erfgoedobject

Sint-Jozefskliniek

bouwkundig element
ID
82888
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/82888

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd monument Sint-Jozefskliniek
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Jozefskliniek
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Zogenaamd "Sint-Jozefskliniek", hospitaal van 1910 tot 1996, sedert 1996 "Residentie De Veste" als internaat voor de hotelschool Spermalie.

1905: opstarten van een privé-kliniek aan de Langestraat door chirurg Verhouf, daarbij geholpen door drie augustinessen van de orde van Meaux.
1907: voortzetten van het werk door drie zusters in een huis aan de Komvest.
1908: opstarten van een nieuwe privé-kliniek door enkele andere Brugse chirurgen in samenwerking met de zusters en aankopen daartoe van een stuk grond van het capucienenklooster (zie Sint-Clarastraat).
1909-1910: bouwen van de vleugel aan de straatzijde naar ontwerp van architect H. Hoste (Brugge).
1921: bouwen van rechter vleugel haaks op de straatvleugel, naar ontwerp van H. Hoste en transformatiehuisje tegen de afsluitingsmuur aan de Komvest.
1924-1925: bouwen van linker vleugel haaks op de straatvleugel en rechts aan de straatzijde van de kapel naar ontwerp van H. Hoste.
1933: verbouwingen naar ontwerp van architect M. De Meester (Brugge), bouwen van een apotheek en spreekkamer boven het terras aan de linker zijde, van zalen, hal en burelen aan de tuinzijde en vernieuwen van de ingang, afsluiting en inrij.
Tussen 1952 en 1960: enkele aanpassingen naar ontwerp van M. De Meester onder meer verbouwen van tweede en zolderverdieping van de rechter vleugel, uitbreidingswerken aan de linker vleugel en aanbouwen van laboratorium aan de oostkant van het hoofdgebouw.

Vleugel aan de Komvest (1909-1910). Bakstenen complex naar ontwerp van architect H. Hoste met een straatvleugel gebouwd in eclectische stijl met neogotische inslag onder invloed van architect en leermeester L. Cloquet (Gent). Ritmisch geordende gevel met risalietvormende traveeën eindigend op trapgevels met bolvormige ornamenten. Inkompartij van 1933 naar ontwerp van M. De Meester onder platform met balustrade; achtergevel uitgebouwd als halve rotonde, rechthoekige vensters met schuiframen waarvan enkele verbouwd tot vleugelramen; karakteristieke ijzeren trap, balkon en tralies. De rechter- en linker vleugel, beide naar ontwerp van architect H. Hoste respectievelijk daterend van 1921 en 1924-1925, zijn in een eenvoudige zakelijke stijl opgetrokken.

Interieur. De centrale hal met halfronde uitbouw (1933-1935) is een totaalconcept in art decostijl naar ontwerp van M. De Meester: vloer met grijze en zwarte cementtegels, grijsmarmeren lambrisering à livre ouvert en met zwarte band afgeboord, centraal, achthoekig plantenmeubel van gelijkaardige marmer, de halfronde ruimte wordt afgescheiden door houten leeshoekjes, rechts met een ingewerkt uurwerk en met aanleunende metalen paraplubakken; lichtarmaturen op de muurdammen tussen de vensters en boven de leeshoekjes. In de flankerende vleugels drie trappen in granito, middelste uit jaren 1930, twee uiterste uit jaren 1950.

Kapel, rechts van de hoofdvleugel, naar ontwerp van H. Hoste van 1924-1925, heden gebruikt als vergader- en conferentieruimte. Spitsboogvensters en gebruik van steunberen nog aanleunend bij de neogotiek doch interieur in art decostijl. Driebeukige kapel met schip van zeven traveeën onder zadeldak (leien) en met halfrond koor onder kegelvormige bedaking (leien). Tegen het schip; rechthoekig torentje met torenspits (leien). Traveeën gescheiden door steunberen, vensters met gestileerde spitsboogvorm en tracering, gekoppeld voor de kleine bovenlichten van het schip.

Interieur. Oorspronkelijk een totaalconcept doorgevoerd in: glasramen, koorafsluiting, bidbanken, consoles, vloeren, verwarmingselementen, parket en lambrisering. Driebeukige ruimte van zeven traveeën en smalle zijbeuken en met tribune in verbinding met de naastliggende ziekenkamers. Opstand bepaald door grijsmarmeren zuilen op arduinen sokkels, consoles en kapitelen versierd met gestileerde bloemen; aansluitende spitse scheibogenarcade van arduin. Spitstongewelf waarvan de gordelbogen afgezet met zandstenen blokken worden opgevangen door geometrische consoles geflankeerd door arduinen zuiltjes. Van de oorspronkelijke inrichting zijn enkel nog bewaard: de koorafsluiting met verguld smeedijzeren hek versierd met druiventrossen en afgescheiden door rood- en groenmarmeren zuiltjes waarvan de roodmarmeren kapitelen versierd zijn met gestileerde bloemen en druiventrossen, de glasramen met geometrische motieven, en het granitogedeelte van de vloer.

  • Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 210/1909, nummer 197/1921, nummers 345 en 597/1924, nummers 416, 769 en 965/1933.
  • HOSTE H. 1975: Evolutie naar de Moderne Architectuur, Streven 8/9, 1063-1070.

Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Noord, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Jozefskliniek [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/82888 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.