felix de Limon en Thérèse de Loose, die vanaf 1863 als eigenaars worden opgegeven.
Naar verluidt wordt tijdens de Eerste Wereldoorlog achter de hoeve een vliegveld zogenaamd "Lodi" aangelegd. De hoeve wordt zwaar beschoten en nadien nooit meer volledig heropgebouwd. In 1920 wordt de hoeve aangekocht door André van Outryve d'Ydewalle en Marie de Vrière, eigenaars van het aanpalende kasteel Drie Koningen (confer Beernem, Drie Koningen) en tevens burgemeester van Beernem. In 1932 wordt de hoeve uitgebreid met de koeienstal rechtover het woonhuis. In de jaren 1960 bouw van de aanpalende loods schuin achter de paardenstal en de twee nog bestaande vrijstaande loodsen aan de voorkant van het erf. Naar verluidt is de hoeve van 1896 tot 1995 bewoond door één en dezelfde familie Fiers.

Beschrijving van de hoeve

Het onverharde erf is bereikbaar via een lange populierendreef en een bakstenen boogbrug tussen twee pilasters over de omwalling. Deze omwalling sluit het erf in, doch is aan de noordoostzijde niet doorgetrokken. De hoevegebouwen sluiten het erf aan de noordoostzijde af. Op het erf staan notelaars en nog enkele hoogstammige fruitbomen.
Eénlagige hoeve van het langgeveltype van links naar rechts bestaande uit een kleine paardenstal, het woonhuis en de schuur met kleine bergruimte. Verankerde, witgeschilderde baksteenbouw op gepekte plint en afgedekt door licht overkragende, pannen zadeldaken. Voormalige paardenstal (nu in gebruik als bergruimte) afgesloten door houten deurtje met luikje; in de zijgevel zit een tweede soortgelijk deurtje met hartje en een zolderluik. De verankering op de voorgevel van de het woonhuis loopt niet door over de voormalige paardenstal. Woonhuis van vijf traveeën met centrale deur, afgedekt met een lessenaarsdakje. Voornamelijk 20ste-eeuws houtwerk en luiken, met uitzondering van het dubbele schuifraam links van de voordeur. Schuurgedeelte met verschillende bouwsporen van gedichte openingen onder strek en grote, roodgeschilderde houten poort; tevens kleiner roodgeschilderd deurtje naar bergruimte. Vrij gesloten, deels ingebouwde achtergevel, die ter hoogte van het woonhuis vier traveeën en twee bouwlagen telt. Deur onder luifel, geflankeerd door twee beluikte vensters waarvan het rechter vermoedelijk hetzelfde schuifraam als in de voorgevel bewaart. Rechthoekige, getraliede vensteropeningen op de zolderverdieping. Half onder het woongedeelte, achteraan rechts, bevindt zich een één travee-brede kelder, die deels doorloopt in/onder de schuur. In de schuur, restanten van een mogelijke voormalige buitenmuur.
Tegenaan de achtergevel van de hoeve, ter hoogte van de bergruimte, is een aardappelkelder onder lessenaarsdak gebouwd. Volgens de mutatieschetsen in het kadaster is de aardappelkelder in 1883 verkleind.
Rechtover de hoeve staat de voormalige koeienstal met wagenkot van 1932, geprangd tussen twee bergruimtes. Voormalig bakstenen bakhuis afgedekt met golfplaten en met rechthoekige, roodgeschilderd deurtje.
Ten noorden van het bakhuis, vrij imposante, voormalige toegang tussen twee rechthoekige, bakstenen pijlers waarop een natuurstenen plaat met halve bolbekroning. De toegang was mogelijk het laatste stuk van een vrij hoge, door steunberen geschraagde, bakstenen muur (voormalige moestuinmuur?) confer restanten ter hoogte van het bakhuis en de houtvoorraad.

Historiek van de heuvel met torenconstructie

Ten zuidwesten paalt aan het erf een klein, vierkantig omgracht perceel, volledig bebost met voornamelijk eiken en naaldbomen en centraal een heuvel waarop een torenconstructie is opgericht. Aan de buitenzijde van de gracht bevinden zich verschillende grote hakhoutstoven (eik, els en hazelaar). Toegankelijk van op het erf van de hoeve via een loopbrugje. Op de heuvel zelf is geen duidelijk herkenbaar pad naar de toren.
In tegenstelling tot de hoeve, worden de gracht, heuvel en toren op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), nog niet afgebeeld. Het primitief kadasterplan (circa 1835), de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) en de Atlas van Vandermaelen (1846-1854) geven naast de hoeve wel de omwalling aan rondom de heuvel, maar geen enkele constructie. De site wordt op het primitief kadasterplan (circa 1835) omschreven als "jardin d'agrément". Op de kaart van het Dépôt de la Guerre, gedateerd circa 1865, is voor het eerst de torenconstructie afgebeeld. In een verslag van 1950 opgemaakt door toenmalig P.C.M.L.-lid A.M. Botte wordt gesteld dat het gebouwtje is aangelegd door de toenmalige eigenaar van het nabijgelegen kasteel "Drie Koningen" te Beernem, baron François-Joseph de Serret (1767-1849), die van 1800-1803 burgemeester is van Brugge. Hij zou het hebben laten bouwen om zijn eigendom te verfraaien naar de mode van de tijd. Bijhorende foto's van circa 1950 tonen een slanke bakstenen toren die oprijst boven de bomen. Anderen vermelden dat de toren wordt gebruikt als (jacht)uitkijkpost, galgentoren enzovoort.
Bakstenen constructie in de vorm van een molenromp. Conisch uitlopend torentje afgeboord door een soort van uitkragende rollaag en aan twee zijden voorzien van een hoge, spitsboogvormige opening, met uitzicht in noordoostelijke richting (Kasteel "Drie Koningen") en in zuidelijke richting (kerk van Hertsberge confer Wingensestraat zonder nummer); een derde opening na de jaren 1950 gedicht confer foto van 1950. Aan de binnenzijde, sporen van bepleistering en van een draaitrap.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, Archief nummer W/01282.
  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg, Cel Monumenten en Landschappen, Landschapsatlas, 2001, OC GIS-Vlaanderen.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Oostkamp, 1859/56, 1858/12, 1883/78.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Hertsberge, 1932/8, 1963/13.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 212: Kadastrale legger, Oostkamp, artikel 46.
  • S.N., Aanwijzende fotografische inventaris van de drie rechterlijke kantons Brugge, Brussel, 1965, p. 379.
  • S.N., Een dorp in de West, Het bosrijke Hertsberge, in Curiosa, jaargang 36, nummer 357, 1998, p. 10-11.
  • STRUBBE A., De Wolvegrachthoeve, onuitgegeven studie, 1996.
  • VAN BELLEGHEM R.; STRUBBE A., Proosdijwandeling Hertsberge, Oostkamp 1982.
  • VLAMYNCK J., Hertsberge, in Bos en Beverveld, Jaarboek 1985, nummer 18, p. 125.

Bron: VANWALLEGHEM A. met medewerking van CREYF S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostkamp, Deel I: Deelgemeente Oostkamp, Deel II: Deelgemeenten Hertsberge, Ruddervoorde en Waardamme, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL30, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve Wolvegracht [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/88108 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.