erfgoedobject

Neerhof Goet van Nieuwenhove

bouwkundig element
ID
87715
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/87715
Dit erfgoedobject heeft geen erfgoedwaarde meer. De erfgoedwaarden waarom we het object opnamen in de inventaris, zijn niet meer aanwezig, bijvoorbeeld door verbouwing of sloop.

Juridische gevolgen

Beschrijving

Neerhof "Goet van Nieuwenhove", zie houten bord. Voormalig centrum van de heerlijkheid Nieuwenhove met omwald opperhof en neerhof. Nu blijft enkel nog het neerhof, met jaarsteen "1766" in de woning, bewaard.

Historiek

De heerlijkheid was eigendom van de familie van Halewijn met eigendommen op de Ginste en in de omgeving van de Kalbergbrug. Buiten Oostrozebeke bezitten ze gronden in Marialoop (Meulebeke) en rond de Poelberg (Tielt). De familie van Halewijn heeft banden met vele adellijke families, de oorsprong is eventueel terug te vinden bij de (Germaanse) Waflaerts, afkomstig uit Duitsland.

De heren van Halewijn treden op als rentmeesters voor de bezittingen in Harelbeke van de graven van Vlaanderen. In 1054 wordt Frans van Halewijn vermeld als gouverneur van Vlaanderen. De familie draagt later de titel van burggraaf van Harelbeke (12de-eeuwse documenten) waarnaast ze ook worden aangesproken als heer van Rosebeke. Eventueel geraakt de familie door huwelijk verwant met het geslacht Rosenbeca, heren van Oostrozebeke, afhankelijk van het kasteel van Kortrijk (voor het eerst wordt in 1261 Robertus de Rosenbeca als heer van Oostrozebeke vermeld). Op een lijst van 1366 met opsomming van de lenen van Kortrijk wordt de heer van Oostrozebeke, Kuurne en Heule ook vernoemd als "Min heer van Haelwinne" en verder is er sprake van "Mr Wouter van Haelwinne van Roesbeke" die een leen in Sint-Baafs-Vijve verheft.

De familie van Halewijn is zeker in de 15de eeuw eigenaar van de heerlijkheid Nieuwenhove. Ze staat in dienst van de Bourgondische hertogen. In de 15de en 16de eeuw verwerven de heren van Halewijn Zwevegem en Merkem. Laatstgenoemde hoort bij het Brugse Vrije waardoor de heren binnen het Vrije verschillende bestuursfuncties opnemen.

In 1502 is Jan van der Gracht, echtgenoot van Isabella van Halewijn, heer van "Nieuwenhove". Uit het opgemaakte staten van goed blijkt dat het leen een baljuw met onderbaljuw heeft en mits een vierschaar en zeven schepenen recht mag spreken. De landerijen van de hoeve zouden in de 16de eeuw meer dan 30 ha beslaan. Een document van 1571 vermeldt "Nieuwenhove" als verblijfplaats van de familie van Halewijn.

In 1585 wordt Otto de Plotho, een Saksische militair in dienst van de Franse koning, heer van Ingelmunster en Rosebeke (ook nog van Waregem, Tieghem, Sint-Baafs-Vijve en Sint-Eloos-Vijve). Het belang van de heerlijkheid Nieuwenhove lijkt in de 16de eeuw af te nemen.
In 1643 beschreven in het leenboek van Kortrijk als "Thof ende heerlichede te Rosebeke op de mandere, nu gheseyt nieuwenhove".

Op een figuratieve kaart van heerlijkheid en tienden van Nieuwenhove te Oostrozebeke van 1698 staan de bezittingen van de familie getekend. Deze liggen tussen de grens met Ingelmunster en de dorpskern van Oostrozebeke, de heerlijkheid wordt in het noorden begrensd door de Mandel, in het zuiden gedeeltelijk door de Leegstraat en de Hulstestraat. De site staat hier afgebeeld met opper- en neerhof, toegankelijk via een poortgebouw. De boerderijgebouwen staan rond het erf opgesteld, ten westen van het neerhof bevindt zich een "bogaert", ten zuiden ervan de "motte" echter zonder bebouwing.

In het begin van de 18de eeuw wordt het goed enkele keren verkocht. Jeroom Sebastiaan Limnander, heer van Zulte, wordt eigenaar in 1727. In de staten van goed uit 1746 wordt het domein beschreven als bestaande uit een opperhof met een nieuw kasteel en kapel en een neerhof met onder meer nieuwe paardenstallen. Ook na de Franse Revolutie kan de familie haar bezittingen grotendeels behouden. Op de Ferrariskaart (1770-1778) aangeduid als "Chateau Ten Nieuwenhove", vanaf de straat leidt een dreef naar de site met het neerhof en opperhof haaks op elkaar geplaatst, beiden omgeven door een rechthoekige omwalling. Ten zuiden van het kasteel, afgescheiden door een gracht, bevindt zich een moestuin.
Een oude foto toont het kasteel, eerder een landhuis, van op het neerhof toegankelijk via een bakstenen boogbrug. Dubbelhuis van twee bouwlagen en vijf traveeën onder zadeldak met symmetrisch uitgewerkte classicistische gevel met brede, centrale poorttravee.

Op het primitief kadasterplan (circa 1830) is de site getekend met nagenoeg dezelfde configuratie. Volgens het kadaster worden circa 1893 de landgebouwen op het opperhof afgebroken en het woonhuis in gebruik genomen als schuur. Het boerenhuis op het neerhof wordt uitgebreid. Circa 1974 worden een aantal nieuwe landgebouwen toegevoegd en de omwalling gedeeltelijk gedempt. Het zogenaamde 'kasteel' verdwijnt circa 1977.
Wegens uitbreidingsplannen van de nabijgelegen multinational Spano (zie Ingelmunstersteenweg) zou de hoeve worden afgebroken en de gronden worden ingenomen door de fabriek.

Het woonhuis, vóór de afbraak nog slechts dienend als schuur, is bij de bevolking ook gekend als het Spookkasteel, een verblijfsoord van allerlei figuren uit sagen en legenden zoals witte wasvrouwen en kabouters.

Beschrijving

De hoeve is vanaf de straat toegankelijk via een geasfalteerde oprit. Smeedijzeren hekken gevat in witbeschilderde, bakstenen pijlers met links een restant van een roodbakstenen muur met cementbepleistering aan de straatkant. Losse bestanddelen rond een geasfalteerd erf. Woonhuis aan de noordkant van het erf, volgens jaarsteen gebouwd in 1766, met recente aanbouw aan de noordzijde. Lage woning in bruine, verankerde baksteen boven een zandstenen plint en onder zadeldak (mechanische pannen). Dubbelhuis met lage korfboogdeur met geprofileerde, bepleisterde ontlastingsboog. Daarboven de datumsteen en loden plaatje van brandverzekering met opschrift "PR" (eind 18de-begin 19de eeuw). Segmentboogvormige, beluikte vensters met geprofileerde geblokte omlijsting, ook in de zijgevels. In de oostelijke gevel twee betraliede keldermonden. Overstekende dakranden met bewaarde klossen aan de voorgevel. Vlechtingen in de zijgevels.

Monumentale schuur met wagenhuis ten oosten van het erf, vermoedelijk met 18de-eeuwse kern. Rode, verankerde baksteenbouw onder hoog zadeldak (mechanische pannen). Zuidelijke eindgevel met verluchtingsspleten. Zomerkeuken in de noordoosthoek, verankerde baksteen onder zadeldak (mechanische pannen), vlechtingen in de westgevel.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Oostrozebeke, 1893/54, 1974/34, 1977/35.
  • Rijksarchief Kortrijk, Kaarten en Plannen, nr. 541: Figuratieve kaart van de heerlijkheid en tienden van Nieuwenhove te Oostrozebeke, 1698.
  • CLAERHOUT J., Oostrozebeekse sagen en legenden, in Cronycke van die Rooselaer & De Ginsteblomme, nr. 73, 2004, p. 8-11.
  • DELANGE M., Oostrozebeke, in HOLLEVOET F., Als straten gaan... praten, Tielt, 2005, p. 124.
  • DHONDT L., Oostrozebeke, in HASQUIN H., Gemeenten in België, deel. 2, Brussel, 1980, p. 812.
  • FOTO- EN DIACLUB, Terugblik op Oostrozebeke. Deel 2, s.l., 1993, p. 34.
  • FOTO- EN DIAKLUB, Terugblik op Oostrozebeke, Oostrozebeke, 1985, p. 49.
  • VAN KEIRSBILCK M., Bouwstenen voor een Geschiedenis van Oostrozebeke, onuitgegeven, 1985, p. 8, 11, 19-22, 27-28, 31, 81.

Bron: VAN VLAENDEREN P. & VRANCKX M. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostrozebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL33, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Van Vlaenderen, Patricia; Vranckx, Martien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Neerhof Goet van Nieuwenhove [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/87715 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.