Herenhuis gelegen midden de noordzijde van het dorpsplein.

Voormalige woning van burgemeester en bierbrouwer Jacobus D’Hollander gebouwd in 1844 (volgens kadasterarchief). Opgericht ter vervanging van bestaande gebouwen, in het land- en kaartenboek van Moerzeke (1772-1782) opgemaakt door J. B. Martens, in 1773 opgetekend als "eene behuysde Erfve wesende eene brauwerije eertijds eene herberge gen.t de catte", toentertijd bezit van juffrouw Marie Anne Wouters. Een voorgaande eigenaar van het huis "de Catte" was Gillis Van Wolvelaer (†1714). In 1864 werd het voormalige brouwershuis verkocht aan advocaat E. Van Doorslaer die het op zijn beurt in 1865 doorverkocht aan de weduwe van Louis Van Bogaert van Moerzeke. Onder deze laatste familie in 1877 gekadastreerde gedeeltelijke verbouwing van het huis en oprichting van nieuwe constructies in de tuin (paviljoen en broeikas).

Ondiepe voortuin afgesloten door hoog ijzeren hekwerk aan slanke ijzeren hekpijlers. Neoclassicistisch getint herenhuis met twee bouwlagen van zes even brede traveeën met rechthoekige muuropeningen onder zadeldak (nieuwe pannen), voorheen centraal bekroond door een klokkenstoeltje (bewaard in de tuin). Ontpleisterde bakstenen lijstgevel met door lijstwerk sterk benadrukte horizontale geledingen. Verhoogde begane grond afgelijnd door een puilijstje, evenals de hardstenen cordonlijst onder de bovenvensters aan weerszijden doorgetrokken: links boven een lage aanbouw met plat dak met benedenvenster, rechts boven de inrijpoort. Benedenvensters met achtdelige houten raamkozijnen en eveneens gewitte persiennes. Bovenvensters gevat in gewitte geprofileerde omlijstingen onder spiegelpaneel en hardstenen kroonlijst op consoles. Brede geprofileerde hardstenen deuromlijsting onder kroonlijst, vooraf gegaan door een trap (drie treden) met gebogen ijzeren leuningen. IJzeren trekbel. Voorgevel bovenaan afgelijnd door een hoofdgestel met gelede architraaflijst en kroonlijst op klossen. Sobere achtergevel met getraliede keldervensters in de hardstenen plint; gewijzigde benedenvensters. Linker zijgevel bewaart zijn gevelberaping.

Achteraan rechts in de diepe tuin gelegen tuinpaviljoen (1877 volgens kadasterarchief). Hoog achthoekig paviljoen in baksteenbouw met zwarte beraping (beschadigd). Bij de recente renovatie vernieuwde toegangstrap tussen getrapte bakstenen leuningen. Volledig nieuw, geknikt en overstekend leien tentdak (voorheen met Oegstgeester pannen). Blinde onderbouw, bovenkamer voorzien van twee rondboogvensters met vouwbare binnenluiken en een rondboogdeur. Bepleisterde binnenwanden met omlijste landschapsschilderingen gedateerd 1925 en gesigneerd I Bergmans.

Boogbrugje met decoratieve ijzeren leuningen, rest van de tuinaanleg. Vroegere dienstgebouwen merendeels verdwenen of recent vervangen door andere aanhorigheden.